Harry Geels: Waarom het gevoel van geluk afneemt

Door Harry Geels
Een aantal weken geleden kwam het World Happiness Report (WHR) 2025 uit. Nederland staat op de vijfde plaats van gelukkigste landen. Hoewel de meting gebrekkig is, valt vooral één conclusie op: het gevoel van geluk kent een dalende trend. Waarom is dat? En wat is geluk eigenlijk?
Ieder jaar meet Gallup in 150 landen het geluk dat mensen ervaren op een schaal tussen 1 (‘slechtst mogelijke leven’) tot 10 (‘best mogelijke leven’). Het subjectieve ‘welzijn’ wordt vervolgens geclassificeerd en aangevuld met analyses, waarna een mooi rapport wordt gepubliceerd dat weer zijn weg vindt in allerlei media. Tot zover weinig aan de hand, zo lijkt het. Toch wringt er iets. Enerzijds omdat de meetmethodiek van Gallup gebrekkig lijkt, anderzijds omdat één opvallende trend, de afname van ons geluksgevoel, te weinig wordt geduid.
Gebrekkige meting
Er is best veel kritiek te geven op de methodiek om geluk te meten. Ten eerste omdat geluk een multidimensionaal begrip is. Ten tweede omdat er geen universele definitie van geluk bestaat. Problematisch aan Gallup’s meting is dat er slechts duizend mensen per land worden ondervraagd (wat statistisch gezien weinig zegt, vooral over grote landen met veel maatschappelijke diversiteit). Verder wordt er geen rekening gehouden met lokale verschillen, zoals de culturele neiging om eerder wel of niet sociaal geaccepteerde antwoorden te geven.
Verder ligt er een zware weging op economische factoren: bbp per hoofd, sociale ondersteuning, levensverwachting, vrijheid om eigen beslissingen te nemen, donaties aan goede doelen en de perceptie van corruptie. Om de ‘economische’ eenzijdigheid van de geluksmeting te compenseren, wordt in het WHR ook de zogeheten Benevolence gemeten. Deels met andere factoren, zoals de mate waarin vreemden worden geholpen en verloren portemonnees worden teruggebracht. Er blijkt trouwens een redelijk grote correlatie tussen geluk en benevolentie te zitten.
Afnemend geluksgevoel
Ondanks de mitsen en maren achter de meting toont het rapport een aantal interessante ontwikkelingen. Eén opvallende trend is het afnemend geluksgevoel ten opzichte van enkele decennia geleden, vooral in de VS (zie Figuur 1). In het WHR worden hiervoor grofweg twee mogelijke oorzakelijke verbanden gegeven, namelijk dat steeds meer mensen zich onttrekken uit het sociale leven (ze leven meer op zichzelf en/of in de digitale wereld) en dat mensen minder vertrouwen hebben in andere mensen en instituties (zie Figuur 2).
Figuur 1: Geluksbeleving in de VS en Europa (2006-23)
Figuur 2: Vertrouwen in anderen in de VS en Europa (2006-23)
Er wordt verder gesuggereerd dat het afnemende geluksgevoel samenhangt met het eveneens in het WHR waargenomen toenemende populisme (zowel ter linker- als ter rechterzijde van de politiek). Een maand geleden schreef ik een column getiteld Vijf oorzaken opkomst conservatief populisme, waarin ik ‘toevallig’ ook deze twee oorzaken aanhaal (Gallup, dank voor de nadere onderbouwing). In deze column benoem ik additioneel sociale media en internet. Deze faciliteren asociaal gedrag en de vaak negatief geïnterpreteerde vergelijking met anderen.
Geluk is een multidimensionaal begrip
Zoals gezegd, is geluk lastig te meten. Gallup heeft zijn eigen, per definitie gebrekkige meting gemaakt. Als we het aantal depressieve mensen, bijvoorbeeld gemeten naar de mate waarin anti-depressiva worden voorgeschreven, burn-outs of zelfmoorden meenemen, kunnen er andere uitkomsten zijn. Deze indicatoren zijn namelijk relatief hoog in veel ‘gelukkige’ landen. Het probleem zit hem vooral ook in het feit dat geluk niet goed universeel gedefinieerd is en iedereen een andere betekenis of definitie kan hebben of hanteren.
Het is niet voor niets dat de Griekse filosofen al een onderscheid maakten tussen hedonistische en eudaimonische vormen van geluk. De eerste zijn vluchtig (zoals eten, drank, drugs en seks), de tweede permanent (bijvoorbeeld onderdeel zijn van een groep of een roeping hebben). In My Little Book on the Philosophy of Life onderscheid ik zelfs zes vormen van geluk op basis van de zes lagen van de behoeftenpiramide van Maslow. Ook beweer ik dat geluk vooral een ‘mindset’ is. Als iemand zich bijvoorbeeld niet vergelijkt met anderen, kan hij of zij zich ook niet lelijk of arm voelen.
Samen eten
Ik was aangenaam verrast om in hoofdstuk 3 van het WHR te lezen dat ‘sharing meals with others’ geluk bevordert. Even afgezien van de eerdergenoemde meetproblemen lijkt dit in mijn geluksmodel een volkomen logische bevinding. Zoals Gallup het voorstelt (eten+anderen), worden er namelijk twee geluksvormen uit de Maslow-piramide bevredigd: de fysieke (eten) en de sociale (met anderen). Als dat dan ook nog gepaard kan gaan met een goed gesprek (bijvoorbeeld over een boek of film), in een veilige omgeving worden er nog meer geluksvormen bevredigd.
Figuur 3: Samen eten en de waardering van het leven in de wereld (2022-23)
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels