Invesco: Welke richting gaan de centrale banken op?

Invesco: Welke richting gaan de centrale banken op?

Vooruitzichten Monetair beleid
Outlook vooruitzicht (03)

Marktstrateeg Kristina Hooper van vermogensbeheerder Invesco beantwoordt vijf vaak gestelde vragen over het beleid van de belangrijkste centrale banken.

  1. Heeft de inflatie in de VS zijn piek bereikt?

Naar mijn mening nog niet, maar het zit er wel aan te komen: waarschijnlijk halfweg 2022. Het meest recente cijfer van de producentenprijsindex (PPI) was zeer hoog, wat doet vermoeden dat de consumentenprijsindex (CPI) eerst nog verder zal stijgen. Maar eigenlijk is het niet zo belangrijk wanneer de inflatie piekt. Belangrijker is hoe snel de inflatie daarna weer afneemt.

Helaas verwacht ik dat de inflatie nog een tijd hoog blijft; ik denk dat de CPI in de VS tegen het einde van het jaar nog steeds iets boven 5% zal liggen. De oorlog in Oekraïne heeft een ernstige impact gehad op de prijzen en de toeleveringsketens en de druk wordt opgevoerd door de lockdowns in landen als China. En vergeet de nog steeds krappe arbeidsmarkt niet.

  1. Hoeveel renteverhogingen voert de Federal Reserve door?

Volgens de ‘dot plot’ van maart verwachten de leden van het Federal Open Market Committee dat de rente uiteindelijk 2,8% zal bedragen – en dat die eindrente in 2023 wordt bereikt. De vraag is of de eindrente gezien de hoge inflatie wel zo laag kan zijn. Sommige economen vinden dat de rente hoger moet zijn dan de inflatie om die te kunnen breken. Ik vind van niet, maar de Fed kan op de kortere termijn niettemin op een agressief spoor zitten.

Onlangs verklaarde Fed-gouverneur Lael Brainard dat het terugbrengen van de inflatie naar de 2%-doelstelling van de Fed haar “belangrijkste taak” is. Dit was de laatste in een reeks opmerkingen die erop wijzen dat zij zich concentreert op een agressieve inflatiebestrijding. De opmerkingen van Brainard, die van oudsher als een ‘duif’ wordt beschouwd, laten zien dat de Fed een draai heeft gemaakt naar strenger monetair beleid en dat ze zich in de komende maanden waarschijnlijk agressief zal opstellen.

In mei verwacht ik daarom een renteverhoging met 50 basispunten, gevolgd door een waarschijnlijke renteverhoging van 50 basispunten in juni. De Fed blijft de macro-economische data natuurlijk in de gaten houden, maar die zullen blijven wijzen op een hoge inflatie en een sterke arbeidsmarkt. Op korte termijn zal de Fed waarschijnlijk op haar havik-koers blijven.

De renteverhogingen van de Fed zullen waarschijnlijk in twee fasen verlopen: eerst agressief en vervolgens iets minder agressief. In de komende vier tot zes maanden zal de Fed alle zeilen willen bijzetten om de inflatie bij te benen. Maar na die eerste uitbarsting van verkrapping verwacht ik dat de Fed gematigder wordt in haar renteverhogingen – als de economische data dat toelaten.

1) Hoeveel verkrapt de ECB dit jaar?

De Europese Centrale Bank (ECB) erkende op haar vergadering half april dat de opwaartse risico's voor de inflatie zijn toegenomen. Bovendien zag ECB-president Christine Lagarde dat de inflatieverwachtingen ook op langere termijn toenemen, waardoor het gevaar ontstaat dat ze niet langer verankerd zijn.

Zoals Lagarde verklaarde: “Het laatste wat we willen is dat de inflatieverwachtingen het risico lopen te worden losgelaten.” De ECB klonk echter ‘dovisher’ dan verwacht. Ze besloot de rente op het huidige niveau te houden en de aankoop van obligaties voort te zetten tot het derde kwartaal.

Maar dat verandert niets aan de verwachtingen voor renteverhogingen, die verrassend havikachtig zijn. Ze wijzen op een grote kans op meerdere renteverhogingen dit jaar. Ik verwacht echter dat de ECB het bij slechts één renteverhoging zal houden – en pas in het vierde kwartaal.

Dat lijkt veel waarschijnlijker gezien de grotere druk op de economische groei. De groeiverwachtingen voor het reële bruto binnenlands product zijn naar beneden bijgesteld, grotendeels als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. De economie van de eurozone bevindt zich in een moeilijke positie, met een groter risico op een recessie dan andere grote economieën. Dat zou zijn weerslag moeten hebben op het monetaire beleid.

2) Hoe gesynchroniseerd zullen de centrale banken zijn?

Op korte termijn zullen er aanzienlijke verschillen zijn tussen de belangrijkste centrale banken, omdat hun economieën niet dezelfde risico’s lopen. Al worden die verschillen na verloop van tijd waarschijnlijk kleiner.

Half april besloot de Bank of Canada de rente met 50 basispunten te verhogen, en de Fed zal volgens mij hetzelfde doen in mei. De ECB heeft er echter voor gekozen de rente nog niet te verhogen, de Bank of Japan blijft zeer accommoderend, en de People's Bank of China heeft vorige week besloten om het monetaire beleid verder te versoepelen. Onze ogen zullen gericht zijn op de Bank of England begin mei om te zien of deze wellicht, in navolging van de ECB, minder havikachtig zal zijn dan verwacht.

3) Hoe staat het Chinese monetaire beleid ervoor?

De People's Bank of China heeft onlangs haar reserveverplichting met 25 basispunten verlaagd om de economie te stimuleren die gebukt gaat onder covid. Die verlaging was beperkter dan verwacht, hoewel de beleidsmakers de deur open hebben gelaten voor verdere versoepeling.

Een ondersteunende monetaire achtergrond alleen zal niet volstaan om de economie en de Chinese aandelen de impuls te geven die ze nodig hebben. Bedrijven zullen meer bereid moeten zijn om kredieten op te nemen om echte commerciële activiteiten te financieren.

Het goede nieuws is dat dit begint te gebeuren. China heeft onlangs de totale sociale financiering (TSF) van maart bekendgemaakt – een brede maatstaf voor de liquiditeit in de economie. De TSF groeide met 10,6% jaar-op-jaar, tegen 10,2% in de voorgaande maand.