Mainfirst: Opkomende markten gaan outperformen

Mainfirst: Opkomende markten gaan outperformen

Opkomende markten
Emerging Markets (04) EM Opkomende landen Azië

Door Andranik Safaryan, Portefeuillebeheerder van het MainFirst Emerging Markets Corporate Bond Fund Balanced & het MainFirst Emerging Markets Credit Opportunities Fund

Veel opkomende landen - zoals Latijns-Amerika en verschillende grondstoffenexporteurs in het Midden-Oosten en Afrika - zullen profiteren van de macro-economische situatie en de dynamiek op de grondstoffenmarkten.

Terwijl Europa worstelt met een energiecrisis en stijgende inflatie, en de VS onvermijdelijk zullen vertragen door de agressieve monetaire verkrapping door de Fed, zullen de opkomende markten het meest profiteren van de stijgende grondstoffenprijzen als gevolg van de onevenwichtige grondstoffenmarkten.

Bij de laatste herziening in juli heeft het IMF de raming van de groei in 2023 voor de VS en Duitsland met respectievelijk 1,3% en 1,9% verlaagd tot 1% voor de VS en 0,8% voor Duitsland. Hoewel de niet-ontwikkelde landen niet gespaard bleven van groeiverlagingen, was de negatieve groeirevisie voor de opkomende landen veel lager dan voor ontwikkelde.

Na een langdurige afname van het groeiverschil tussen de belangrijkste opkomende en ontwikkelde landen, zal de relatieve groei van de opkomende landen naar verwachting aanzienlijk aantrekken en wellicht in de buurt komen van het niveau dat in 2014 voor het laatst werd waargenomen.

Opkomende markten zijn nu minder kwetsbaar dan tijdens de taper tantrum van 2013

Daar zijn verschillende redenen voor.

  • Sommige landen hebben hun buitenlandse positie verbeterd. Zo heeft India zijn deviezenreserves sinds 2012 verdubbeld. De buitenlandse schuld is weliswaar ook toegenomen, maar in een langzamer tempo, waardoor de verhouding tussen de wisselkoersreserves en de buitenlandse schuld is verbeterd en het land dus beter bestand is tegen externe zwaktes. India, Mexico, China en Zuid-Korea slaagden er allemaal in het gewicht van de kortetermijnschuld ten opzichte van hun externe verplichtingen te verminderen.
  • De centrale banken in Latijns-Amerika verhoogden sneller dan de Federal Reserve hun beleidsrente om de inflatie te beteugelen. Brazilië, Mexico, Peru en Colombia begonnen al in 2021 hun beleidsrente aan te scherpen. Dit voorkwam een grote kapitaaluitstroom en vergrootte het reële renteverschil met de VS, waardoor met name de valuta's van Brazilië en Mexico werden ondersteund. Latijns-Amerika was de enige regio onder de opkomende economieën die voor de eerste acht maanden van 2022 positieve portefeuillestromen meldde, met 37 miljard USD (IIF-gegevens).
  • De obligatiemarkten in lokale valuta zijn nu groter dan in 2013. Dit is te danken aan de extra herfinancieringsmogelijkheden voor opkomende landen, met name in een omgeving van stijgende USD. De USD is sterk gestegen ten opzichte van de G10-valuta, maar is stabieler ten opzichte van de valuta's van de opkomende landen. De BRL en MXN zijn beide positief op jaarbasis. ​ Maar na de parabolische stijging van de USD dit jaar, zou deze trend volgens ons binnenkort kunnen afzwakken nu beleggers hun bullish bets afbouwen.
  • Bedrijven uit de opkomende landen gingen deze economische zwakte in met solide fundamentals. De netto schuldgraad lag begin dit jaar op een historisch laag niveau. In vergelijking met de rest van de wereld zijn bedrijven uit de opkomende landen ook minder met schuld beladen dan hun Amerikaanse en Europese tegenhangers. Aan het begin van het jaar hadden Amerikaanse en Europese investment grade-bedrijven een netto schuldgraad van respectievelijk 2,4x en 3,1x, tegenover 1x voor EM-bedrijven. 

