Schroders: Hoe beleg je in de wereldwijde energietransitie?

Schroders: Hoe beleg je in de wereldwijde energietransitie?

Energietransitie
Mark Lacey 173Kb.jpg

De komende 30 jaar zal de wereld overgaan van een energiesysteem dat is gebaseerd op fossiele brandstoffen naar een systeem waarin duurzame elektriciteit de hoofdrol speelt. Waar liggen in deze transitie de kansen voor beleggers, vragen Mark Lacey en Alex Monk, duurzame beleggingsspecialisten van Schroders, zich af.

De manier waarop energie wordt geproduceerd, gedistribueerd en gebruikt verandert structureel. Deze energietransitie is het gevolg van nieuwe technologieën, financiële voordelen en maatschappelijke ontwikkelingen. De overgang naar duurzame energiebronnen staat nog in de kinderschoenen, maar zal vermoedelijk minstens even ingrijpend zijn als eerdere energietransities.

De energietransitie wordt gedreven door drie fundamentele factoren
De eerste is het besef van de noodzaak het milieu te beschermen en de wereldwijde klimaatverandering te beperken. Wereldwijd verbetert het beleid, na een decennium van onsamenhangende en vaak versnipperde stimuleringsmaatregelen. Overal in de wereld hebben regeringen en lokale overheden duidelijke doelen geformuleerd om het gebruik van schone technologie te stimuleren.

De tweede drijvende kracht is het financiële plaatje. De kosten van hernieuwbare energie ten opzichte van traditionele productiemethoden zijn sterk gedaald. Op grote of kleine schaal, hernieuwbare energie is nu de rendabelste keuze voor nutsbedrijven, overheden en consumenten waardoor de investeringen in deze markt toenemen.

De laatste drijvende kracht achter de energietransitie is de consumentenvraag naar nieuwe technologieën die op schone energie werken. Twee technologische ontwikkelingen voeren de boventoon, namelijk de elektrische auto en de opkomst van energieopslagsystemen voor commerciële toepassing en thuisgebruik. De vraag van consumenten en dalende kosten zijn traditioneel de belangrijkste aanjagers van een transitie. Dit geldt ook voor de energietransitie, die bovendien zal pro teren van een potentieel sterke extra beleidssteun.

Grote veranderingen bieden grote beleggingskansen
De beleggingsmogelijkheden rond de energietransitie zullen vooral voortkomen uit drie structurele veranderingen. Samen zullen ze de aanzet geven tot nieuwe investeringen in de energiemarkt, en nieuwe winstmogelijkheden bieden aan bedrijven in alle schakels van de waardeketen.

1. De eerste grote verandering is de decarbonisatie van de elektriciteitsproductie. Dit betekent dat stroom uit kolen en gas wordt vervangen door stroom uit hernieuwbare bronnen zoals wind en zon. Het aandeel van elektriciteit en verwarming uit hernieuwbare bronnen zal moeten toenemen van 20% nu naar 85% in 2050. Het gebruik van steenkool, dat nu goed is voor 40% van de elektriciteitproductie, is niet duurzaam en zal het sterkst terugvallen. Deze structurele verandering schept nieuwe kansen voor nutsbedrijven met expertise op het gebied van hernieuwbare elektriciteit, en een snel groeiende groep kleinere onafhankelijke elektriciteitsproducenten. Een andere sector die flink zal profiteren, is energieopslag. Het grootste probleem van hernieuwbare energie is dat het aanbod wisselend is en helaas niet aansluit op het gangbare vraagpatroon, wat het voor nutsbedrijven lastig maakt de belasting van het net stabiel te houden.

2. De tweede structurele verschuiving is de elektrificatie van het energiegebruik. De groei van het elektriciteitsgebruik schept twee belangrijke beleggingsmogelijkheden. De eerste komt voort uit de behoefte aan nieuwe elektriciteitsinfrastructuur. Een cruciale, hoewel niet de enige factor hier is de opmars van de elektrische auto, die in 2050 naar schatting een marktaandeel van ruim 60% zal hebben. De tweede kans hangt samen met de toenemende vraag naar elektriciteit op zich. Om aan de omvangrijke nieuwe vraag naar stroom te kunnen voldoen, zal het hele distributienetwerk moeten worden gemoderniseerd en uitgerust met krachtigere en slimmere technologieën. De nutsbedrijven die deze netwerken beheren, zullen hiervan uiteraard flink kunnen profiteren. Maar dat geldt ook voor bedrijven die essentiële componenten leveren.

3. De derde structurele verandering die nodig is, is verbetering van de efficiency van het stroomverbruik. Om een koolstofarm energiesysteem te kunnen invoeren terwijl de totale energievraag stijgt, zal de energie-intensiteit van de wereldeconomie – de hoeveel energie die nodig is om een eenheid bbp te produceren – tot 2050 met bijna twee derde moeten dalen. Dit betekent dat de jaarlijkse verbetering van de energie-intensiteit moet verdubbelen ten opzichte van het huidige niveau. Energiebesparing door middel van zuinige lampen en betere woningisolatie is één oplossing. Maar nog belangrijker is verbetering van de efficiency van het energietransport. Gemiddeld gaat 5%-10% van de geproduceerde energie op het net verloren door inefficiënte distributiesystemen. De beleggingskansen op dit gebied komen doorgaans van meer flexibele, disruptieve bedrijven.

Om de drie beschreven structurele verschuivingen te realiseren, zal tot 2050 naar schatting USD 120 biljoen in transitietechnologieën moeten worden geïnvesteerd, verdeeld over alle schakels in de aanbod- en de vraagzijde van het systeem. De energietransitie en de kansen die eruit voortkomen, omvatten veel meer dan alleen hernieuwbare energie; het gaat om de radicale transformatie die de komende 30 jaar of langer nodig is om het hele energiesysteem duurzaam te maken.

Waarin beleggen?
Het is niet gemakkelijk de bedrijven met de hoogste exposure naar de energietransitie te vinden
Hoewel veel van de drijvende factoren achter de overgang naar een schoner energiesysteem nu aan kracht winnen, is de traditionele beleggingsaanpak voor aandelen waarschijnlijk niet de aangewezen manier om er de vruchten van te plukken. Voor een doelgerichte exposure naar de energietransitie moet breder gekeken worden. De focus moet liggen op de bedrijven die in de beste positie verkeren om te profiteren van de komende verschuiving naar een koolstofarmere energievoorziening in alle schakels van de waardeketen. Na onderzoek vond Schroders wereldwijd ongeveer 2000 namen met een zekere exposure naar de energietransitie. Daarvan zijn er maar 250 'pure-play' bedrijven waarvan de kernactiviteiten de hoogste exposure naar de energietransitie hebben. Daarmee is niet gezegd dat deze 'best-in-class' bedrijven ook 'best-in-class' beleggingen zijn. Vanwege de snelle ontwikkelingen die technologische transities kenmerken, zullen zowel top-down als bottom-up factoren een rol spelen bij het bepalen van de winnaars en verliezers.