Harry Geels: Hoe ‘het systeem’ te herstellen

Harry Geels: Hoe ‘het systeem’ te herstellen

Monetair beleid Politiek Banken
Harry Geels

Door Harry Geels

De laatste bankreddingen tonen opnieuw aan dat we in een ‘bailout economy’ leven. Steeds meer reddingen en in het kielzog daarvan meer belastingen en regels werken op de lange termijn averechts. Het systeem moet diep van binnen worden hersteld, wat een zuiverende werking zal hebben op onder andere het klimaat, de gelijkheid en de arbeidsmarkt.

De laatste bankencrisis bevestigde maar weer eens dat we in een ‘bailout economy’ leven, een politiek-economische orde waarin de overheid, eventueel samen met de centrale banken, inspringt als er iets fout gaat. Vooral grote bedrijven mogen niet meer failliet gaan. Dat bleek tijdens de kredietcrisis, de coronacrisis en recent weer bij de laatste bankencrisis. Het zijn niet alleen de bedrijven die geholpen worden. Tijdens de coronacrisis en vorig jaar, toen de energieprijzen door de oorlog in Oekraïne door het dak gingen, werden ook consumenten ondersteund.

Maar de aandacht gaat natuurlijk vooral uit naar de grote bedrijven. De publieke verontwaardiging is dan meestal groot, omdat reddingen ervan vaak oneerlijk voelen. Vooral als die bedrijven aanvankelijk grote winsten maakten en die ook uitbetaalden in de vorm van bonussen en dividenden. Het argument om te redden is vaak dat deze bedrijven too-big-to-fail zijn: 'als we die grote (financiële) organisaties om laten vallen, zijn we veel verder van huis'.

Dat dit argument klopt, weten we toen in de VS toch een keer besloten werd een grote zakenbank failliet te laten gaan, te weten Lehman Brothers in 2008. De (financiële) wereld schudde toen op zijn grondvesten. Er bleken veel dwarsverbanden met andere organisaties te zijn. Er ontstond besmettingsgevaar en het vertrouwen in het systeem viel weg.

Centrale banken zijn ook redders in nood. Zo heeft de Fed tijdens de kredietcrisis met gecreëerd geld ‘toxic assets’ van de banken gekocht. Mario Draghi redde de euro met diverse vormen van kwantitatieve verruiming (QE) én met de draconische maatregel van het instellen van een negatieve rente, waardoor vooral de spaarders de eurocrisis moesten betalen.

Supercorporates en financialisering

Bailouts, in welke vorm dan ook, zijn echter symptoombestrijding. Een systeem dat iedere keer moet worden gered, functioneert niet goed. Grofweg is het huidige systeem gecorrumpeerd geraakt door twee zaken: megacorporates die eigenlijk niet meer failliet kunnen gaan (en via het lobbycircuit veel te machtig zijn geworden) en doorgeschoten financialisering, ofwel een financiële wereld die vele malen groter is geworden dan de reële economie, hetgeen aangetoond kan worden met bijvoorbeeld de Warren Buffett-indicator (de beurswaarde van aandelen versus het bbp), of de waarde van alle schulden versus die van het bbp (zie Figuur 1).

Figuur 1: Amerikaanse credit markets (TMCDO) versus bbp (GDP)

04042023-Harry Geels-Figuur 1

Bron: FRED

Kort door de bocht kunnen de kernproblemen worden opgelost door het tegengaan van oligopolies, ofwel het opknippen van ‘too big to fail’-organisaties en het terugbrengen van de financialisering door minder leverage door banken toe te staan. Dat komt neer op zwaardere buffervereisten en dus minder snelle of minder risicovolle kredietverlening.

Centrale banken moeten dit sobere beleid natuurlijk verder ondersteunen, door bijvoorbeeld normalere en stabielere rentetarieven te hanteren en geen QE meer toe te passen, of alleen tijdelijk onder zeer strikte voorwaarden. Hetzelfde geldt voor overheden. Die moeten hun neiging van potverteren - ook een vorm van leverage - tegengaan.

Het bovengenoemde beleid van 1) het opknippen van oligopolies, 2) het gebruikmaken van minder leverage en 3) een stabieler en soberder monetair en overheidsbeleid heeft via acht dimensies een positieve, zuiverende invloed.

1) Antifragiliteit in het systeem herstelt

Met kleinere bedrijven die failliet kunnen gaan, wordt het systeem stabieler. Faillissementen horen bij een gezond systeem: als er iets goed gaat, word je beloond, als er iets fout gaat, word je gestraft. Bedrijven die het niet goed doen, horen niet te overleven. Anders houden ze arbeidsplaatsen vast die elders in groeiende sectoren vrij kunnen komen. Doordat centrale banken te lang een te lage rente hanteerden, alsook dankzij allerlei fiscale ondersteuningen, zijn er te veel zombiebedrijven ontstaan, bedrijven waarbij de rentebetalingen niet of nauwelijks meer uit de winsten kunnen worden betaald (zie Figuur 2).

