Probability & Partners: EU stresstest voor niet-banken

Probability & Partners: EU stresstest voor niet-banken

Risicomanagement Wet- en regelgeving Banken

Door Gerd-Jan van Wiggen en Pim Poppe, respectievelijk Sector Lead Banking en Managing Partner bij Probability & Partners

De recente turbulentie op de financiële markten – gedreven door geopolitieke spanningen, economische onzekerheid en rentevolatiliteit – toont aan dat traditionele zekerheden steeds minder houvast bieden. Dit benadrukt het belang van beter inzicht in systeemrisico’s, ook buiten het bancaire domein.

Sinds de financiële crisis van 2008 is er wereldwijd een stevig pakket aan wet- en regelgeving geïntroduceerd om banken weerbaarder te maken. Kapitaaleisen, liquiditeitsnormen, resolutiemechanismen en intensievere toezichtstructuren hebben ervoor gezorgd dat banken vandaag de dag aanzienlijk beter gepositioneerd zijn om schokken op te vangen dan vóór de crisis.

Een onbedoeld neveneffect van deze hervormingen is echter dat een groeiend deel van de kredietverlening zich buiten het gereguleerde bancaire systeem heeft verplaatst. Deze zogenoemde non-bank financial intermediation (NBFI), ook wel de ‘shadow banking sector’ genoemd, is de afgelopen jaren explosief gegroeid. Asset managers bieden op grote schaal private credit aan, terwijl pensioenfondsen en verzekeraars meer en meer direct of indirect investeren in illiquide markten, zoals vastgoed en MKB-leningen.

Hoewel deze verschuiving in kredietaanbod op zichzelf niet per se problematisch is, stelt het toezichthouders wel voor nieuwe uitdagingen. Waar banken onderworpen zijn aan rigoureuze stresstests, geldt dat voor veel niet-bancaire instellingen niet. Daarmee blijft de vraag hoe veerkrachtig het financiële systeem als geheel is in een crisissituatie grotendeels onbeantwoord.

Stress testing: van individuele instellingen naar systeemdenken

Stress testing is inmiddels een standaardpraktijk voor banken en verzekeraars. Periodiek worden zij verplicht om de impact te berekenen van door toezichthouders opgestelde scenario’s. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om scenario’s waarin markten fors corrigeren, renteontwikkelingen sterk afwijken of economische groei plotseling stagneert. De resultaten van deze exercities worden gebruikt om te bepalen of instellingen voldoende kapitaalbuffers aanhouden en – indien nodig – extra maatregelen moeten nemen.

Tot nu toe zijn de meeste stresstests echter gericht op individuele instellingen of specifieke sectoren. Ze bieden daarmee vooral inzicht in microprudentiële risico’s. In de huidige wereld, gekenmerkt door verwevenheid van markten, complexe ketens van afhankelijkheden en snel verspreidende marktschokken, is een bredere macro-blik noodzakelijk. Systeemrisico’s vragen om systeemgerichte oplossingen.

De SWES van de Bank of England

In dit licht is de System-Wide Exploratory Scenario (SWES) oefening van de Bank of England (BoE), waarvan de resultaten in november 2024 zijn gepubliceerd, een belangrijke stap vooruit. In deze stresstest lag de nadruk niet op het vaststellen van de solvabiliteit van individuele instellingen, maar op het in kaart brengen van interacties en terugkoppelingen binnen het gehele financiële systeem tijdens een hypothetisch crisisscenario.

Het gekozen scenario was bewust extreem: een plotselinge stijging van inflatieverwachtingen leidde tot een scherpe rentestijging, forse correcties op aandelen- en obligatiemarkten, en een vlucht naar liquide middelen. De test onderzocht hoe verschillende typen instellingen – waaronder verzekeraars, pensioenfondsen, hedgefondsen en money market funds – zouden reageren en welke systeemdynamiek dit zou genereren.

Een van de kernbevindingen was dat veel gereguleerde instellingen, waaronder grote verzekeraars en geldmarktfondsen, de afgelopen jaren duidelijk robuuster zijn geworden. Ze bleken in het scenario in staat hun posities te managen zonder direct tot gedwongen verkopen over te gaan. Toch toonde de test ook kwetsbaarheden. Zo bleek dat in bepaalde markten, met name bij leveraged funds en in de repo-markt, liquiditeitsstress in korte tijd systemisch kon worden. Een andere belangrijke constatering was dat banken mogelijk niet in staat zouden zijn om voldoende repo-financiering te verschaffen aan niet-bancaire partijen, ondanks de mogelijkheden om gebruik te maken van de faciliteiten van de centrale bank.

De oefening liet bovendien zien dat bepaalde gedragingen, zoals het gelijktijdig afbouwen van risico’s door veel partijen, kunnen leiden tot fire sales en prijscorrecties die veel verder gaan dan de initiële schok. Dit soort procyclische gedragingen kunnen in het echte leven een negatieve spiraal van marktdynamiek in gang zetten, die vervolgens ook doordringt in de reële economie.

Relevantie voor Europa

In navolging van deze oefening werken nu ook de Europese toezichthouders – vermoedelijk een samenwerking van de Europese Centrale Bank en de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) – aan een bredere stresstest die zich richt op het hele financiële systeem. Volgens de Financial Times moet deze systeemtest in 2026 worden uitgevoerd. De ambitie is om ook in Europa zicht te krijgen op systeemrisico’s buiten het klassieke bankenlandschap, waarbij met name gekeken wordt naar de risico’s in private markten, illiquide assets en het gebruik van leverage.

Het doel is niet om instellingen publiekelijk te rangschikken of om directe beleidsmaatregelen te treffen, maar om inzicht te verkrijgen in waar kwetsbaarheden zich bevinden en hoe deze in een stresssituatie kunnen interacteren. Deze inzichten moeten beleidsmakers en instellingen helpen bij het formuleren van maatregelen om systeemrisico’s te beperken, zowel via regelgeving als via intern risicomanagement.

Praktische implicaties voor instellingen

Voor instellingen die minder ervaring hebben met stresstesten, zoals sommige pensioenfondsen of kleinere asset managers, kan deelname aan een systeemtest een flinke opgave zijn. Het vereist toegang tot gedetailleerde data over assets, verplichtingen en onderliggende risico’s. Daarnaast moet men in staat zijn om scenario’s te vertalen naar concrete effecten op kapitaal, cashflows en liquiditeitsposities.

Bovendien vraagt zo’n oefening om intern coördinatievermogen: hoe functioneren crisiscomités, welke beslissingen worden genomen onder stress, en hoe worden die gecommuniceerd? Deze inzichten zijn niet alleen van belang voor toezichthouders, maar ook voor instellingen zelf om hun weerbaarheid te vergroten.

Tot slot

De SWES van de Bank of England is een belangrijk voorbeeld van hoe stresstesting zich ontwikkelt: van technische exercitie naar systemisch instrument. Niet de individuele uitkomst, maar het collectieve gedrag en de onderlinge interactie staan centraal. De oefening heeft waardevolle inzichten opgeleverd over kwetsbaarheden buiten de klassieke bancaire sector.

Met de toenemende verwevenheid van financiële instellingen, producten en markten wordt het steeds belangrijker om deze systeembril op te zetten. De aanstaande Europese stresstest is daarom een kans om ook hier het toezicht toekomstbestendig te maken. Voor instellingen betekent dit dat risicomanagement niet ophoudt bij het eigen boek, maar zich uitstrekt tot het begrijpen van bredere marktmechanismen waarin zij opereren. Bestudeer daarom de uitkomsten van de ECB / ESMA stresstests wanneer deze publiek worden.