Joeri de Wilde: Duurzaamheidsspecialisten op de Zuidas moeten meer herrie maken

Door Joeri de Wilde, Senior Econoom bij Triodos Investment Management
De grote vermogensbeheerders en consultancybureaus presenteren zich graag als neutrale uitvoerders en objectieve experts. In werkelijkheid zijn het almachtige spelers die de duurzaamheidstransitie moedwillig afremmen. Hoogste tijd dat hun eigen duurzaamheidsspecialisten zich roeren.
Onlangs sprak ik met een duurzaamheidsspecialist van een van ’s werelds grootste vermogensbeheerders. Hij wilde eens van gedachten wisselen na een kritische column over zijn werkgever. Het was een open gesprek waarin we het grotendeels eens waren over de noodzaak van een snelle transitie naar een duurzaam economisch systeem. Minder eens waren we het over de rol die vermogensbeheerders daarin zelf (zouden moeten) spelen.
Vermogensbeheer en consultancy bepalen ongezien de koers
Volgens de duurzaamheidsspecialist ligt de bal vooral bij overheden en bij de uiteindelijke beleggers (asset owners). Ja, Amerikaanse reuzen als BlackRock, Vanguard en State Street zijn de grootste aandeelhouders bij bijna 90% procent van de bedrijven in de S&P 500 en bij meer dan de helft van de AEX-bedrijven. Maar het is nog steeds de klant die beslist waar het geld naartoe gaat. Beheerders kunnen enkel voldoende duurzame beleggingsmogelijkheden aanbieden.
Maar dat is echt te kort door de bocht, zo stelde ik, want het leeuwendeel van de klanten delegeert zijn aandeelhoudersmacht aan de beheerder, of krijgt überhaupt geen toegang tot stemrecht. Hierdoor zijn de interne richtlijnen van de vermogensbeheerders bepalend voor de koers van het bedrijfsleven. En deze richtlijnen zijn voornamelijk gericht op het vertragen van de duurzaamheidstransitie, want sociale of ecologische voorstellen krijgen zelden steun.
Die onzichtbare macht concentreert zich niet alleen bij vermogensbeheerders. Ook de grote consultancybureaus draaien aan de knoppen van de economie, en zijn zeker niet de objectieve makelaars in expertise die ze beweren te zijn. Economen Mariana Mazzucato en Rosie Collington laten overtuigend zien hoe deze bureaus, via advies en gedelegeerde managementfuncties, diep ingrijpen in de koers van bedrijven en overheden. Ook zij remmen verduurzaming bewust af, want hun verdienmodel leunt nog altijd sterk op vervuilende sectoren.
De top heeft geen idealen
Toch lijken de idealen van mijn gesprekspartner oprecht. En hij staat niet alleen: In 2021 riepen ruim duizend McKinsey-consultants in een spaarzame uitgelekte uiting van onvrede hun werkgever op om inzicht te geven in de CO₂-uitstoot van hun klanten. “Onze positieve impact op andere gebieden zal niets betekenen als we niet voorkomen dat onze klanten de aarde onherroepelijk veranderen,” schreven ze. Een moedige oproep, maar zonder vervolg.
Bovendien waait er sindsdien een gure anti-ESG-wind vanuit de VS, die de top van vermogensbeheer en consultancy verder de verkeerde kant op blaast. Onvermijdelijk, aldus de duurzaamheidsspecialist, met oog op de juridische risico’s. Maar na hun eerdere grote woorden over duurzaamheid zou op zijn minst verwachten dat de topbestuurders publiekelijk verzet aantekenen. Maar de stilte is oorverdovend.
Duurzaamheidsspecialisten laat u horen
Juist daarom is het nu tijd dat duurzaamheidsspecialisten zich laten horen. Vaak rechtvaardigen ze hun keuze om bij zulke bedrijven te werken met het argument dat je het systeem het beste van binnenuit kunt veranderen. Maar die belofte is leeg als er niets verandert. Dan reikt hun rol niet verder dan het greenwashen van de bedrijfsactiviteiten, en kunnen ze beter weer vertrekken.
Natuurlijk, het is niet makkelijk om binnen hiërarchische, conservatieve organisaties een luis in de pels te zijn. Maar dat is nu eenmaal de kern van morele moed: handelen wanneer het niet handig is. Bovendien gaat het hier doorgaans niet om naïeve twintigers die vanuit hun studie direct in de comfortabele “bermudadriehoek van talent” verdwijnen, maar om duurzaamheidsprofessionals die bewust overstapten naar de dark side. Van hen mogen we meer verwachten.
Dus omarm het activisme, door intern niet weg te duiken en niet te fluisteren tijdens vergaderingen, en extern niet de standpunten van de werkgever te vergoelijken. De samenleving heeft recht op luidere, assertievere duurzaamheidsspecialisten op de Zuidas.