Han Dieperink: Alles is energie

Han Dieperink: Alles is energie

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

In de wirwar van financiële markten en investeringsstrategieën zoeken we voortdurend naar houvast. We willen graag de waarde weten om beleggingskeuzes te kunnen maken. We kennen immers wel de prijs van alles, maar het bepalen van de waarde is nog niet zo eenvoudig. Daarom categoriseren we activa. Zo maken we een onderscheid tussen 'productief' en 'speculatief', tussen 'traditioneel' en 'digitaal'. Maar wat als deze indeling fundamenteel tekortschiet? Wat als we door een energetische lens naar waarde moeten kijken om een nieuwe dimensie van activa te begrijpen?

Traditioneel onderscheiden beleggers twee soorten activa. Enerzijds hebben we productieve activa - aandelen, obligaties, vastgoed - waarvan de waarde voortkomt uit hun vermogen om kasstromen te genereren. Een aandeel is waardevol omdat het bedrijf erachter winst maakt en dividenden uitkeert. Een huurpand heeft waarde omdat het maandelijks huurinkomsten oplevert. Deze activa lossen schaarste op door productie mogelijk te maken.

Anderzijds bestaan er activa die puur vanwege hun schaarste waardevol zijn. Goud produceert geen dividend, Bitcoin genereert geen kasstroom. Hun waarde hangt af van wat anderen bereid zijn ervoor te betalen - de beruchte 'Greater Fool' theorie. Dit maakt waardering complex en ogenschijnlijk irrationeel. Wie investeert in goud, investeert in angst voor inflatie, oorlog of systeemcrisis. Maar hoe waardeer je angst?

Einstein: alles is energie

De quantumfysica en Einstein's relativiteitstheorie hebben ons een fundamenteel inzicht gegeven: massa en energie zijn uitwisselbaar. E=mc² is niet alleen een formule, maar een beschrijving van de werkelijkheid. Alles wat we als 'materie' ervaren, is geconcentreerde energie. Die goudstaaf in de kluis? Een complexe dans van energiepatronen. Die Bitcoin in je digitale portemonnee? Informatie die is georganiseerd door energieverbruik.

Op subatomair niveau bestaan er geen vaste deeltjes, alleen energievelden die op specifieke frequenties trillen. Het goud dat we zo tastbaar vinden, is niets anders dan 79 protonen per atoomkern - een specifieke configuratie van energie die we hebben leren herkennen als waardevol.

Dit natuurkundige principe biedt een interessant denkmodel voor het begrijpen van waarde, ook al bepalen veel andere factoren zoals nuttigheid, schaarste en marktpsychologie uiteindelijk de economische waarde.

Goud: duizenden jaren menselijke energie

Wanneer we een goudmunt vasthouden, houden we eigenlijk duizenden jaren menselijke arbeid vast. Elke gram vertegenwoordigt een enorme hoeveelheid 'levensenergie': mijnwerkers die in donkere schachten werkten, geologen die naar aderen zochten, ingenieurs die machines ontwikkelden, transporteurs die het metaal naar de oppervlakte brachten.

Deze menselijke arbeid werd letterlijk omgezet in energie. De machines die het goud opgroeven, werkten op elektriciteit of fossiele brandstoffen. De vrachtwagens die het transporteerden, verbrandden diesel. Zelfs de menselijke spieren die de pikhouwelen hanteerden, zetten chemische energie uit voedsel om in mechanische arbeid. Vanuit dit perspectief is goud gestolde energie - menselijke energie die is omgezet in een duurzame vorm.

Dit helpt verklaren waarom goud door alle culturen en eeuwen heen als waardevol werd beschouwd. Het was niet alleen mooi of schaars, het vertegenwoordigde ook daadwerkelijk de energie die erin was geïnvesteerd. Het was een manier om arbeid op te slaan en over tijd te bewaren.

Bitcoin: energie in digitale vorm

Bitcoin maakt dit energieprincipe nog explicieter. Waar bij goud de energiekosten verborgen zitten in de complexe winning- en verwerkingsprocessen, staat bij bitcoin de energie centraal. Het 'minen' van bitcoin is letterlijk het omzetten van elektrische energie in digitale veiligheid. Elke bitcoin die ontstaat, is het directe resultaat van kilowatturen die zijn 'verbrand' om cryptografische puzzels op te lossen.

De veelgehoorde kritiek op bitcoin's energieverbruik mist vanuit dit perspectief een deel van het verhaal. Het energieverbruik is geen ongewenst bijeffect, maar is de manier waarop waarde wordt gecreëerd, veiliggesteld, en gedistribueerd over een netwerk zonder centrale autoriteit. Tegelijkertijd blijven vragen over duurzaamheid en efficiëntie ten opzichte van andere systemen wel degelijk relevant.

Net zoals bij goud speelt de hoeveelheid energie die nodig is om bitcoin te 'maken' een rol in de waardebepaling. Het systeem past zich automatisch aan: wordt bitcoin waardevoller, dan stijgt de energieinzet. Daalt de prijs, dan wordt mining minder winstgevend en daalt het energieverbruik. Het is een zelfregulerende energiemarkt.

Geen fundamenteel verschil tussen goud en bitcoin

Het onderscheid tussen 'digitaal' en 'fysiek' vervaagt wanneer we door een energetische lens kijken. Goud bestaat uit atomen die voor 99,9% uit lege ruimte bestaan, omgeven door energievelden. Bitcoin bestaat uit informatie, die ook niets anders is dan georganiseerde energie in digitale vorm.

Beide hebben hun waarde mede doordat ze energie representeren die is geïnvesteerd in hun creatie. Beide fungeren als een technologie voor het opslaan van waarde over tijd en ruimte. Goud doet dit door menselijke arbeid vast te leggen in een fysieke vorm die millennia meegaat. Bitcoin doet dit door energie om te zetten in digitale schaarste die mathematisch wordt gegarandeerd.

Dit energetische perspectief biedt een aanvullend kader voor waardering. In plaats van alleen te vragen 'wat is de Greater Fool bereid te betalen?', kunnen we ook vragen: 'hoeveel energie is er geïnvesteerd in deze asset?' Voor goud betekent dit de cumulatieve energie van eeuwen mijnbouw, verwerking en opslag. Voor bitcoin is het de directe elektrische energie die is gebruikt voor mining en netwerkbeveiliging.

Deze benadering helpt ook verklaren waarom beide activa historisch gezien goed bestand zijn tegen inflatie. Wanneer geld wordt gedevalueerd door overheidsuitgaven of monetaire expansie, blijft de energetische basis van goud en bitcoin relatief stabiel. Ze zijn geen claim op toekomstige kasstromen die kunnen worden weggeïnfleerd, maar vertegenwoordigen energie die al is geïnvesteerd.

Toekomstperspectief en beperkingen

Wanneer we dit energetische model toepassen, verandert ons perspectief op investeringen. Goud en bitcoin zijn vanuit dit oogpunt niet zozeer concurrenten, maar verschillende oplossingen voor hetzelfde probleem: hoe bewaar je de waarde van geïnvesteerde energie voor de toekomst?

In een wereld van stijgende energieprijzen en toenemende schaarste wordt deze lens interessanter. Tegelijkertijd heeft het model zijn beperkingen. Goud zou theoretisch kwetsbaarder kunnen worden als nieuwe technologieën zoals geavanceerde kernfusie ooit goedkope synthese mogelijk maken - hoewel dit nog ver in de toekomst ligt en zeer speculatief is.

Einstein leerde ons dat energie nooit verloren gaat - het verandert alleen van vorm. De energie die onze voorouders in goudmijnen staken, is in zekere zin nog steeds aanwezig in elke goudstaaf. De energie die vandaag in bitcoin-mining wordt gestopt, zal morgen nog steeds waarde vertegenwoordigen in het netwerk.

Maar productieve activa hebben hun eigen dynamiek: zij kunnen energie efficiënter gaan produceren of benutten, wat de relatieve waarde van 'opgeslagen energie' kan beïnvloeden. Energie is dan wel eeuwig, maar de economische waarde ervan is dat niet altijd.

Dit energetische perspectief biedt daarom geen complete theorie van waarde, maar wel een verhelderend denkmodel dat ons kan helpen de overeenkomsten tussen schijnbaar verschillende activa te begrijpen.