Een overzicht van de winnaars en verliezers

We gaan niet beweren dat alle opkomende economieën gespaard zullen blijven van de vertraging van de wereldwijde economische groei en de stijging van de financieringskosten. Dit jaar is een toenemend aantal landen onder druk komen te staan. ​ Sri Lanka, Kenia en Pakistan zijn allemaal goede voorbeelden van hoe de stijgende prijzen van olie en landbouwproducten kwetsbare grondstoffenimporteurs kunnen treffen.

Maar er zijn ook andere regio's in de wereld die dit jaar geprofiteerd hebben en dat in de toekomst zullen blijven doen. Latijns-Amerika is duidelijk een winnaar door zijn grote grondstoffenproductie. Brazilië is bijvoorbeeld niet alleen rijk aan olie, maar ook de grootste producent van suiker, vlees, cellulose, koffie, sojabonen en sinaasappelsap. Andere regio's die profiteren van de hoge grondstoffenprijzen zijn het Midden-Oosten en sommige Afrikaanse landen.

 

Natuurlijk is deze situatie niet alleen gunstig voor landen, maar ook voor bedrijven. In de eerste twee kwartalen zagen we dat veel bedrijven in de grondstoffensector hun financiële positie verder verbeterden. Een voorbeeld is Gran Tierra Energy, een Colombiaanse olieproducent die zijn schuldpositie in de eerste twee kwartalen van 2022 met de helft heeft verlaagd. We verwachten dat deze trend zich zal voortzetten.

 

Grondstoffenmarkten - fundamentals blijven gunstig

 

Onze visie op grondstoffen wordt ingegeven door de jarenlange onderinvesteringen in de olie- en gasindustrie en de metaalsector. Samen met de omschakeling van fossiele brandstoffen naar milieuvriendelijkere alternatieven en het conflict in Oekraïne creëerde dat de voorwaarden voor hoge grondstoffenprijzen op langere termijn.

 

Nu Europa afstapt van Russische olie, verwachten wij extra krapte op de markt, wat tot hogere olieprijzen zal leiden. Sommigen zouden kunnen aanvoeren dat de energiecrisis kan worden opgelost door meer te boren. Deze crisis begon echter al voor de oorlog in Oekraïne en veel van de problemen zijn structureel. Beleggers vragen dat de oliemaatschappijen meer investeren in duurzame energie. Daardoor verhogen producenten als Shell en Exxon hun investeringen in zonnesystemen en windturbines, wat middelen voor olie- en gaswinning wegneemt. Het resultaat is een daling van de investeringen in nieuwe olieproductie met ongeveer 70% sinds 2014. Zelfs als er nu meer wordt geïnvesteerd, zal het jaren duren om de productie duurzaam te verhogen. De komende jaren zullen we moeten leven met een krappe aanvoer van olie en gas. Dat komt ook omdat de bevolking van de opkomende markten (vandaag ongeveer 7 miljard) verder zal toenemen en de vraag hoog zal blijven. Vandaag verbruikt een Indiër gemiddeld 1 vat olie per jaar, een Amerikaan 18 vaten.

 

De energietransitie zal ook een grote hoeveelheid basismetalen vergen. Koper, nikkel en lithium zijn slechts enkele van de mineralen die nodig zijn voor groene technologieën. Deze basismetalen komen vooral uit opkomende markten. Zo komt 40-45% van het koper uit Chili, Peru en Mexico en 50% van het nikkel uit Indonesië en de Filipijnen. De vraag naar mineralen die verband houden met de groene transitie zal naar verwachting tegen 2040 minstens verdubbelen. Elektrische voertuigen, een belangrijk middel om de groene-energieagenda van regeringen wereldwijd te verwezenlijken, verbruiken bijna zes keer meer mineralen dan gewone auto's. Wij denken dat de mijnbouwindustrie, die net als de olie-industrie jarenlang te weinig heeft geïnvesteerd, moeite zal hebben om aan deze toegenomen vraag te voldoen. Het duurt 3-5 jaar van de ontdekking van een grondstoflaag tot de eerste productie. Dit alles impliceert maar één ding: hogere prijzen.