Harry Geels: Draghi houdt eurozone in monetaire wurggreep

Harry Geels: Draghi houdt eurozone in monetaire wurggreep

Harry Geels

Door Harry Geels

Mario Draghi stelde recent dat de EU economisch zwakkere eurolanden zoals Italië langdurig fiscaal moet blijven stimuleren. Eurobonds zijn Draghi’s volgende ambitie. De politieke beslissing om Italië in de eurozone op te nemen, terwijl het land destijds niet aan euroregels voldeed en het eurosysteem niet volmaakt was, blijkt van steeds monumentalere omvang te zijn. De lessen die hieruit kunnen worden getrokken, zouden moeten worden opgeschreven.

‘Wijsheid bestaat in het voorzien van gevolgen’, zo luidde een quote van auteur en professor Norman Cousins. De beslissing om in 1998 Italië (en een paar jaar later ook Griekenland) bij de eurozone te betrekken, blijkt een beslissing te zijn geweest met grote gevolgen voor de eurozone in het algemeen en het monetaire beleid van de ECB in het bijzonder. Er zijn een aantal cruciale lessen te trekken.

Eerst even terug in de tijd

In 1992 werd in het Verdrag van Maastricht besloten tot de invoering van de euro. In 1997 werd het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) gesloten, waarin nadere afspraken werden gemaakt om de waardevastheid van de euro te garanderen. Zo werd afgesproken dat eurolanden geen groter begrotingstekort dan 3% zouden hebben en geen hogere staatsschuld dan 60% van het bpp. Per 1 januari 1999 werd de euro giraal ingevoerd  en per 1 januari 2002 ook chartaal.

In de jaren voor de introductie in 1999 zijn er veel discussies gevoerd over welke landen al dan niet zouden mogen toetreden tot de eurozone. Zo werd er in Nederland op 30 januari 1998 in de Tweede Kamer hevig gediscussieerd over de vraag of Italië wel tot de eurozone zou mogen toetreden, omdat het land niet voldeed aan de regels uit het SGP. Ook had Italië geen goede reputatie wat betreft overheidsfinanciën en monetair beleid.

Onderonsjes Duitsland en Frankrijk

Laten we ons geen illusies maken. De belangrijkste beslissingen in Europa zijn altijd door Duitsland en Frankrijk samen genomen. Zo was het ook met de invoering van de euro, waarvan Frankijk al jaren voorstander was. Het is een publiek geheim dat Frankrijk de euro als voorwaarde stelde voor de Europese goedkeuring aan de Duitse eenwording van 1990.

Frankrijk en Duitsland maakten een deal: Duitsland de eenwording en Frankrijk de euro. Door Duitsland in te bedden in een eurozone, kon de economische macht van het land gecontroleerd worden.

Ook de deelname van Italië (en Griekenland) aan de eurozone is vooral door een Franse lobby tot stand gekomen. Met deze landen in de eurozone zou namelijk de monetaire beleidsbalans omslaan van de stringente Duitse school naar een losser Zuid-Europees monetair beleid.

Nederland was hier niet bepaald blij mee. Nederland en Duitsland hadden veel rijkdom te danken aan de hardheid van de gulden en de Duitse mark. Maar ons land had weinig in te brengen. Wel mocht Nederland de eerste president van de ECB, in persoon van Wim Duisenberg, leveren, maar dan maximaal voor een halve ambtstermijn. Daarna zijn alleen nog maar ECB-presidenten benoemd uit de zuidelijke Europese landen. Vooral Mario Draghi heeft daarbij de toon gezet met een ultralos monetair beleid.

Ook nu nog is Nederland slechts een aanhangsel

Het zogenoemde Recovery and Resilience Facility, ook wel bekend onder de naam ‘coronaherstelfonds’, komt volledig uit de koker van Duitsland en Frankrijk. Het werd in aanloop van de inmiddels beruchte buitengewone vergadering van de Europese Raad van juli 2020 in een gezamenlijke videoconferentie – als een soort voldongen feit – gepresenteerd, Emmanuel Macron vanuit Parijs met de Franse, Duitse en EU-vlag achter zich en Angela Merkel vanuit Berlijn met diezelfde vlaggen op de achtergrond.

Onze regering was niet van te voren geïnformeerd over het programma, dat later door de Europese Commissie NextGenerationEU werd genoemd. Het herstelfonds heeft een omvang van 750 miljard euro, waarvan 390 miljard uit subsidies voor lidstaten zal bestaan en 360 miljard uit leningen. Mark Rutte moest het regeerakkoord en zijn verkiezingsbeloften verbreken om hier mee akkoord te gaan, onder andere dat de EU geen schuldengemeenschap mag worden (artikel 4.4.).

De redding van Italië

Het plan werd gepresenteerd als herstelfonds voor de schade van de ‘lockdowns’, maar dat was het, voor een groot deel, eigenlijk niet. Italië krijgt het leeuwendeel uit het fonds (€ 209 miljard, ofwel 28%). Volgens Elsevier Weekblad zouden een aantal zakenbanken – met Mario Draghi op de achtergrond – Merkel en Macron voor het blok hebben gezet. De financiële markten zouden stoppen met het opkopen van staatsleningen als Italië niet snel financieel geholpen zou worden.

Italië dreigde aldus, vanwege een schuld die eind dit jaar rond de 200% van het BBP zal bedragen, failliet te gaan, wat tot een schok in de financiële markten zou leiden. Daarbij is de redding van Italië feitelijk ook een redding van de (Italiaanse) banken. Ze zitten namelijk volgeladen met Italiaanse staatsleningen.

‘One size does not fit all’

Dé grote weeffout in het eurosysteem kan worden samengevat als ‘one size does not fit all’. De euro is, als gemene deler van de economie van de eurozone, voor economisch goed draaiende landen als Nederland en Duitsland te goedkoop en voor slechter draaiende economieën als Italië te duur. Gevolg: een economisch steeds maar verder divergerende eurozone.

Eén depositotarief voor de eurozone is ook problematisch. Het tarief wordt afgestemd op Italië, anders valt het door het putje, terwijl landen als Nederland en Duitsland vanwege relatief hoge economische groei en huizenmarktbubbels juist een veel hogere rente verdienen en nodig hebben. Aldus betalen spaarders, gepensioneerden en huurders de eurocrisis.

Oplossingen zijn er gelukkig, zoals ook hier toegelicht. Het was bijvoorbeeld beter geweest als Nederland, net als Noorwegen, Zweden en Denemarken, niet aan een euro samen met Italië (en Griekenland) had meegedaan. Terzijde, de drie Scandinavische landen stemden met een referendum tegen de euro, waarbij het opvallend was dat de vrouwen eurosceptischer waren dan de mannen.

Draghi is rupsje nooit genoeg

Vorige week liet Mario Draghi, inmiddels minister-president van Italië, weten dat de EU ook na de bestedingen uit het coronaherstelfonds langdurig door moet gaan met fiscaal stimuleren. Het is blijkbaar nooit genoeg. Zijn stem is belangrijk, want hij heeft een machtsmiddel: als Italië valt, valt de euro.

En wat staat ons na verdere verruimingen nog te wachten? Draghi is aanhanger van eurobonds. Logisch, want zo worden de schulden in de eurozone uitgesmeerd over alle belastingbetalers. Ook is bekend dat Italië voorstander is van het wegstrepen van schulden via de balans van de ECB.

De meeste beleggers zullen het niet erg vinden. Voor hen is Draghi ‘Super Mario’. Tot de wal het geldschip keert.

Dit artikel bevat een opinie van Harry Geels