Invesco: De economie van de VS is als een haas en de Duitse als een schildpad

Invesco: De economie van de VS is als een haas en de Duitse als een schildpad

Vooruitzichten
start race wedstrijd (Pixabay, Pexels).jpg

De VS deed het economisch beter dan Duitsland sinds 2019, grotendeels door overheidsschuld en dalende spaarquote. De VS is echter niet goed gepositioneerd om toekomstige groei te stimuleren of om schokken op te vangen.

‘Waarom heeft de Duitse economie het moeilijk, terwijl die van de Verenigde Staten alsmaar doorstoomt?’, vraagt Invesco zich vandaag af. ‘De Amerikaanse economie heeft sinds de pandemie beter gepresteerd dankzij de stijgende overheidsschuld en dalende spaarquote. De economie van de VS is als een haas en de Duitse als een schildpad.’

‘De bbp-gegevens laten zien dat Duitsland het moeilijk heeft (-0,1% in 2023).  Het Amerikaanse bbp groeide met 3,1% in 2023 ten opzichte van 2022. Geen wonder dat de rente op Duitse 10-jaars staatsobligaties (2,40%) 2 procentpunt lager ligt dan die van de VS (4,40%[1]).

Het biedt ook een verklaring voor de mindere prestatie van Duitse aandelen (+15,9%[2]) vergeleken met de Amerikaanse aandelen (+25%) in 2023. Een groot deel van dit verschil is volgens Jackson echter te wijten aan de impact van AI-aandelen op Amerikaanse indices. Sinds het begin van dit jaar is het verschil flink afgenomen, met een groei van 7,5% van Duitse aandelen en 9,0% voor Amerikaanse.

Maar recente cijfers suggereren dat de kloof blijft bestaan. Zo was het Amerikaanse werkgelegenheidsrapport van maart opnieuw sterker dan verwacht, met een stijging van 303k in niet-agrarische loonlijsten (een maandelijks gemiddelde van 276k in het eerste kwartaal van 2024, tegenover 212k in het laatste kwartaal van 2023). Ook de ISM-enquête over de verwerkende industrie verbeterde in maart tot 50,3 (was 47,8), terwijl de Duitse PMI voor de verwerkende industrie in maart naar een magere 41,9 daalde.

De VS presteerde in het verleden lang niet altijd beter dan Duitsland. De reële bbp-groei in de VS was in de twintig jaar tot 2019 dan wel aanzienlijk hoger dan in Duitsland  (52,8% versus 31,0%), maar er was vrijwel geen verschil gemeten per hoofd van de bevolking (29,1% versus 28,4%). Op de lange termijn is de economische kracht van de VS, ten opzichte van Duitsland, te wijten aan de demografie: in die twee decennia voegde de bevolkingsgroei ongeveer 0,9% toe aan de jaarlijkse bbp-groei van de VS vergeleken met slechts 0,1% in Duitsland.

De consumentenbestedingen daalde sinds 2019 met 2% in Duitsland terwijl ze in de VS met 6,7% stegen. Volgens Jackson valt dit verschil te verklaren door twee dingen; het reële netto beschikbare inkomen per huishouden daalde in Duitsland (-0.8) en steeg in de VS (6,5%). En de spaarquote in Duitsland steeg van 10,8% naar 11,7%, terwijl hij in de VS daalde van 7,6% naar 4,4%. Het inkomen van de Amerikaanse huishoudens groeide niet alleen, er werd ook meer besteed.

Om dit verschil in spaar- en uitgavegedrag te verklaren, wijst Jackson naar het overheidsbeleid. De Duitse overheid probeerde in 2020 de geldstromen van huishoudens te beschermen, maar dat werd in 2021 weer ongedaan gemaakt. De Amerikaanse overheid ging hier veel verder in door belastingkortingen te geven die veel reëel beschikbaar inkomen vrijmaakten.

In beide landen steeg de spaarquote in 2020, omdat consumenten tijdens de lockdown minder uitgaven. Maar de opbouw van spaaroverschotten in de VS was groter dan in Duitsland. De daaropvolgende uitputting ervan verklaart de groei van Amerikaanse consumentenbestedingen van de afgelopen jaren.

De VS heeft economisch beter gepresteerd dan Duitsland sinds 2019, maar dit kwam grotendeels door de overheidsschuld en de dalende spaarquote. Noch de Amerikaanse overheid, noch de huishoudens in de VS lijken goed gepositioneerd om toekomstige groei te stimuleren of om schokken op te vangen. De Duitse schildpad lacht uiteindelijk het laatst.’