Pim Rank: Coronacrisis en koersdaling - beleggersbescherming versus belastingregels?

Pim Rank: Coronacrisis en koersdaling - beleggersbescherming versus belastingregels?

Pim Rank

De overheid heeft een breed pakket aan maatregelen afgekondigd om allerlei partijen te ondersteunen tijdens de coronacrisis. Beleggers lijken daarbij een vergeten groep. Wijziging of niet-toepassing van de peildatum voor box-3 kan helpen om financiële problemen te voorkomen.

Naar aanleiding van de uitbraak van het coronavirus en de daaropvolgende lockdown heeft de overheid allerlei nieuwe regelingen geïntroduceerd en bestaande regelingen uitgebreid om ondernemers, en via deze ondernemers ook werknemers, te ondersteunen. Deze regelingen zijn onder te verdelen in financiële tegemoetkomingen, financieringsregelingen en belastingmaatregelen. Al deze maatregelen zijn gericht op het behoud van banen en het voorkomen van onnodige faillissementen.

Op het gebied van de financiële tegemoetkomingen is de meest spraakmakende maatregel de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Op grond van deze maatregel kunnen ondernemers met personeel, die ten minste 20% minder omzet hebben, voor drie maanden een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen. Daarnaast is er de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO). Op basis van deze regeling kunnen zelfstandigen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op inkomensondersteuning. Dan is er ook nog de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren Covid-19 (TOGS). Via deze regeling kunnen ondernemers in sectoren die direct getroffen zijn door de overheidsmaatregelen, een eenmalige uitkering van € 4.000 tegemoet zien. Verder zijn er nog verschillende sectorspecifieke maatregelen, onder meer voor de land- en tuinbouw, lokale en regionale media en de culturele sector.

In de sfeer van financieringsregelingen springen vooral de garantieregelingen eruit. Te noemen is in dit verband allereerst de regeling Borgstelling MKB-kredieten Corona (BMKB-C). Door deze regeling staat het Ministerie van Economische Zaken voor een deel garant voor MKB-bedrijven die een lening bij een bank willen opnemen. Voor grote ondernemingen voorziet de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) in een vergelijkbare faciliteit. In aanvulling hierop werkt het Ministerie van Financiën met de kredietverzekeraars op dit moment aan een herverzekering voor kortlopende kredietverzekeringen. De voorwaarden voor exportkredietverzekeringen zijn tijdelijk verruimd. Verder biedt een aantal banken gezonde bedrijven tijdelijk uitstel van betaling van rente en aflossing op hun leningen (payment holidays). De belastingdienst heeft vergelijkbare concessies gedaan aan ondernemers.

Bij al deze maatregelen lijken beleggers helaas een vergeten groep. Als zij al genoemd worden door de politiek, dan is dat vooral in negatieve zin. Het gaat dan altijd over aandeelhouders die zich enorme dividenden zouden hebben laten uitbetalen en de rekening voor de loonkosten van het bedrijf zouden neerleggen bij de overheid. Ongetwijfeld is dit in bepaalde gevallen aan de orde. Er is echter ook nog een andere werkelijkheid. Dat is de werkelijkheid van de (particuliere) belegger, de belegger die voor zijn levensonderhoud of voor zijn pensioen afhankelijk is van zijn beleggingen. Deze belegger heeft als gevolg van de coronacrisis een enorm koersdaling voor zijn kiezen gekregen en zal dit jaar ook geen dividend meer ontvangen. Doordat voor het bepalen van de rendementsheffing over het box-3 vermogen de peildatum van 1 januari wordt gehanteerd, zal deze belegger over 2020 ook nog een aanslag IB kunnen verwachten, gebaseerd op de waarde van zijn effectenportefeuille op 1 januari 2020, terwijl die waarde half maart significant was afgenomen.

Als de koersen zich niet herstellen en de overheid (particuliere) beleggers op dit punt niet tegemoet komt – bijvoorbeeld door te schuiven met de peildatum of door middeling – dan worden deze beleggers tweemaal getroffen door de coronacrisis en valt te voorzien dat verschillende beleggers mede door de vermogensrendementsheffing in financiële problemen zullen komen. Dat moeten we onze kapitaalverschaffers niet willen aandoen.