Harry Geels: De euro redden of niet – ‘that’s the question’

Harry Geels: De euro redden of niet – ‘that’s the question’

EUR Eurozone
Harry Geels

Door Harry Geels

Er is een nieuwe, ordinaire huwelijkscrisis uitgebroken in het huwelijk tussen Noord-Europa en Zuid-Europa, ditmaal over de aanpak van de gascrisis. Eerder gebeurde dat al over de aanpak van de coronacrisis. Kunnen we twee regio’s die zó sterk van elkaar verschillen – op economisch, monetair en cultureel vlak – verenigen in één eurosysteem? De conclusie luidt voorlopig: ‘nee’.

Als echte Europeaan en groot aanhanger van economische en – tot op zekere hoogte – politieke samenwerking in Europa heb ik de introductie en de werking van de euro en het eurosysteem altijd met argusogen bekeken. De vraag is regelmatig geweest of die euro nu de door mij zo gewenste Europese samenwerking bevordert. De (tussen)conclusie is tot nu toe steeds geweest: nee, de euro is een splijtzwam. En wel om drie redenen.

Ten eerste werden en worden de democratische processen rond de introductie van de euro en de vervolgstappen ter verdere volmaking van het eurosysteem niet goed in acht genomen.

Ten tweede bestaan er op economisch, monetair en cultureel vlak te grote verschillen tussen Noord-Europa en Zuid-Europa (en eigenlijk ook tussen deze twee regio’s en Oost-Europa, maar laten we de discussie niet nodeloos ingewikkeld maken). Gelet op de onderlinge economische verschillen zijn Noord en Zuid simpel gesteld geen huwelijkspartners die monetair kunnen trouwen.

Ten derde kan de ECB, noodgedwongen door de grote verschillen in Europa, geen onafhankelijk beleid vormen en doorvoeren.

Deze drie redenen worden hieronder nader uiteengezet. De vraag is daarna of we met enkele wijzigingen het eurosysteem wellicht nog wél kunnen redden, zoals bijvoorbeeld een recent plan dat twee Rabobank-economen Wim Boonstra en Bas van Geffen in ESB van augustus 2022 (zie hierna) hebben gepresenteerd. De vraag is dan eigenlijk of we een ongelukkig huwelijk kunnen redden. Kijkend naar alles wat er op tafel ligt, blijft de (tussen)conclusie ‘nee’.

De slotvraag is dan: hoe verder? Zijn er andere mogelijkheden tot monetaire samenwerking?

Eurozone is geen ‘optimal currency area’

Voordat we aan de verschillenanalyse beginnen één verduidelijking vooraf: ik ben niet tegen een (monetair) huwelijk, maar voordat er in het (monetaire) huwelijksbootje wordt gestapt, moet er wél één vraag worden gesteld: ‘Zal het naar aller waarschijnlijkheid op lange termijn een gelukkig huwelijk worden?’ Friedrich Nietzsche zei ooit over het gewone huwelijk dat je, om te weten of je er verstandig aan doet te trouwen, maar één vraag met ‘ja’ hoeft te beantwoorden: ‘Geloof je dat je tot op hoge leeftijd een goed gesprek met je partner zult hebben?’ Al het andere [zelf invullen] is volgens hem vergankelijk.

Een monetair huwelijk is wellicht nog complexer. Onder meer met verwijzing naar Nobelprijswinnaar Robert Mundell is er al zo vaak opgeschreven wanneer er sprake is van een ‘optimal currency area (OCA)’, ofwel een regio waarin een gemeenschappelijke munt kans van slagen heeft. Dan moet er aan vier criteria worden voldaan: 1) De landen moeten economisch ongeveer van gelijke kracht zijn met, als het even kan, ook min of meer gelijke business cycles, 2) vrije arbeidsmobiliteit, 3) vrije kapitaalsstromen en 4) een transferunie om incidenteel asymmetrische schokken dan in de ene regio en dan in de andere op te vangen. Bij de inwerkingtreding van het eurosysteem was er van een OCA geen sprake en dat is er nog steeds niet.

Voor- en nadelen euro

In de media wordt vaak gemakkelijk geroepen dat de euro goed is voor ons. Daarbij wordt soms zelfs demagogie niet geschuwd, zoals Angela Merkel in 2010 zei: ‘Scheitert der Euro, dann scheitert Europa’.