Figuur 2: Percentage zombibedrijven in de VS

04042023-Harry Geels-Figuur 2

Bron: DB Global Research

2) Arbeidsmarkten herstellen

Onze arbeidsmarkten zijn overspannen. Het standaardantwoord is dat dit komt door de vergrijzing en eventueel verkeerd opgeleide mensen. Maar er werken, zoals bij punt 1 toegelicht, ook te veel mensen bij zombie- of too big to fail-bedrijven. Als bedrijven volgens Schumpeter’s ‘creative destruction’ failliet kunnen, gaan arbeidsmarkten efficiënter functioneren. Onderschat verder ook niet het nog altijd groeiende aantal banen bij (semi-)overheidsinstanties. In korte tijd zijn er maar liefst 10% meer ambtenaren bijgekomen, vooral beleidsmedewerkers - bizar.

3) Moral hazard neemt af, gelijkheid neemt toe

Als bedrijven gewoon failliet kunnen gaan en niet gered worden omdat ze bijvoorbeeld te veel risico’s hebben gelopen of te veel dividend aan de aandeelhouders hebben uitgekeerd, dan wordt moral hazard minder. Ook zien we dat bij kleinere bedrijven het loongebouw minder hoog is. In een economie met minder megacorporates zal er dus meer gelijkheid in inkomens komen.

4) Klimaat wordt minder belast

In een economie met minder leverage/schuld zal minder op de pof geleefd worden, met als gevolg stabielere en waarschijnlijk ook minder economische groei en dus minder milieubelasting. Terwijl de ECB milieubeleid is gaan voeren, heeft zij tegelijkertijd met haar lage rentebeleid juist groei (en dus milieubelasting) bevorderd. Minder overheidsbestedingen betekent ook minder milieubelasting.

5) Level-playing field herstelt

Het grote probleem van megacorporates in oligopolies is dat ze erg machtig zijn en via het lobbycircuit bij de overheid en belastingdienst allerlei voordeeltjes kunnen regelen. In een economie met veel meer en kleinere bedrijven ontstaat er meer machtsevenwicht en waarschijnlijk ook meer innovatie omdat grotere bedrijven de neiging hebben minder te investeren.

6) Oneerlijke wealth transfers worden tegengegaan

In een maatschappij vinden er altijd wealth transfers plaats. Als grote bedrijven worden gered met belastinggeld, ontstaat er bijvoorbeeld een wealth transfer van belastingbetaler naar medewerkers van zo’n corporate. Als die megacorporates via het lobbycircuit allerlei (belasting)voordelen weten te regelen idem dito. De euroredding kostte spaarders geld ten gunste van de grote multinationals.

7) Kapitaal wordt efficiënter ingezet

Door het in stand houden van bedrijven die eigenlijk geen overlevingskans hebben op de lange termijn of die niet efficiënt functioneren, wordt kapitaal niet efficiënt ingezet. Dit geldt eigenlijk ook voor het geven van subsidies en andere belastingvoordelen aan bedrijven. Dit geld kan dan niet worden ingezet in de innovatievere bedrijven die bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan de klimaattransitie.

8) Inflatie komt beter onder controle

Het is bekend dat grote (too-big-to-fail) bedrijven meer macht en ‘pricing power’ hebben. Als we de megacorporates opsplitsen, ontstaat er meer (prijs)concurrentie. Lees: lagere prijzen, ofwel grotere koopkracht voor consumenten, ergo een eerlijkere verdeling van de koek.

Meer regels en belastingen zijn symptoombestrijding

In de huidige tijdsgeest wordt er snel geopperd om belastingen te verhogen of nieuwe regels in te voeren. Dit is meestal niets meer dan symptoombestrijding. We moeten naar de diepere oorzaken van de problemen van het huidige systeem kijken. Een oneerlijkere inkomensverdeling kan gedeeltelijk worden opgelost door het aantal megacorporates te verminderen en de lasten eerlijker te verdelen. De enorme financialisering van de laatste jaren bevoordeelt ook bepaalde groepen meer dan andere.

Meer oligarchie dan democratie

Het probleem van een samenleving met grote machtige corporates is niet alleen de aantasting van het level-playing field tussen grote en kleine bedrijven. Het zorgt er ook voor dat er een bepaald politiek-economisch systeem ontstaat dat de democratie onder druk zet. Voormalig Amerikaans Minister van Arbeid Robert Reich spreekt van een oligarchie. Anderen spreken van een ‘corporate wealthfare state’. Ik heb het systeem eerder ‘corporate socialism’ genoemd, een term die Reich ook gebruikt. Van kapitalisme, waar velen nog weleens graag op afgeven, is eigenlijk geen sprake meer.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels