Frans Verhaar: Democratisering of retailisering private markets?

Frans Verhaar: Democratisering of retailisering private markets?

Private Markets

Door Frans Verhaar, Managing Director, Head of Contintental Europe at bfinance

Tien jaar geleden waren private markets nog het domein van pensioenfondsen, sovereign wealth funds en grote banken. Voor wealthmanagers waren private equity, private debt en infrastructuur vooral iets om van een afstand naar te kijken, niet om zelf toegang toe te krijgen.

Vandaag is dat beeld radicaal veranderd. Private markets zijn niet langer voorbehouden aan institutioneel kapitaal, maar dringen steeds verder door in de proposities richting vermogende particulieren en zelfs de ‘mass affluent’ doelgroep.

De hamvraag luidt daarom niet meer of vermogensbeheerders toegang kunnen bieden, maar hoe die toegang eruit moet zien – en voor wie.

Twee krachtenvelden

De huidige ontwikkeling wordt gestuurd door twee verschillende krachten die vaak door elkaar worden gehaald: democratisering en retailisering. Het onderscheid lijkt semantisch, maar is in de praktijk cruciaal.

  • Democratisering betekent het wegnemen van traditionele barrières, zoals hoge minimuminleg, ingewikkelde operationalisering en strikte regulering. Hierdoor wordt institutionele kwaliteit bereikbaar voor vermogende particulieren.
  • Retailisering draait daarentegen om het ontwikkelen van compleet nieuwe producten, specifiek ontworpen voor een breed retailpubliek. Denk aan fondsen met meer liquiditeit en eenvoudige structuren, vaak ten koste van rendement, kostenstructuur of robuustheid.

Met andere woorden: democratisering opent de deur naar bestaande institutionele strategieën, retailisering bouwt een nieuw huis – maar niet altijd met even stevig fundament.

De belofte van evergreen-structuren

Een belangrijk vehikel in deze ontwikkeling is de opkomst van evergreen-fondsen. Deze bieden doorlopende instapmogelijkheden, automatische herbelegging van distributies en periodieke liquiditeit. Voor vermogensbeheerders en hun cliënten klinkt dat als muziek in de oren: geen ingewikkelde capital calls meer, geen J-curve en een eenvoudiger integratie in de portefeuille.

Maar ook hier geldt: gemak heeft zijn prijs. Evergreen-structuren brengen risico’s met zich mee, zoals liquiditeitsmismatches, hoge cashbuffers die rendement uithollen (70–100 basispunten performance drag is geen uitzondering), beperkte track records en fee layering. Vooral de nieuwste generatie, die zelfs wekelijkse of dagelijkse liquiditeit belooft, roept de vraag op of de onderliggende illiquide beleggingen dat tempo wel kunnen bijbenen.

In private markets is méér liquiditeit niet per definitie beter.

Van toegang naar adoptie

Waar de eerste golf vooral draaide om toegang, is de huidige fase er een van adoptie. Vermogensbeheerders willen niet langer afhankelijk zijn van externe platforms, maar zelf architect zijn van hun private markets-propositie. Dat kan via samengestelde fondsenmenu's, eigen multi-managerstructuren of in samenwerking met gespecialiseerde B2B-partners. Het doel: een schaalbare en onderscheidende propositie die cliënten echt waarde biedt en de adviseur positioneert als trusted guide in plaats van als ‘fundraiser’.

De commerciële prikkel voor general partners (GP’s) om dit kanaal te bedienen is evident. Met wereldwijd meer dan 478 biljoen dollar aan vermogen – oplopend naar 629 biljoen in 2028 – en een afkoelende institutionele fundraisingmarkt is private wealth simpelweg te groot om te negeren.

De keerzijde van retailisering

Retailisering brengt innovatie, maar ook verleiding. Producten met te soepele liquiditeitsvoorwaarden of te aantrekkelijke marketingclaims dreigen de essentie van private markets te ondermijnen: illiquiditeit accepteren in ruil voor hogere verwachte rendementen en diversificatie.

Wie productbeschikbaarheid verwart met geschiktheid voor de portefeuille, loopt het risico het vertrouwen van cliënten te schaden. In een asset class waar het verschil tussen top- en bottom-quartile managers kan oplopen tot 1.000 basispunten, is de marge voor fouten groot.

Wat nu?

De vraag is dus niet meer toegang of geen toegang. Die strijd is gestreden. De vraag is: hoe selecteren we verstandig, hoe integreren we private markten in portefeuilles en hoe bewaken we de balans tussen innovatie en integriteit?

Voor wealth managers ligt er een kans om zich te onderscheiden door:

  • kritisch te selecteren tussen institutionele kwaliteit en marketinggedreven nieuwkomers.
  • bewust om te gaan met de trade-offs van evergreen-structuren.
  • maatwerk te bieden dat past binnen de bredere portefeuilleconstructie en risicohouding van de cliënt.

Democratisering heeft de drempel verlaagd, retailisering heeft de distributie verbreed. De volgende fase vraagt om oordeelsvermogen: het vermogen om in de ruis van productaanbod en marketinggeluid een duurzame, robuuste private markets-strategie voor cliënten te ontwerpen.

Want toegang is mooi, maar uiteindelijk gaat het om uitkomsten.