Anne Kuijken (AF Advisors): Leiden strengere labels tot duurzamere beslissingen?

Anne Kuijken (AF Advisors): Leiden strengere labels tot duurzamere beslissingen?

Duurzaam beleggen Wet- en regelgeving

Door Anne Kuijken, Director Legal and Regulatory Solutions

De discussie over de houdbaarheid van de huidige SFDR-indeling is de laatste jaren steeds heviger geworden. De systematiek van artikel 6, 8 en 9 bood geen duidelijke ondergrens of uniforme definitie van duurzaamheid. Daardoor gaf het beleggers onvoldoende richting en zorgde het niet voor een aantoonbare verschuiving van kapitaal naar duurzame activiteiten.

Met de publicatie van SFDR 2.0 op 20 november 2025 stelt de Europese Commissie een volledige herinrichting voor. De bestaande classificatie verdwijnt en maakt plaats voor drie nieuwe productcategorieën: producten die bijdragen aan een transitiedoelstelling (nieuw Artikel 7), producten die duurzaamheidsfactoren integraal meenemen in het beleggingsproces (nieuw Artikel 8), en producten met een expliciete duurzaamheidsdoelstelling (nieuw Artikel 9).

Voor al deze categorieën geldt dezelfde harde ondergrens: minstens 70% van de portefeuille moet aantoonbaar in lijn zijn met het doel van de categorie. Daarnaast worden gestandaardiseerde uitsluitingen geïntroduceerd, gebaseerd op de Climate Transition Benchmarks en de Paris-Aligned Benchmarks. Het systeem wordt daarmee strenger, uniformer en inhoudelijk duidelijker.

Transitieproducten zijn complexer dan ze lijken

Ondanks de heldere opzet van de nieuwe categorieën is de praktische uitvoerbaarheid niet eenvoudig. Transitiefondsen vereisen stevig bewijs dat bedrijven daadwerkelijk hun uitstoot verlagen of hun bedrijfsmodel fundamenteel aanpassen. Engagement draagt volgens de nieuwe SFDR alleen bij aan de transitie wanneer de voortgang meetbaar is. Juist die meetbaarheid ontbreekt vaak.

Het gevolg is dat de nieuwe Artikel 7-categorie waarschijnlijk geen brede verzamelbak zal worden voor alles wat ‘transitie’ heet, maar slechts een relatief kleine groep producten omvatten die overtuigend kunnen aantonen dat de kern van hun portefeuille in beweging is.

Integratie van duurzaamheidsfactoren wordt concreter

De nieuwe Artikel 8-categorie betekent vermoedelijk de grootste herschikking in de markt. Waar nu een ESG-screening vaak al volstaat, vereist SFDR 2.0 een duidelijke en aantoonbare integratie van duurzaamheidsfactoren. Voor minstens 70% van de beleggingen moet onderbouwd worden hoe duurzaamheid materieel is meegenomen: via indicatoren, methodologie of aansluiting bij bedrijfsstrategieën. Dat vraagt voor veel huidige Artikel 8-producten om substantiële aanpassingen in de strategie, portefeuilleconstructie en rapportage.

Gerichte bijdrage aan duurzaamheidsdoelen

Het nieuwe Artikel 9 blijft het domein van producten met een expliciete duurzaamheidsdoelstelling, maar de eisen worden scherper. Daarnaast mag een product termen als ‘impact’ alleen voor de naamgeving gebruiken wanneer resultaten daadwerkelijk meetbaar zijn. Hierdoor ontstaat een duidelijk onderscheid tussen echte impactstrategieën en producten die vooral op hun groene profilering leunen.

Iets met vraag en aanbod

Het voorstel van de Europese Commissie adresseert een belangrijk tekort van de huidige systematiek, namelijk het gebrek aan ondergrenzen en eenduidigheid. Toch blijft de vraag of dit de beleggingskeuzes van institutionele beleggers wezenlijk verandert.

De praktijk van de afgelopen jaren biedt onvoldoende aanleiding voor optimisme. Ondanks de toegenomen transparantie zien we structurele uitstroom uit Artikel 9-producten, inclusief strategieën die aantoonbaar bijdragen aan maatschappelijke of ecologische doelen.

Deze trend lijkt vooral te worden gedreven door een andere focus van beleggers. In een context van geopolitieke onzekerheid en volatiele markten blijven rendement, kosten en trackrecord de dominante factoren. Een scherper label verandert dat beleggersgedrag niet fundamenteel.

Het voorstel zal waarschijnlijk wel leiden tot minder greenwashing en een overzichtelijker fondslandschap. Maar het risico bestaat dat de nieuwe categorieën vooral een compliance-oefening worden: classificeren, onderbouwen, uitsluitingen afvinken. Het maakt de markt ordelijker, maar niet noodzakelijk aantrekkelijker.

De kern blijft dat duurzame producten niet automatisch instroom aantrekken, zelfs niet wanneer deze producten aantoonbaar waarde creëren en globale beleggers systemische duurzaamheidsrisico’s moeten adresseren.

De ambitie van SFDR 2.0 is begrijpelijk en op onderdelen waardevol. Maar de echte transitie ligt minder in een nieuw classificatiesysteem en meer in een verandering in beleggersperspectief. De transitie naar een duurzame economie vraagt niet om nieuwe labels, maar om een fundamenteel andere kijk van beleggers op de waarde van duurzaamheid.