Harry Geels: Snel dalende geboortecijfers geven economische hoofdbrekens

Harry Geels: Snel dalende geboortecijfers geven economische hoofdbrekens

Vooruitzichten Technologie Arbeidsmarkt
Harry Geels

Door Harry Geels

In de meeste ontwikkelde landen zijn de geboortecijfers tot diepterecords gezakt, wat economische uitdagingen en beleggingsdilemma’s met zich mee brengt. Waarom dalen die geboortecijfers zo hard? En wat betekent dat voor de belegger?

Vorige week bracht de Business Research Company een rapport uit over de IVF-industrie, een markt die de afgelopen jaren met meer dan 10% per jaar groeide en naar verwachting tot en met 2028 nog eens met gemiddeld afgerond 10% per jaar gaat groeien. Het werd gebracht als een interessante groeimarkt, een beleggingskans, maar kijkend naar de oorzaken achter deze groei, is er ook een keerzijde van de medaille. De groei is een saillant teken van de huidige tijd.

Eén van de redenen voor de groei van de IVF-industrie is de teruglopende fysieke vruchtbaarheid. Laten we hiervoor eerst vijf hypothesen op een rijtje zetten om vervolgens te kijken wat deze voor economische impact hebben en tot slot of de belegger ervan kan ‘profiteren’. Uit Figuur 1 kan in ieder geval worden afgeleid dat in de VS de vruchtbaarheid op een laagterecord staat: per vrouw worden nog maar 1,6 kinderen geboren. In Nederland zitten we zo rond 1,5, Italië en Spanje zitten zelfs rond de 1,2.

Figuur 1 – Vruchtbaarheid VS op diepterecord, per ultimo 2023

14052024 - Harry Geels - Figuur 1

Bron: Charlie Bilello

Vijf hypothesen voor teruglopende vruchtbaarheid

Er ligt een complex aan oorzaken achter de dalende geboortecijfers, waarvan een aantal best wel schokkend zijn. Ten eerste dat wij als mensen fysiek minder vruchtbaar worden, wat vooral zichtbaar is bij mannen. Het gemiddeld aantal spermacellen per ml sperma is de afgelopen decennia sterk afgenomen. Het is meer dan gehalveerd in de afgelopen vijftig jaar, met een versnelling sinds het begin van het millennium. Daarvoor zijn ook weer verschillende hypothesen ontwikkeld, zoals milieuvervuiling, roken en slechtere eetgewoontes.

Interessant is ook de gemiddelde afname van testosteron in de man. Mannen zijn niet meer de man die hun vader was. Vruchtbaarheid en testosteron zijn deels aan elkaar gerelateerd. De andere vier hypothesen voor dalende geboortecijfers zijn minder fysiek van aard. Zo wordt er tegenwoordig minder waarde gehecht aan het krijgen van kinderen dan vroeger. Omdat het economisch minder nodig is: vroeger waren kinderen een latere inkomstenbron voor de ouders (tweede hypothese). En omdat we andere zaken belangrijker zijn gaan vinden (derde hypothese). Zie Figuur 2.

Figuur 2 – Wat we belangrijk vinden

14052024 - Harry Geels - Figuur 2

Bron: De Wall Street Journal

Een vierde hypothese is dat we de laatste decennia lossere en andere relatievormen zijn gaan omarmen. Daar passen niet altijd kinderen bij. De vijfde hypothese is meer filosofisch. Bij veel diersoorten zien we dat de voortplanting afneemt als de omgevingsfactoren minder gunstig worden. Zo schieten diverse vissoorten minder kuit als het water vervuild raakt. Iets vergelijkbaars zou ook voor mensen kunnen gelden.

Economische hoofdbrekens

De huidige geboortecijfers in de ontwikkelde landen zijn te laag om een natuurlijke bevolkingsgroei in stand te houden. Daarvoor is namelijk 2.1 kind per gezin nodig en daar zitten we nu ruim onder. Dat de meeste ontwikkelde landen nog bevolkingsgroei laten zien, is te danken aan immigratie. Het is wellicht niet voor iedereen een fijne boodschap, maar we hebben immigratie nodig, tenminste om de relatief steeds grotere groep ouderen te kunnen blijven verzorgen en economische groei in stand te houden. En die groei is weer nodig om de enorme schuldenberg te kunnen betalen.

Zoals eerder betoogd neemt de groei van de overheid (in uitgaven en aantal ambtenaren) in de meeste landen toe. Om dat te kunnen financieren is bevolkings- en economische groei nodig (beide zijn gecorreleerd aan elkaar). Een tweede hoofdbreken is er voor de arbeidsmarkt. Er is nu al een tekort aan jonge talenten. Bedrijven vechten om ze, wat we terugzien in de gemiddelde salarissen van de Gen Z-generatie, die boven die van andere generaties liggen (zie Figuur 3). Gen Z doet ook graag aan jobhopping om nog hogere salarissen te krijgen.

Figuur 3 – Mediane inkomens VS, per generatie per leeftijd, x $1000

14052024 - Harry Geels - Figuur 3
Bron: The Economist

Wat moet de belegger dan?

AI en robotisering kunnen de lang verwachte oplossing zijn voor de steeds ongunstiger wordende vorm van de bevolkingspiramide. Er zijn nog wel vraagtekens. Zo hebben we bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de PC en internet weliswaar een hogere output per medewerker gezien, maar in de technologiesector zijn zoveel banen gecreëerd, dat er waarschijnlijk geen verlichting van de krapte op de arbeidsmarkt in zijn geheel heeft plaatsgevonden. Verder betekent een toekomst met meer AI en robotisering dat er in bepaalde delen van de economie minder en in andere juist meer menselijke interactie zal plaatsvinden.

De ‘best bet’ om ons voor te bereiden op de verandering van de beroepsbevolking is dus in eerste instantie te investeren in technologie. Eventueel kan ook belegd worden in de industrie die onze vruchtbaarheid verhoogt, al zal dat niet meer dan een nichebelegging zijn. Het eerder genoemde rapport van Business Research Company bevat hiervoor een aantal beleggingssuggesties.

PS: Vlak na het schrijven van mijn column plaatste de Wall Street Journal ook een groot verhaal over dit onderwerp, onder de titel ‘Suddenly There Aren’t Enough Babies. The Whole World Is Alarmed’, met een interessante grafiek die de vruchtbaarheid van de wereld toont.

Figuur 4 Vruchtbaarheid wereld

14052024 - Harry Geels - Figuur 4

Bron: Wall Street Journal

 

  

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels