Joeri de Wilde: Ontmasker kapitalistische charlatans met nieuwe taal

Joeri de Wilde: Ontmasker kapitalistische charlatans met nieuwe taal

Joeri de Wilde (Triodos Investment Management)

Door Joeri de Wilde, Investment Strategist bij Triodos Investment Management

‘Wat bedoelen we met ‘de economie’?’ De eerste vraag aan de experts op het podium is bedoeld als opwarmrondje, maar zet direct de toon voor een avond vol miscommunicatie en oplopende irritatie.

De experts worden het niet eens over de definitie van ‘de economie’, en praten vervolgens vanuit hun verschillende achtergronden de hele avond langs elkaar heen. Het wordt ons aanwezigen in een Amsterdams debatcentrum al snel duidelijk dat het doel van deze bijeenkomst, het gezamenlijk tot nieuwe spelregels komen voor de economie van morgen, op deze manier niet bereikt gaat worden.

Toch moeten die nieuwe spelregels er wel komen. Het huidige economisch systeem loopt immers aan alle kanten tegen de planetaire grenzen aan. Taal zou hierbij kunnen helpen. Want zolang we het moeten doen met een taal die past bij het huidige kapitalistische systeem van oneindige economische groei, zullen niet-willende politici in staat blijven kiezers te verleiden met ‘economische argumenten’. ‘Hoge kosten’ van klimaatbeleid, beloftes van ‘groene’ groei, weerzin tegen ‘consuminderen’; dit soort taalgebruik houdt het huidige systeem in stand. Om dit te doorbreken, is een nieuwe economische taal nodig, een die het begrip ‘welvaart’ en onze relatie met de natuur en met elkaar herdefinieert.

Terug naar de filosofische roots
Dat begint met een herijking van het begrip ‘de economie’. Door de jarenlange dominantie van het kapitalistische systeem zijn we de economie gaan vereenzelvigen met productie, consumptie, marktwerking en winstmaximalisatie. We zijn het individu boven het collectief gaan plaatsen en hebben materiële welvaart omarmd als de ultieme vorm van geluk. Hierdoor zijn we onze handelingen voornamelijk gaan baseren op het materiële nut dat ze voor ons hebben.

Maar een van de eerste pleitbezorgers van het utilisme, ofwel de maximalisatie van het nut, de Engelse filosoof Jeremy Bentham (1748-1832), stelde juist dat het nut van een handeling alleen positief is als dit het grootste geluk voor het grootste aantal mensen oplevert. Belangrijk punt hierbij was dat het geluk van anderen bijdraagt aan de toename van het eigen geluk. Die focus op het algehele geluk van de samenleving is in ons hedendaagse economische denken helaas ver te zoeken. 

Door Lionel Robbins (1898–1984) werd de economische wetenschap verder afgebakend door schaarse middelen centraal te stellen. De afweging hoe schaarse middelen het best kunnen worden ingezet, zou zijn waar de economie om draait. Ook dit valt moeilijk te rijmen met het huidige idee dat economie gelijkstaat aan oneindige groei. Onze omgang met grondstoffen, frisse lucht, schoon water en biodiversiteit toont dat er geen besef meer is van schaarste.

Op naar hedendaagse denkers
Voor een nieuwe taal loont het dus om terug te kijken naar de oorspronkelijke definities van het begrip ‘economie’. Maar ook nieuwe ideeën uit de filosofie kunnen handvatten bieden. Hiervoor hoef je niet ver te zoeken. Zo pleiten de Duitse filosoof Philipp Blom en de Belgische filosoof Vinciane Despret in hun nieuwe boeken voor een andere manier van denken over onze verhouding met de natuur. Dit zou moeten gebeuren via een nieuwe taal, bijvoorbeeld door bomen voortaan te omschrijven als communicatieve wezens. Hierdoor zie je ze vanzelf niet meer als levenloos objecten die enkel goed zijn voor hout. Dit overstijgt dus het basale besef van schaarste, omdat op deze manier de natuur niet enkel meer wordt gezien als input voor de productie van menselijke noden.

Dit sluit nauw aan bij het in maart verschenen essay ‘Wat is de ruimte waard?’ van Marjolijn van Heemstra, ter ere van de maand van de filosofie. Hierin pleit Van Heemstra ook voor denken in een nieuwe taal, in lijn met het animisme, waarin ook een steen of de maan een ziel kan hebben. Hierdoor behoeden we onszelf voor oude fouten zoals koloniaal, extractief denken. 

Een treffend voorbeeld van Van Heemstra gaat over de maan, die in 1973 door wetenschappers ‘al drie miljard jaar dood’ werd verklaard en dus enkel geschikt zou zijn voor commerciële doeleinden zoals grondstofwinning. Spreken we echter over de maan als een levende planeet, dan zouden we er hoogstwaarschijnlijk ook anders mee omgaan.

Omarm de kracht van taal
Nieuw taalgebruik door politici en anderen in het publieke domein kan helpen het huidige, vastgeroeste denken over economie te doorbreken. Dit zet aan tot acties die de gestelde Nederlandse klimaat- en stikstofdoelen naderbij zullen brengen. Tegelijkertijd zal nieuwe taal ervoor zorgen dat ‘niet-willers’ dan meer en meer worden gezien voor wat ze eigenlijk zijn: kapitalistische charlatans.