Han Dieperink: Energiezekerheid boven energietransitie

Han Dieperink: Energiezekerheid boven energietransitie

Commodities Energy Transition War Ukraine
Han Dieperink

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

Onder hoge druk wordt alles vloeibaar. Zo mogen Europese landen, om meer gasimport uit Rusland te voorkomen, nu langer steenkool blijven stoken. Dit zijn de woorden van EU-klimaatchef Frans Timmermans. Volgens hem zijn daarmee alle taboes van tafel.

De Duitsers heroverwegen het sluiten van kolencentrales en wachten zelfs met het voornemen te stoppen met kernenergie. Het lijkt een kwestie van tijd tot het Groninger gasveld weer op volle capaciteit produceert. Alles om te voorkomen dat we aardgas importeren uit Rusland en daarmee de oorlog van Rusland tegen Oekraïne financieren.

Europese energieboycot

Europa wil het liefst dat er helemaal geen zaken meer wordt gedaan met de Russen. Dat is een draai van 180 graden, want nog altijd komt meer dan 40 procent van het in Europa verstookte aardgas uit Rusland. Het zou zelfs nog meer worden met het openen van Nordstream 2, maar door deze pijpleiding zal waarschijnlijk nooit gas stromen.

Meer dan 50 jaar Ostpolitik is in één klap voorbij. Duitsland gaat zich herbewapenen en krijgt weer een leger waarmee het andere landen kan aanvallen. Eerst een financiële injectie van € 100 miljard en daarna gaat er voortaan ruim 2 % van het BBP naar defensie. En dat allemaal onder een coalitie van groenen en socialisten. Het kan verkeren. De tweede Koude Oorlog is begonnen en Rusland is weer de vijand.

Het is niet zo dat een boycot van Russische energie kan worden opgevangen met alternatieven zoals LNG. Veel LNG is vastgelegd in langjarige contracten en er zijn onvoldoende tankers om Europa te bevoorraden, nog even afgezien van de logistieke problemen. Bovendien varen LNG-tankers alleen op Europa zolang de gasprijzen hoog blijven.

Toch is er een nieuwe Europese politieke eensgezind om niet meer afhankelijk te zijn van Russisch gas. Waar een maand geleden een boycot door de Russen nog het zwartste scenario leek, kiest Europa nu vrijwillig om juist Russisch olie en gas te boycotten. Er lijkt ook geen andere optie, aangezien een groot deel van Rusland toch al is afgesloten van het financiële systeem.

Ook zijn er veel afnemers die vrijwillig de Russische olie boycotten. Vorige week werd daardoor een vat olie uit de Oeral verkocht met een discount van 28,5 dollar. Zelfs grote oliebedrijven als BP en Shell verbreken de banden met Rusland.

Een tekort aan olie-, gas en steenkool

Ook zonder de Russische inval zou 2022 het jaar zijn geworden waarin voor het eerst in de geschiedenis meer vraag was naar dan aanbod van olie. In het verleden had een land als Saoedi-Arabië altijd voldoende reservecapaciteit, maar verschillende olieproducerende landen hebben nu al moeite om zich te houden aan de doelstellingen van de OPEC. Van de beloofde 400.000 vaten per maand extra, haalt OPEC net iets meer dan de helft.

Mogelijk dat er nog wat ruimte zit in Iran, maar dat land is ook onderdeel van het Chinees-Russische kamp en gelet op de principiële reacties van het Westen op Rusland lijken onderhandelingen met Iran voorlopig weinig kans van slagen te hebben.

In theorie zou een land als Venezuela nog veel meer kunnen produceren, maar dat land is tegelijkertijd een mooi voorbeeld van de effectiviteit van een financiële boycot. Twintig jaar geleden produceerde het land nog 3 miljoen vaten per dag, nu is daar net iets meer dan 500.000 vaten per dag van over, simpelweg omdat oliebedrijven geen zaken meer doen met het land, maar ook omdat olie-installaties moeten onderhouden worden.

Als hetzelfde ons te wachten staat met Rusland, dan ontstaat er de komende jaren een ernstig tekort aan olie. En dan zijn de reguliere verstoringen in de productie nog niet meegenomen. Milities in Libië houden op dit moment verschillende olievelden bezet, waardoor de export van dat land weer onder de 1 miljoen vaten per dag is gezakt.

Investeren in meer olieproductie

Zelfs Elon Musk roept nu op om meer olie te produceren. Dat terwijl er in de afgelopen jaren door de financiële wereld volop is ingezet op minder investeren in fossiele brandstoffen. Dat begon met Mark Carney, voormalig gouverneur van de Bank of England, die de commerciële banken in 2015 waarschuwde dat er veel risico’s zijn verbonden aan het financieren van fossiele brandstoffen. De waarde van bedrijven die olie, gas en steenkool produceren, zou wel eens veel lager kunnen zijn dan hun huidige boekwaarde.

Tegelijkertijd werd de term ‘stranded assets’ geïntroduceerd, assets die wel eens waardeloos zou kunnen worden. De commerciële banken werden gewaarschuwd die niet te financieren.

In 2015 werden bovendien de verantwoorde ontwikkelingsdoelen gelanceerd en massaal omarmd door bedrijven, vooral door bedrijven die afhankelijk waren van de overheid. Reputatie is in zo’n geval belangrijk. Zonder het beeld van ‘onze nationale trots’ zou de KLM nu niet meer hebben bestaan. Sinds de Grote Financiële Crisis zijn ook Europese banken de facto genationaliseerd. De gemiddelde medewerker van een bank moet zich aan meer regels houden dan de gemiddelde ambtenaar.

Uiteraard worden er geen nieuwe financieringen meer verstrekt aan oliemaatschappijen. Overigens wees Klaas Knot in 2018 nogmaals op de risico’s van kapitaalvernietiging in het geval van fossiele brandstoffen. Bij een succesvolle transitie blijven grote voorraden olie, gas en kolen in de grond zitten, terwijl die nu wel op de balans van energiebedrijven staan.

Naast de centrale en de commerciële banken kregen ook oliemaatschappijen het aan de stok met hun aandeelhouders. Behalve de activisten die de jaarvergadering kwamen verstoren, hebben verschillende grote institutionele beleggers nu afscheid genomen. Daarnaast werd het moeilijker nieuwe medewerkers te krijgen, want wie wil er nu werken bij een vervuilend bedrijf?

Tot slot werd zelfs de rechterlijke macht ingezet om oliemaatschappijen te dwingen minder olie te gaan winnen. Het resultaat mag er zijn, want terwijl alle betrokkenen het investeren in nieuwe oliewinning onmogelijk maakten, zijn ze wel ongestoord olie, gas en elektriciteit blijven verbruiken.

De energietransitie mag dan overal zichtbaar zijn, maar niet in de vraag naar fossiele brandstoffen. Die is groter dan ooit. Omdat er tegelijkertijd volstrekt onvoldoende geïnvesteerd is in alternatieve energie, heeft deze ontwikkeling ervoor gezorgd dat we nu te kampen hebben met hoge energieprijzen.

Investeren in fossiele brandstoffen

De prijzen van olie, gas en steenkool zijn de afgelopen tijd weliswaar sterk gestegen, maar de aandelen van de bedrijven die deze energie produceren, zijn daarbij achtergebleven. Veel beleggers hebben in hun duurzaamheidsbeleid staan dat ze niet meer beleggen in de winning van steenkool. Er zijn ook beleggers die alle fossiele brandstoffen uitsluiten. Het resultaat is dat de kasstromen van dit soort bedrijven veel lager worden gewaardeerd dan de kasstromen van hun duurzame alternatieven. Dat terwijl in het verleden de waardering voor deze bedrijven oploopt met de hogere energieprijzen.

Dat geldt bijvoorbeeld ook voor mijnbouwbedrijven, die scoren meestal niet zo goed op duurzaamheidscriteria. Ook relatief is er sprake van een aantrekkelijke waardering. Het gemak waarmee de Europese commissie het duurzaamheidsbeleid aan de kant schuift in het voordeel van olie, gas en zelfs steenkool is opmerkelijk. Ik ben benieuwd hoe de nieuwe versie van SFDR er uitziet. Nu de energieprijzen waarschijnlijk langere tijd hoog zullen blijven, liggen in de aandelen van deze bedrijven kansen voor beleggers.