Joeri de Wilde: De verborgen scheuren in de economie

Joeri de Wilde: De verborgen scheuren in de economie

Door Joeri de Wilde, Senior Econoom bij Triodos Investment Management

De economische groei en beursstijging van 2025 wekken de indruk dat de wereldeconomie veerkrachtig is. Maar onder dit ogenschijnlijke succes lopen scheuren die langetermijnbeleggers niet mogen negeren.

‘Het had veel erger kunnen zijn.’ Die wat belegen constatering domineert menig economische terugblik op 2025. Ondanks oorlogen, geopolitieke spanningen en politieke onzekerheid groeide de wereldeconomie met ruim 3 procent en bereikten aandelenmarkten nieuwe records. Vanuit rendementsperspectief lijkt dat te wijzen op robuustheid.

Toch wringt het. Achter de ogenschijnlijke veerkracht schuilt een spanning die niet zichtbaar is in de cijfers, maar wél bepalend voor de economie en financiële markten, zeker op de wat langere termijn.

Fragmentatie onder de oppervlakte
De nieuwe ‘Geopolitical Mood Index’ van de Financial Times maakt een deel van die spanning zichtbaar. Een analyse van decennia aan nieuwsberichten laat twee structurele breukmomenten zien: na 2001, in de nasleep van 11 september, en vanaf 2018 tijdens de eerste termijn van Donald Trump. In die laatste periode namen handelsbarrières toe en werden multilaterale instituties openlijk ondermijnd, wat het internationale vertrouwen blijvend aantastte. Het afgelopen jaar is deze tweede fase niet gekeerd, maar verdiept. Met Trump die opnieuw de mondiale orde ontregelde, bleef geopolitieke onzekerheid een structurele factor.

Onderzoek van Allianz Research laat zien hoe deze onzekerheid zich vertaalt naar economische realiteit. Hoewel het wereldhandelsvolume dit jaar nog groeide, verschuift de samenstelling ervan snel. Sinds 2022 neemt de handel tussen geopolitiek gelijkgestemde landen toe, terwijl handelsstromen tussen geopolitieke tegenpolen juist afnemen. Deze friendshoring-dynamiek zorgt voor een wereld die uiteenvalt in rivaliserende handelsblokken. Er is daarmee minder blootstelling aan vijandige regimes, maar deze fragmentatie gaat ten koste van efficiëntie, schaalvoordelen en productiviteitsgroei.

Voor langetermijnbeleggers betekent dit een structureel lager economisch groeipotentieel, Bovendien belemmert de geopolitieke fragmentatie internationale samenwerking op cruciale dossiers zoals het klimaat. Hoe minder samenwerking, hoe kleiner de kans dat de mondiale opwarming beperkt blijft tot 2 graden, en hoe groter de klimaatrisico’s voor beleggers.

Ongelijkheid als systeemrisico
Het recent verschenen ‘World Inequality Report’ onthult een tweede, minstens zo relevante spanning: toenemende vermogensconcentratie. Sinds de jaren negentig is het vermogen van de rijksten der aarde jaarlijks met circa 8 procent gegroeid, bijna twee keer zo snel als dat van de onderste helft van de bevolking.

Langetermijnbeleggers zouden dit niet enkel als moreel verdelingsvraagstuk moeten zien, maar zeker ook als een systeemrisico. In de Verenigde Staten is inmiddels bijna de helft van de totale consumptie toe te schrijven aan de 10 procent best verdienende huishoudens, het hoogste aandeel sinds het begin van de metingen in 1989. De economische groei komt dus steeds meer voort uit een kleine groep rijke consumenten. Dat vertaalt zich in groeiende maatschappelijke onvrede en oprukkend populisme, waardoor de democratische rechtsstaat onder druk komt te staan.

De vermogensconcentratie gaat bovendien samen met een toenemende machtsconcentratie bij een klein aantal dominante techbedrijven. De politieke invloed van techbro’s als Elon Musk en Mark Zuckerberg groeit, met deregulering en verdere druk op de democratische rechtsstaat tot gevolg.

Voor financiële markten is dit problematisch. Goed functionerende markten kunnen niet zonder een aantal essentiële randvoorwaarden: een leefbare planeet, enige vorm van sociale cohesie, en onafhankelijke instituties. Wanneer deze voorwaarden worden uitgehold, neemt het langetermijnrisico voor beleggers toe.

Europese tegenkracht
Tegen deze achtergrond is het hoopvol dat een deel van de Europese institutionele beleggers deze onderliggende spanningen herkent en zich nadrukkelijker richt op duurzaam beleggen. Zo beëindigden twee grote Nederlandse pensioenfondsen dit jaar hun mandaten bij BlackRock vanwege zorgen over afzwakkende duurzaamheidsambities bij deze Amerikaanse vermogensbeheerder. Dit wijst op een groeiend besef dat langetermijnrisico’s zoals klimaatverandering en sociale instabiliteit niet verdwijnen door ze te negeren, maar juist groter worden.

Precies daar ligt het handelingsperspectief voor langetermijnbeleggers in 2026. Wie de onderliggende spanningen tijdig herkent en serieus neemt, komt niet voor verrassingen te staan, en kan actief bijdragen aan het behoud van de essentiële randvoorwaarden voor financiële markten.