Nu kun je een huwelijk natuurlijk puur op ‘vlinders in de buik’ aangaan. Maar je kunt er zoals Nietzsche of Mundell stellen ook van te voren goed over nadenken. Voor wat betreft de euro heb ik dat vele malen gedaan en onderstaande tabel is reeds in verschillende varianten in mijn artikelen en columns aan bod gekomen. Het is niets meer dan een overzicht van de voor- en nadelen met daarbij een enigszins persoonlijke scoreberekening. Al die jaren, met steeds nieuwe inzichten, overheersen de nadelen van de euro boven de voordelen.

 

Voordelen euro

Score

Nadelen euro

Score

Alternatieve reservemunt = eurozone wordt monetaire en valutaire macht in de wereld. De euro als tegenhanger van de dollar en de renminbi

+3

Eén munt is te sterk voor het ene land, en te zwak voor het andere -> divergerende economieën ->  noodzaak tot transferunie.

-10

Eén betaalmiddel = gemak van prijstransparantie  = geen valutaire omwisselingskosten.

+3

De beleidsrente is te hoog voor het ene land en te laag voor het andere -> divergerende financiële markten en ‘wealth transfers’ (bijvoorbeeld benadeling spaarders en gepensioneerden in landen met te lage rente).

-10

Inbedding van de economische macht van Duitsland in Europa

+8

Geen onafhankelijke centrale bank (eurobehoud is belangrijker dan individuele belangen deelstaten) - > eurolanden hebben geen monetaire soevereiniteit meer (zonder dat dit democratisch gemandateerd is)

-8

Euro is bindende (politieke) factor van de EU -> euro als gemeenschappelijke deler van de Europeanen

+5

Euro is politieke spijtzwam in de EU (bijvoorbeeld omdat het ene land financieel-economisch gedisciplineerder is dan het andere)

-8

 

 

Extra ‘bureaucratische’ laag (naast nationale centrale banken ook de ECB)

-5

 

+19

 

-41

 

Een tabel zoals deze kan de basis vormen voor een inhoudelijke discussie. Helaas kan in een column daartoe slechts een aanzet worden gegeven, door de vakjes met korte beschrijvingen in te vullen en vervolgens open te staan voor discussie.

Zonder nu alle details te behandelen is het grootste probleem van het eurosysteem: ‘one size does not fit all’ – één rente en één munt werkt niet als de eurolanden economisch (en cultureel) te veel verschillen.

Eén van de vermeende voordelen die de aanhangers van de euro aanhalen, is dat een gemeenschappelijke munt een bindende factor kan worden. Maar het tegengestelde kan ook worden beweerd, namelijk dat een niet goed werkende euro een splijtzwam kan worden. Zie de lichtgrijs gearceerde lijn in de tabel. Sommigen bedienen zich van het ‘nooit meer oorlog’-argument. Ik ken geen oorlog die om een munt is gevoerd. Derhalve is dit argument van zulk een demagogisch gehalte, dat het niet in de tabel is opgenomen.

Reden 1: Euro lijdt aan een democratisch deficit

De euro werd in Nederland ingevoerd zonder dat dit in de aanloop duidelijk in de verkiezingsprogramma’s had gestaan. Het bijzondere is verder dat de Eerste Kamer er niet eens over gedebatteerd had en dat de euro met een hamerstuk werd goedgekeurd. De Tweede Kamer ging akkoord na verkeerde informatie van minister Gerrit Zalm over de afgesproken wisselkoers, terwijl Italië en Griekenland niet voldeden (en nog steeds niet voldoen) aan de criteria uit het Verdrag van Maastricht. De uitzending Eurobedrog van Zembla geeft een goed beeld van de perikelen rond de introductie van de euro.

Bij iedere eurocrisis zijn er steeds maatregelen getroffen die geen democratische schoonheidsprijs verdienen. Een voorbeeld hiervan betreft NextGenerationEU, goedgekeurd in de zomer van 2020, terwijl in het regeerakkoord van het vorige kabinet Rutte stond dat we geen eurobonds zouden uitgeven. Ook de recente plannen van het TPI zijn ondemocratisch, wetsovertredend en marktverstorend. Het voortbestaan van het eurosysteem hangt door de weeffouten dus af van kunst en vliegwerk, wat bij een rechtschapen democraat de wenkbrauwen moet doen fronzen.

Reden 2: Te grote verschillen tussen Noord-Europa en Zuid-Europa

De Europese Unie is geen Verenigde Staten. Er zijn grote verschillen tussen Noord en Zuid, zowel op politiek als cultureel als monetair vlak. Om zomaar even wat voorbeelden te noemen: het Zuiden kent een veel lagere economische groei (en ontwikkeling van productiviteit per eenheid product) en een veel lossere begrotingsdiscipline dan het Noorden. Daarom knellen de in de euro vastgeklonken onderlinge vaste wisselkoersen en een voor ieder land geldende gelijke rente in toenemende mate. Eén euro en één officiële rente hebben de onderlinge verschillen juist vergroot in plaats van verkleind.

En exact daarom zijn er juist ook zo vaak meningsverschillen over het te voeren beleid. Zo is aan de invoering van het bovengenoemde NextGenerationFund een grote ruzie tussen Noord en Zuid vooraf gegaan. Hetzelfde moddergooien vindt nu plaats over de oplossing van de gascrisis (must-see uitzending van Nieuwsuur!)

Reden 3: Geen onafhankelijk monetair beleid mogelijk

Tot slot het derde probleem van de euro, het beleid van de ECB, waarbij de koopkracht van de euro voorop zou moeten staan. Maar omdat er zoveel politieke issues en verschillen in de eurozone zijn, moet de ECB regelmatig tegen het mandaat in problemen oplossen. Zo sprak voormalig ECB-president Mario Draghi tijdens de eurocrisis in 2012 de woorden ‘whatever it takes’ uit, waarna een onconventioneel monetair beleid werd gevoerd om de euro te redden. Overigens voorzag de voormalige Britse premier Margareth Thatcher al dat de ECB niet onafhankelijk zou worden.

Systeemreparaties raken de kern van het probleem niet

De weeffouten van het eurosysteem worden door de meeste economen, in tegenstelling tot de meeste politici, nog wel benoemd. Er zijn dan grofweg twee oplossingsrichtingen: meer integratie, bijvoorbeeld een Federatie (Verenigde Staten) van Europa of een iets minder vergaande variant van een transferunie, al dan niet met fiscale unie en eurobonds. Zo stelden Wim Boonstra en Bas van Geffen bijvoorbeeld recent in ESB voor om de obligaties van de eurolanden die de ECB heeft opgekocht ter bestrijding van allerlei crises voor 25% van ieder land om te zetten in eeuwigdurende obligaties met een rente van 0%.

Zo creëert de ECB verhandelbare eurobonds die dan en passant ook een rentecurve geven. Tevens wordt op deze manier de staatsschuld van ieder euroland met 25% afgestempeld. Eenmalig is het plan. Daarna moeten de eurolanden aan de regels voldoen. Dit vereist volgens de Rabobank-economen dan wel de acceptatie dat de ECB aan monetaire financiering heeft gedaan. 'En dat hebben ze feitelijk nu eenmaal ook gedaan, ook al noemen ze het anders', zegt Boonstra in het Financieele Dagblad.

Het is weliswaar een gedegen plan van de Rabobank-economen, maar het gaat voorbij aan de realiteit dat de verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa te groot zijn en in de toekomst zullen blijven. Eén munt en één rente zullen steeds weer tot economische, politieke en monetaire problemen leiden. Dat bleek ook uit een artikel uit ESB,eveneens van augustus, waarin op basis van de Taylor Rule werd aangetoond dat er significante monetaire verschillen zijn tussen de twee groepen eurolanden: de kern en de periferie, die dus beide eigenlijk een ander rentebeleid behoeven.

Hoe dan verder?

Er zijn eigenlijk twee oplossingsrichtingen.

We gaan nog één keer proberen om een vierkant in een cirkel te persen, al dan niet met een plan zoals Boonstra en Van Geffen hebben bedacht, maar daarna gaan de eurolanden zich wél aan de afspraken houden, zoals bijvoorbeeld geformuleerd in het Stability and Growth Pact (SCP). En als dat niet lukt, dan spreken van te voren duidelijk af dat landen die zich binnen een vooraf vastgestelde periode er niet aan houden, maar uit de eurozone vertrekken. Of dat landen de mogelijkheid krijgen uit de eurozone te stappen, in beide gevallen zonder dat ze uit de EU hoeven te treden.

Een andere oplossingsrichting betreft het veranderen van het monetaire systeem, met bijvoorbeeld parallelle munten, een eurozone die alleen bestaat uit de kernlanden, of de Matheo Solution. In al deze systemen blijft de euro in een of andere vorm bestaan. Een en ander is nader toegelicht in een oude column onder de titel: ‘Something got to give’: op naar een nieuw eurosysteem.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels