Andy Langenkamp: Europa als speeltuin voor of als spelmaker in de wereld

Andy Langenkamp: Europa als speeltuin voor of als spelmaker in de wereld

Andy Langenkamp (foto archief ECR Research)

Door Andy Langenkamp, Senior Political Analyst bij ECR Research
 
Verdrinkt het oude continent in zijn eigen verleden, of kan het hierop voortbouwen en overeind blijven tussen Amerika en China?

 
Europa probeert krampachtig om niet vermalen te worden tussen de geopolitieke, economische en militaire kaken van de Amerikaanse adelaar en de Chinese draak, die op hun beurt met elkaar in tweestrijd zijn. Slaagt Europa hierin, of is het gedoemd een schim van zijn verleden te zijn?
 
De Amerikanisering van de wereld zette de afgelopen decennia door, met op steeds meer straathoeken Amerikaanse burger- en koffieketens en Amerikaanse techreuzen als Apple, Google, Microsoft, Netflix, Amazon en Facebook die de dienst uitmaken in Europa. Daar zijn sinds kort Chinese reuzen bij gekomen, zoals Alibaba, Tencent en Huawei. Veelzeggend waren de reclames tijdens het EK-voetbal: enkele van de grootste sponsoren waren Chinees en brachten hun reclames rondom het veld in het Mandarijn. Het spelletje werd gespeeld door Europeanen op het gras, het grote commerciële spel door Chinezen.
 
Doemdenkers smullen van Ilja Leonard Pfeijffer in Grand Hotel Europa: ‘We hebben een geraffineerde en fijnmazige diensteneconomie opgetuigd om de Chinese zelfverrijking op ons continent te faciliteren en onze eigen ondergang te administreren. Maar in feite hebben we niets meer te verkopen dan ons verleden.’
 
Het idee van Europa als historische speeltuin voor de wereld is overtrokken, maar bevat een kern van waarheid. Van de grote blokken – de VS, China en Europa – lijkt de laatste het meest kwetsbaar. Mede omdat wat de kracht van Europa is geweest – de vele talen, lokale tradities, regionale culturen – een zwakte blijkt in een wereld waarin schaalvergroting heilig is.
 
Ondanks dat Europa voor enorme uitdagingen staat bij het streven voort te bouwen op het roemrijke verleden in plaats van erin weg te zakken, is het minder somber dan het lijkt. Europa is nog altijd een droom en ideaal voor velen. Mensen uit de hele wereld vluchten naar Europa, niet andersom. Het Europese verval is in veel opzichten slechts relatief en de overtuiging dat het vroeger beter was, is van alle tijden. Zoals Pfeijffer aangeeft, geloofden zelfs de oude Grieken, die de rode loper voor de Europese beschaving eigenhandig uitrolden, dat betere tijden achter hen lagen.
 
Daarbij komt dat wat critici de kwetsbare kanten van Europa noemen, ook bijvoorbeeld de Amerikanen niet vreemd is. Daar waar Europa soms dreigt te verdrinken in de eigen historie, daar verlangen Amerikanen bijna wanhopig naar een eigen geschiedenis.
 
Verder is vervaldenken in Amerika met name sinds de jaren vijftig veelvuldig prominent aanwezig, in golven afgewisseld door de rotsvaste overtuiging dat de VS The World’s Greatest Country is. Soms vechten ze op schizofrene wijze om voorrang.
Daarbij komt dat die andere gigant, China, met een heel eigen problematiek kampt, waaronder de toenemende concentratie van macht bij Xi Jinping. Bij de twee voorgangers van Xi was meer sprake van collectieve besluitvorming. Met de naar persoonlijkheidscultus neigende bestuursstijl van Xi bereiken kritische geluiden de top minder makkelijk, waardoor het te laat kan zijn als het schip bijgestuurd moet worden. Daarnaast kampt China met een snelle vergrijzing, absurd hoge totale schulden voor een land in die economische ontwikkelingsfase en een groeiend internationaal wantrouwen, wat het opbouwen van allianties bemoeilijkt.
 
Europa is dus zo uniek nog niet. Doemdenken over het oude continent is vaak overtrokken. De luide roep van sommigen om kapitaal te verplaatsen van Europa naar Amerika of Azië, moet daarom niet klakkeloos worden overgenomen.

Bijlagen