Han Dieperink: Recordvraag naar olie

Han Dieperink: Recordvraag naar olie

Grondstoffen Energietransitie
Han Dieperink

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

De vraag naar olie is gestegen tot recordniveaus. Ondanks de zwakke Chinese groei worden er nu 103 miljoen vaten per dag verstookt: een nieuw all-time-high.

De heropening van China speelt hierin een rol, maar opvallend is vooral de vraag uit andere niet-OECD landen. Het overgrote deel van de OECD-landen bestaat uit ontwikkelde landen die ongeveer 50% van alle olie verbruiken, maar waar slechts 18% van de wereldbevolking woont. Door de gematigde economische groei, de hogere prijzen en de energietransitie groeit de vraag naar olie in deze landen nauwelijks.

In de rest van de wereld is de energietransitie een luxeprobleem. Die zijn al lang blij dat ze toegang hebben tot goedkope (Russische) energie. De grotere prijsverschillen in energie als gevolg van de boycot van Rusland zorgen ervoor dat energie-intensieve bedrijvigheid verschuift naar landen buiten de OECD. Ook wordt er meer gevlogen met vliegtuigmaatschappijen uit niet-OECD landen. De extra vraag komt dus vooral voor rekening van opkomende landen die hun energievoorziening prioriteren boven de energietransitie.

Onvoldoende investeringen

Er is jarenlang onvoldoende geïnvesteerd in de winning van olie. Wat dat betreft is het nog knap dat er zoveel olie wordt geproduceerd. Ook is er jarenlang onvoldoende geïnvesteerd in raffinaderijen, met als resultaat dat de raffinagemarges de laatste jaren veel beter zijn dan voorheen. Daar komt nog bij dat veel raffinaderijen alleen een bepaald type olie kunnen verwerken.

Door de boycot van Russische olie is er nu frictie in de markt. Daar komt bij dat met name de vraag naar diesel en kerosine (petroleum) sterk stijgt. Het gevolg is dat er meer olie moet worden verwerkt in raffinaderijen. Inmiddels is dat 83,2 miljoen vaten per dag, een stijging van 2,5 miljoen vaten per dag ten opzichte van een jaar geleden. De vraag naar diesel hangt sterk samen met de economische activiteit, terwijl kerosine (petroleum) samen met stookolie wordt gebruikt als alternatief voor het te dure aardgas in Europa. Verder profiteert kerosine uiteraard van het sterk toegenomen luchtverkeer post-Corona.

Gebrek aan capaciteit en lage voorraden

Dat de markt voor olie en olieproducten krap is, blijkt ook wel uit de logistieke problemen op dit moment. Raffinaderijen moeten effectief op volle capaciteit draaien om de vraag aan te kunnen, maar door de extreme hitte en de start van het orkaanseizoen lukt dit niet altijd. Zo kan het dus gebeuren dat een stevige orkaan voor een sterke stijging van bijvoorbeeld benzineprijzen kan zorgen. Er komt wel raffinagecapaciteit bij, maar productie daaruit wordt niet verwacht vóór eind 2024. Voorraden, al dan niet strategisch, zijn nog altijd laag.

Groeiende macht van OPEC

In jaren waarin de marktpositie van de OPEC groeit, stijgt meestal de prijs van olie. In theorie hoeft het kartel de olieproductie maar met 10% terug te brengen om de olieprijs te laten verdubbelen. Veel hangt echter af van de discipline binnen het kartel. Op dit moment heeft OPEC meerdere keren de productie verlaagd. In juli was dat 1 miljoen vaten per dag minder en augustus is waarschijnlijk nog wat lager. Samen met eerdere productieverlagingen heeft OPEC daardoor nu een reservecapaciteit van ongeveer 5 miljoen vaten per dag. Dat is het hoogste niveau in 20 jaar (afgezien van de coronaperiode).

Het resultaat is vooral terug te zien in de termijncurve voor olie. Op korte termijn blijven de prijzen hoog, maar wat verder weg in de tijd wordt olie goedkoper. Nu is olie meestal ‘in backwardation’ en het gevolg van de huidige OPEC strategie is dat de curve meer invers wordt. Voor beleggers die olie op termijn kopen, betekent dit een hoger rolrendement.

Alternatief voor olie

Een beter alternatief voor een rechtstreekse belegging in olie is een investering in geïntegreerde oliebedrijven. Die profiteren ook van de hoge raffinagemarges. De aandelen van deze bedrijven zijn gewaardeerd alsof olie op 50 dollar per vat staat. Europese oliebedrijven zijn zelfs nog wat goedkoper.

Deze onderwaardering wordt mede veroorzaakt doordat beleggers niet meer willen investeren in oliebedrijven in het kader van de energietransitie. Dat is vreemd, want de energietransitie is niet mogelijk zonder de medewerking van deze oliebedrijven. Dáár zitten de kasstromen, de kennis van grote projecten en de ingenieurs om van de energietransitie een succes te maken.

Geleidelijk krijgen beleggers belangstelling voor deze onderwaardering, geholpen door de stijgende olieprijs. Verder worden ze ook geholpen door de opvallend grote posities in de portefeuille van Warren Buffet. Die bezit inmiddels 25% van Occidental Petroleum. Hij heeft toestemming van de Energy Regulatory Commission om tot 50% van Occidental te kopen, maar Buffett heeft aangegeven dat hij niet op zoek is naar een meerderheidsbelang. Toch vreemd, dat de institutionele beleggers die de oliebedrijven hebben verkocht vanwege de energietransitie deels hebben herbelegd in Berkshire Hathaway, Buffets beleggingsvehikel.