Harry Geels: Dagelijks nieuws is dé bron van veel ellende

Harry Geels: Dagelijks nieuws is dé bron van veel ellende

Harry Geels

Door Harry Geels

Het ‘gemene wereld-syndroom’ lijkt sterker aanwezig dan ooit. Een van de redenen is het toegenomen gebruik van internet en sociale media. Slecht nieuws is (aantoonbaar) schadelijk voor bijvoorbeeld de resultaten van beleggers en de gemoedstoestand van jongeren. Er is een oplossing: negeer het nieuws zoveel mogelijk.

We worden door de media gebombardeerd met slecht nieuws: de oorlog in de Oekraïne, beschietingen op scholen in de VS, oplopende inflatie die de koopkracht uitholt enzovoort. Dit is natuurlijk niet nieuw. Slecht nieuws is van alle tijden en is zelfs verantwoordelijk voor wat George Gerbner ooit het ‘mean world syndrome’ is gaan noemen. We denken door al het nieuws dat de wereld er slechter voor staat dan hij in werkelijk is, of dat mensen gewelddadiger zijn dan ze in werkelijkheid zijn.

Rutger Bregman beschrijft dit syndroom ook in zijn populaire boek De meeste mensen deugen. Volgens hem zijn twee ‘biases’ (emotionele geneigdheden) hiervoor verantwoordelijk: de ‘negativity bias’ (we zijn meer ontvankelijk voor slecht nieuws omdat dit in de prehistorie onze overlevingskansen bij gevaar vergrootte en dit daarom in ons brein zit geprogrammeerd) en de ‘availability bias’ (slechter nieuws wordt door de (sociale) media meer verspreid, omdat mensen daar dus ook ontvankelijker voor zijn).

Wat betreft de beschikbaarheidsbias is de wereld er niet beter op geworden. We zijn de afgelopen honderdvijftig jaar aan steeds meer nieuws blootgesteld en de groei is ook nog eens exponentieel: eerst kranten, toen televisie, daarna internet en nu sociale media. De exponentiële groei is vooral afkomstig van de laatste. Vooral de algoritmes erachter zijn funest. Een klant zei laatst tegen mij: ‘Ik zie alleen maar berichten en filmpjes voorbijkomen waarin een grote bear-market wordt voorspeld.’

De gedragsmatige biases vormen een groot en groeiend probleem. Ze beïnvloeden ons op tal van manieren. Zo is aangetoond dat beleggers hierdoor lagere rendementen behalen en jongeren steeds vaker bedroefd en wanhopig zijn. Er zijn meer voorbeelden, maar laten we ons tot deze twee zaken beperken. Ze raken mij als beleggingsadviseur, docent en vader het meest.

Beleggers gaan in de fout…

Onderzoek toont aan dat beleggers niet de rendementen halen die de markt biedt. In Figuur 1 worden de resultaten van een onderzoek van Dalbar weergegeven. Ze zijn schokkend: over 30-jarige perioden werd er voor de S&P500-bedrijven een rendement gehaald van 10% per jaar, terwijl beleggers maar zo’n 4% binnenhaalden. Er zijn verschillende oorzaken, maar de belangrijkste zijn kosten (hoe meer er gehandeld wordt, des te minder rendement) en verkeerde timing (beginnen met beleggen in goede tijden en stoppen in volatiele tijden).

Figuur 1: Rendementen aandelenbeleggers versus (‘trailing’) rendement S&P500 (geannualiseerde totaalrendementen, in USD)

31052022-Harry Geels-Figuur 1

Bron: CapitalSpectator.com/Dalbar

Beleggers hebben de neiging om uit te stappen als ze door slecht nieuws worden overvallen. Ons brein geeft dan een – vanuit de prehistorie gezien logische – vluchtreactie af. Maar voor de lange termijn zijn slechte, doorgaans ook volatiele beurstijden geen goede uitstap-, maar júist gunstige instapmomenten. Onderzoek van Compound toont aan dat de meest recente twintig hoogste volatiliteitsuitslagen (allemaal met een VIX van boven de 46) werden gevolgd door beduidend hoge positieve rendementen op 1-, 2-, 3-, 4- en 5-jaarsbasis. Geen enkele negatieve uitslag.

De grootste fout die beleggers kunnen maken is ‘het omzetten van tijdelijke volatiliteit in permanent verlies.’ Ik heb hier eerder over de misleidingen van de beurs geschreven en daarbij een onderzoek aangehaald dat aantoonde dat als beleggers overstapten van beleggen met de telefoon en de krant naar internetbeleggen, ze daarna gemiddeld 3% per jaar minder gingen verdienen. De wetenschappers van dit onderzoek spraken van de ‘illusion of knowledge’ en de ‘illusion of control biases’. Door internet en sociale media denken we (abusievelijk) meer kennis en controle te hebben.

…en jongeren worden steeds depressiever

Internet en sociale media compliceren niet alleen beleggersgedrag, ook jongeren hebben er in toenemende mate onder te lijden. The Atlantic heeft achterhaald dat het percentage jongeren op Amerikaanse middelbare scholen dat zich permanent bedroefd of wanhopig voelt, al jaren stijgt. De ellende zit breed verspreid, bij alle geslachten en huidskleuren. Het gemiddelde percentage bedraagt maar liefst 44,2%! En dit komt niet door verkeerd gedrag (zoals drinken, pesten en geweld, de percentages hiervan dalen) en ook niet alleen door COVID-19.

Figuur 2: Percentage Amerikaanse scholieren van de middelbare school dat zich constant bedroefd of wanhopig voelt

31052022-Harry Geels-Figuur 2

Bron: The Atlantic/CDC

The Atlantic geeft vier andere, meer plausibele oorzaken. De belangrijkste daarvan is het gebruik van sociale media. Ze zijn bovenal verslavend, waardoor we er teveel tijd op doorbrengen. De jeugd gaat zich er verder rot door voelen, omdat er altijd anderen zijn met mooiere profielen en meer likes. En het gebruik vervangt belangrijke andere sociale activiteiten. Of zoals Rutger Bregman het in zijn boek De meeste mensen deugen beschrijft: de ‘homo ludens’, de spelende, fysiek sociale, sportende en door vallen en opstaan lerende mens, verdwijnt.

De andere oorzaken van het toenemende ongeluk onder de jeugd zijn volgens The Atlantic: jawel, het eerdergenoemde overvloedige negatieve nieuws. Jongeren zijn in toenemende mate ongelukkig over (wapen)geweld, klimaatverandering en de gepolariseerde politieke omgeving en ‘modern parenting’, waarbij kinderen, vooral uit de midden- en hogere sociale klassen, enerzijds te beschermend worden opgevoed en anderzijds te hoge verwachtingen krijgen opgelegd.

‘Wax in your ears and sand in your eyes’

Maar hoe lossen we het op?

In een van mijn favoriete boeken, Fooled by Randomness, schrijft de auteur Nassim Taleb, filosoof en voormalig professor Waarschijnlijkheidsleer, dat één van zijn grootste openbaringen in zijn leven is geweest dat hij niet intelligent en sterk genoeg was om zelfs maar te proberen zijn emoties en ‘behavioral biases’ te bevechten. Bovendien gelooft hij dat emoties nodig zijn om in het algemeen te overleven en meer specifiek ideeën te genereren en daarna de energie te vinden om die ook in de praktijk te brengen.

Taleb beschrijft in zijn boek vier ‘trucs’ om (op de financiële markten) te overleven. De eerste is het zoveel mogelijk vermijden van nieuws en oogcontact met fondsbeheerders en topmensen uit het bedrijfsleven. Het nieuws is namelijk vooral verslag van ruis en bij het kijken in de ogen van een ander wordt het emotionele deel van het brein geactiveerd (‘dat is leuk als je aan het daten bent, maar niet als je probeert objectieve informatie te verzamelen’).

De tijd die je overhoudt, kan je volgens Taleb beter besteden aan het lezen (of schrijven) van goede boeken, of het lezen (of doen) van zo objectief mogelijke onderzoeken.

Wie, tot slot, nog geïnteresseerd is in Taleb’s andere drie ‘levenstrucs’, hierbij nog even een korte samenvatting: 2) beschouw heel pertinent eventuele goede historische trackrecords van beleggers of topmensen als geluk (want dat zijn ze bijna altijd ook), 3) wees flexibel in je opvattingen, want meestal kloppen ze bij nader inzien niet. De meest succesvolle mensen passen hun mening het snelst aan de nieuwe feiten aan. En 4) wees een stoïcijn (‘leef volgens een bepaald systeem aan deugden, want het enige artikel waar het lot geen controle over heeft, is jouw gedrag’).

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels