Schroders: Is een zwakkere renminbi een oplossing voor het inflatieprobleem?

Schroders: Is een zwakkere renminbi een oplossing voor het inflatieprobleem?

Inflatie

Is China bron van inflatie, zo ja waarom dan? En kan een verzwakking van de Chinese munt, de renminbi, een oplossing zijn voor de wereldwijde inflatie? Het zijn vragen die David Rees, Markteconoom bij Schroders, zich stelt.

Niet China, maar reshoring is bron van inflatie, zo stelt Rees. De vrees dat snelle loonstijgingen en krimpende bevolking betekenen dat China een bron van inflatie wordt, is waarschijnlijk overdreven. Loonstijgingen in het verleden werden gerechtvaardigd door de toegenomen productiviteit. Tenzij de gemeenschappelijke welvaart leidt tot grote loonstijgingen die de productiviteit ver te boven gaan, zal dit waarschijnlijk niet veranderen.

Arbeidsintensieve sectoren waar de productiviteit niet gemakkelijk kan worden verhoogd, zijn het kwetsbaarst voor loonstijgingen. Deze sectoren zijn echter al enige tijd bezig hun productie naar nog goedkopere landen te verplaatsen en in de opkomende wereld is er nog steeds een grote pool van goedkope arbeidskrachten.

Het grotere risico voor de mondiale inflatie is het verplaatsen van de productie, of zelfs het opzetten van regionale productiecentra. Dat brengt kosten met zich mee die bedrijven met prijsmacht kunnen doorberekenen aan de consument. Dit is de grote bedreiging voor de mondiale goederenprijzen, niet China's arbeidsmarkt.

Kan een zwakkere renminbi de wereld redden van de inflatiecrisis?

De renminbi is dit jaar tot nu toe zo’n 8% in waarde gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De People's Bank of China (PBoC) probeert verdere depreciatie te voorkomen, onder meer door de reserveverplichting met 2 procentpunten te verlagen tot 6% en de dagelijkse wisselkoers hoger vast te stellen dan verwacht.

Maar nu de Amerikaanse dollar nog steeds stijgt en een mogelijke recessie in de meeste ontwikkelde markten zwaar op de buitenlandse vraag zal drukken, is er een duidelijk risico dat de wisselkoers zal dalen.

Een zwakkere renminbi wordt vaak geassocieerd met een deflatoire impuls voor de rest van de wereld. Wanneer de munt in waarde daalt, wordt de invoer van Chinese goederen immers goedkoper voor de rest van de wereld. Heeft de recente waardevermindering van de renminbi de druk verlicht op de centrale banken in de wereld in hun streven de inflatie te beteugelen?

Depreciatie renminbi is geen oplossing

Er zijn een paar redenen om te betwijfelen of de depreciatie van de renminbi de wereldwijde inflatiecrisis heeft opgelost.

Om te beginnen geldt de correlatie tussen valutabewegingen en prijzen eigenlijk alleen voor kerngoederen in de inflatie. De renminbi heeft geen grote invloed op andere belangrijke factoren zoals de huur van eigenaars, lokale diensten of zelfs internationale grondstoffenprijzen, die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de inflatie.

Het verband tussen de renminbi en de algemene inflatie, in dit geval in de VS, is dan ook vrij zwak: verschillende perioden van volatiliteit van de munt hebben zich niet vertaald in de algemene inflatie.

Meer in het algemeen moeten we voorzichtig zijn met de veronderstelling dat correlatie oorzakelijk is. De renminbi heeft immers de neiging zeer cyclisch te zijn. Wanneer de export sterk groeit, is de munt geneigd te appreciëren en wanneer de export afneemt - zoals nu het geval is - is de munt geneigd te depreciëren.

En natuurlijk, wanneer de wereldwijde vraag sterk is en de Chinese export het goed doet en de renminbi apprecieert, zijn bedrijven beter in staat hogere kosten aan de consument door te berekenen en de inflatie aan te wakkeren.

Vraag bepalend voor inflatiedynamiek

Op deze basis is de wereldwijde inflatiedynamiek nog steeds echt een functie van de sterkte van de vraag en zijn bewegingen in de renminbi grotendeels een bijproduct van het effect ervan op de handel. Een verwachte vertraging van de export omdat de vraag naar industrieproducten afneemt, is sinds het begin van het jaar een belangrijke reden voor het pessimistische standpunt van Rees ten aanzien van de renminbi.

Het resultaat is dat, afgezien van een onwaarschijnlijke grote eenmalige depreciatie, de zwakkere renminbi noch de mondiale inflatiedynamiek, noch de noodzaak voor de centrale banken van de ontwikkelde markten om de rente te blijven verhogen, wezenlijk verandert.