Annebeth Roor-Wubs: Laat SFDR álle impact meten

Annebeth Roor-Wubs: Laat SFDR álle impact meten

ESG-investing Rules and Legislation ESG
Annebeth Roor-Wubs (foto archief EY)

De SFDR moet informatie verbeteren over de impact van financiële producten die duurzaamheid promoten of beogen. Waarom niet ook over de impact van alle andere financiële producten (art. 6)?

Door Annebeth Roor-Wubs, Sustainable Finance Senior Consultant bij EY en parttime PhD-student aan Rotterdam School of Management

De technische criteria van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) gelden momenteel alleen voor financiële producten die ecologische of sociale kenmerken promoten (artikel 8) of die duurzame doelstellingen beogen (artikel 9). Voor alle andere financiële producten (artikel 6) gelden geen aanvullende criteria. Wat is de impact van deze beleggingen op de wereld? Zou het niet logisch zijn om de SFDR-rapportageverplichtingen ook voor deze groep toe te passen?

De doelen van de Europese Commissie

Betere informatieverstrekking over alle financiële producten is in lijn met de doelen van de Europese Commissie (EC). In de overwegingen van de SFDR (#9 en #10) schrijft de EC dat het door de verschillende standaarden lastig is financiële producten te vergelijken. Deze verschillen ‘zouden ook verwarrend kunnen zijn voor eindbeleggers en zouden hun beleggingsbeslissingen kunnen verstoren’. De SFDR heeft als doel ‘informatie-asymmetrieën in principaal-agent-relaties te verminderen’.

De drie uiteindelijke doelen van de EC met het EU Actieplan zijn om kapitaal naar een meer duurzame economie te bewegen, financiële risico’s als gevolg van ecologische en sociale kwesties te beheren en transparantie en langetermijndenken te stimuleren. Die doelen worden behaald door een beweging in de hele financiële markt.

De enige verplichting die geldt voor financiële producten zonder duurzaamheidskarakter is dat de verkopers ervan moeten rapporteren over duurzaamheidsrisico’s. Maar in de SFDR staat niets over hoe de beleggingen de wereld een betere (middels duurzame beleggingen) of juist een slechtere plek (middels ‘Principal Adverse Impact’-indicatoren, PAIs) maken.

In recent EY-onderzoek werd geconcludeerd dat ruim 90% van de Artikel 8- en 9-producten voornemens is PAIs te rapporteren. Per saldo leiden deze verschillen dus tot meer informatieasymmetrie tussen Artikel 6 en Artikel 8- en 9-producten. Voor Artikel 8- en 9-producten worden door financiële instellingen aanvullende data ingekocht, beoordeeld en in begrijpelijke taal aan beleggers gecommuniceerd. Deze informatie – maar ook de bijkomende kosten – ontbreekt bij artikel 6-producten. Juist van producten die wellicht de grootste negatieve impact hebben, kennen we die niet.

Neutrale beleggingen bestaan niet

De redenering is dat Artikel 6-fondsen geen pretentie tot duurzaamheid hebben en daarom ook geen verplichtingen hebben om dit te onderbouwen. Maar er is niet zoiets als een neutrale belegging. Elk financieel rendement heeft ook een impact op mens en milieu, negatief dan wel positief.

Deze impact vaststellen is makkelijker gezegd dan gedaan. We hebben het bijvoorbeeld over passief en actief belegd vermogen in publieke markten, private equity en debt, vastgoed, hedgefonds, crypto, et cetera. Voor cryptobeleggingen werd door wetenschappers berekend dat de milieuschade groter is dan het financieel rendement. Vorig jaar kwam DNB om die reden al met een methodiek om de klimaatimpact van cryptobeleggingen te meten. De EU-taxonomie schrijft voor welke CO2-intensieve activiteiten passen bij de wereld van morgen, maar van beleggingen in Artikel 6-producten weten we niet in hoeverre dit het geval is.

Het zou logisch zijn om een verplichting voor Artikel 6-producten te introduceren wanneer de huidige SFDR-discussies een stap verder zijn. Want alhoewel de SFDR als transparantiewetgeving is bedoeld, wordt de Europese Commissie door het introduceren van concepten als ‘een duurzame belegging’, ‘geen ernstige schade’ en ‘minimale sociale waarborgen’ gedwongen om deze verder uit te werken en zo tot vergelijkbaarheid te komen.

Echte vergelijkbaarheid komt er pas als we van alle beleggingen weten wat hun bredere impact is. We hebben niet alleen een kritische blik nodig op de geloofwaardige strategie van een Artikel 9-product, maar ook op hoe een Artikel 6-product de wereld tot een betere of slechtere plek maakt. De implementatie van de SFDR mag dan een flinke klus zijn, het verduurzamen van de economie is dat nog veel meer. Daar hebben we niet alleen duurzame beleggingen voor nodig, maar beweging van al het kapitaal.