Charco & Dique: De beheersing van duurzaamheidsrisico's is essentieel

Charco & Dique: De beheersing van duurzaamheidsrisico's is essentieel

ESG
Duurzaam (6) windenergie energietransitie.jpg

Investerende partijen krijgen te maken met allerlei duurzaamheidsrisico's. Om financieel stabiel te blijven, is het essentieel om inzicht te krijgen in deze risico's en beheersingsmaatregelen te treffen. Nina Peters, consultant bij adviesbureau Charco & Dique, legt uit welke soorten duurzaamheidsrisico's er zijn en waarom beheersing zo belangrijk is.

''De beheersing van duurzaamheidsrisico's is essentieel''

Vorig jaar zette de Raad van State een streep door het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van de Nederlandse overheid. Hierdoor is de uitvoering van maar liefst 18.000 projecten onzeker geworden. Dit kan op zijn beurt grote gevolgen hebben voor partijen die in deze projecten hebben geïnvesteerd. Het risico waaraan de financierende partijen nu zijn blootgesteld, is een voorbeeld van een duurzaamheidsrisico – ook wel ESG-risico of milieurisico genoemd. Nina Peters, consultant bij adviesbureau Charco & Dique, legt uit waarom het beheersen van deze risico’s essentieel is voor de financiële stabiliteit van een investerende partij. 

Wat zijn duurzaamheidsrisico’s?

Duurzaamheidsrisico’s of ESG-risico’s zijn alle risico’s die voortkomen uit milieu-, sociale- of governance factoren. Bij milieurisico’s wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen fysieke risico’s, transitierisico’s en reputatierisico’s.

Een goed voorbeeld van een fysiek risico is volgens Peters de opwarming van de aarde. Bij transitie risico’s gaat het om de financiële risico’s die een gevolg zijn van de overgang naar een koolstofarme, duurzame of ‘groene’ economie. ‘’Een voorbeeld hiervan is het stikstofbesluit,’’ zegt Peters. ‘’Doordat er maatregelen zijn genomen om de Natura 2000-gebieden beter te beschermen, lopen investeerders in PAS-projecten een financieel risico.’’

De laatste vorm van milieurisico’s is het reputatierisico. Dit type risico is breder toepasbaar en niet altijd milieu gerelateerd. Peters: ‘’Als een organisatie bijvoorbeeld verklaart op geen enkele wijze te investeren in palmolie, en later blijkt dat dit wel het geval is, kan dit reputatieschade opleveren. Ze zijn immers hun belofte niet nagekomen.’’

Risicobeheersing essentieel

Natuurlijk is de beheersing van duurzaamheidsrisico’s belangrijk vanuit ethisch normbesef en een goede corporate governance. Maar de blootstelling aan deze risico’s kan ook schade opleveren, vertelt Peters. ‘’Denk hierbij aan onverwacht hoge uitkeringen voor een verzekeraar, beleggingen die hun waarde verliezen of klanten die weglopen.’’

Ook de wetgever en toezichthouder zien in dat duurzaamheidsrisico’s grote invloed kunnen hebben op de financiële stabiliteit van een individuele organisatie en het stelsel als geheel. ‘’De wetgever en/of toezichthouder verwacht van organisaties dat ze inzicht hebben in de duurzaamheidsrisico’s die ze lopen en hun risk appetite in kaart brengen,’’ vertelt Peters. ‘’Nadat ze duidelijk geformuleerd hebben in welke mate ze duurzaamheidsrisico’s acceptabel vinden, is het zaak om binnen deze risk appetite te blijven.''

In IORP II en het Besluit financieel toetsingskader is al expliciet vastgelegd dat duurzaamheidsrisico’s in het risicobeheersysteem van pensioenfondsen moeten worden betrokken. Voor onder meer beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen en verzekeraars zullen op korte termijn vergelijkbare bepalingen in de wet worden opgenomen – namelijk in de gedelegeerde regelgeving bij MiFID II, de icbe-richtlijn, de AIFMD en Solvabiliteit II.