Ronde Tafel Renewables

Ronde Tafel Renewables

Duurzaam beleggen Energietransitie
FI-8-2022 - RT Renewables.jpg

Beleggen in renewables draagt bij aan de energietransitie en levert op de lange termijn stabiele kasstromen en bepaalde inflatie-hedges op. Het nagestreefde rendement bepaalt of er in equity of in debt (of in een combinatie van beide) moet worden belegd. Een obligatiestructuur lijkt echter voor renewableprojecten het meest geschikt.
 
Door Hans Amesz

 

VOORZITTER:

Jan-Willem Ruisbroek, APG Asset Management

 

DEELNEMERS:

Barend Bloemarts, Schroders Greencoat Capital

Yno van Haaster, Blue Sky Group

Willem Huidekoper, IMAS Foundation

Erik Joustra, NN Group

Jules Koekkoek, a.s.r. vermogensbeheer

Arnoud Talma, Altis Investment Management

Marc Tesink, Van Lawick Capital 

 

Wat verstaan jullie onder renewables?

Barend Bloemarts: ‘Voornamelijk wind en zon. Biomassa bestaat al enige tijd. Ik denk dat opslag een kernonderdeel van de hele energietransitie is, of het nu om batterijen, om waterstof of om andere opslagtechnologieën gaat.’

Willem Huidekoper: ‘Het gaat voornamelijk om wind, zon, waterkracht, geothermie en biomassa. Het aantal warmtepompen is enorm gegroeid. De Nederlandse overheid doet veel op het gebied van dit soort kleine niches.’

 

Jan-Willem RuisbroekJan-Willem Ruisbroek (Foto Peter Putters) 600x600

Jan-Willem Ruisbroek is Hoofd Investeringsstrategie Infrastructuur voor APG Asset Management. In die rol is hij verantwoordelijk voor alle beleggingen in private infrastructuur. Namens APG zit Ruisbroek in de Board of Directors van Brisa Portugal en LBC Tank Terminals. Tot 2021 was hij Voorzitter van de Supervisory Board voor Kallista Energies Renouvelables in Frankrijk. Ruisbroek behaalde een MSc in Financiële Economie en een MSc in Infrastructure Engineering.

 

Erik Joustra: ‘In de kern zie ik renewables als energieopwekkende methoden die energie produceren zonder uitstoot van CO2 en met het gebruik van pure hernieuwbare bronnen. Verder is de investeerbaarheid ook een overweging. Het moeten bijvoorbeeld bewezen technologieën zijn met voldoende schaal. Met die achtergrond zie ik op dit moment vooral vormen gebaseerd op wind, waterkracht, zon, geothermie enzovoort, als pure hernieuwbare energie.’

Sommige sectoren zou je pseudorenewables kunnen noemen. Welke zijn dat?

Huidekoper: ‘Ik denk aan biomassa en waste-to-energy. De biomassa die wij uit de Verenigde Staten importeren, die uit schilfers van gekapte bomen bestaat, is absoluut niet duurzaam. In de Europese Unie is nu ook een discussie gaande over de vraag wat de juiste biomassa is om energie uit te winnen. Daar heerst nog steeds onduidelijkheid over. Wat betreft waste-to-energy verwacht ik dat we afval blijven houden, ondanks dat we misschien allemaal zuiniger worden, gaan recyclen en heel veel dingen beter gaan doen. Met delen van onze afvalstromen kan iets gedaan worden. Bijvoorbeeld energie opwekken. Dat kan echter niet op grote schaal. Regionaal moet je kijken uit welke afvalstromen je op lange termijn energie kan opwekken.’

Hoe denken jullie over energieopslag en nieuwe technologieën?

Jules Koekkoek: ‘Opslag is en blijft cruciaal, zeker als er steeds meer fossiele energie vervangen wordt. Opslag kan natuurlijk in de vorm van batterijen, maar ook waterstof en nieuwe technologieën zullen een grote rol in opslag spelen. Tot de belangrijke nieuwe opwektechnologieën behoort floating offshore wind. Dat is inmiddels een bewezen technologie die ook schaalbaar is en daarmee aan de eisen van institutionele beleggers voldoet.’

 

Barend BloemartsBarend Bloemarts (Foto Peter Putters) 600x600

Barend Bloemarts begon in 2021 bij Schroders Greencoat Capital, waar hij verantwoordelijk is voor de investor relations en fondsenwervingsactiviteiten binnen Europa. Schroders Greencoat Capital is een van Europa’s grootste investeringsmanagers in hernieuwbare energie. Vóór Schroders Greencoat Capital werkte Bloemarts bij DIF Capital Partners, een infrastructure investeringsmanager. Hij begon zijn carrière in 2006 bij AlpInvest Partners. 

 

Bloemarts: ‘Het staat vast dat je opslag moet hebben, of het nu om batterijen gaat of om nieuwe technologieën. De vraag is nu hoe de wetgeving en de regulering van energiemarkten in Europa afgestemd gaan worden. Politici en regelgevers moeten er mede voor zorgen dat opslagtechnologieën worden gefaciliteerd.’

Arnoud Talma: ‘Vanwege het intermediaire karakter van renewables moet je opslag hebben, ook omdat zonne-energie overdag piekt en wind meestal ‘s avonds afneemt. Uit onderzoek blijkt dat er, met name ’s avonds dus, tekorten kunnen ontstaan en opslag nodig is, omdat huishoudens en bedrijven nog volop draaien. Zorgelijk is dat het verdienmodel lastig is, maar de sourcing van de grondstoffen is ook een punt van aandacht.’

Marc Tesink: ‘We moeten zeker verder inzetten op batterijopslag. Tijdelijke opslag is nodig om het energienet stabiel te houden. Er is nog wel subsidie nodig om dat rond te krijgen.’

 

Tot de belangrijke nieuwe opwektechnologieën behoort floating offshore wind. Dat is inmiddels een bewezen technologie die ook schaalbaar is en daarmee aan de eisen van institutionele beleggers voldoet.

 

Yno van Haaster: ‘Je ontkomt inderdaad niet aan storage. Het is een essentieel onderdeel van de energietransitie. De moeilijkheid is dat opslag vooralsnog beperkt schaalbaar is en een kort trackrecord heeft, wat bij zon en wind niet het geval is.’

Houden pensioenfondsen het vooralsnog op bewezen technologieën?

Van Haaster: ‘Het advies aan onze klanten is om zo breed mogelijk te beleggen en vooruit te denken. We hebben er bewust voor gekozen ons niet te beperken tot renewables, maar de scope breed te houden door ons te richten op de energietransitie. We kunnen ook beleggen in technieken waarbij efficiënter met energie wordt omgegaan om zo impact te maken.’

Joustra: ‘Energieopslag en investeringen daarin zijn cruciaal voor de uitrol van renewables. Verder is er een duidelijke rol voor institutionele beleggers om niet alleen recyclers van kapitaal te zijn, maar er ook voor te zorgen dat de ontwikkeling en bouw van renewables financierbaar is.’

 

Yno van HaasterYno van Haaster (Foto Peter Putters) 600x600

Yno van Haaster is als Portfolio Manager Alternatives verantwoordelijk voor de invulling van de wereldwijde real asset-portefeuille bij Blue Sky Group. Naast het beheren van de vastgoedportefeuille is hij onderdeel van het team dat verantwoordelijk is voor de implementatie van de infrastructuurportefeuille, waarvan de helft zich richt op de energietransitie. Tot 2012 was Van Haaster werkzaam bij JLL, Syntrus Achmea en de Universiteit van Amsterdam.

 

Waarom zouden institutionele beleggers renewables moeten toevoegen aan hun assetmix?

Bloemarts: ‘Renewables vormen een steeds groter deel van de energiemarkt. Als je op de lange termijn in renewables belegt, krijg je heel stabiele cashflows en bepaalde inflatie-hedges. Dat past goed bij bepaalde beleggers, zoals pensioenfondsen.’

Tesink: ‘Institutionele beleggers willen graag hun ambities op het gebied van duurzaamheid laten zien. Beleggen in zonne- en windparken is heel aantoonbaar. Daarnaast is beleggen in renewables ook gewoon nodig voor de verdere diversificatie van hun infrastructuur­portefeuille.’

Koekkoek: ‘Bijdragen aan de energietransitie en net zero is fundamenteel. Je ontvangt stabiele kasstromen op de lange termijn en vanuit een senior debt perspectief loop je als financier een beperkt risico.’

 

Institutionele beleggers willen graag hun ambities op het gebied van duurzaamheid laten zien. Beleggen in zonne- en windparken is heel aantoonbaar.

 

Van Haaster: ‘De impact die met beleggen in renewables wordt gemaakt, is voor ons heel belangrijk. Bij renewables ligt de focus op SDG 7 en 13 voor klimaatactie. Het is leuk om een hoog pensioen te ontvangen, maar als je in de toekomst een niet-leefbare wereld krijgt, is dat ook niet veel waard.’

Het Internationale Energie Agentschap (IEA) verwacht dat er jaarlijks 4,4 biljoen dollar nodig is om de net zero-doelen te halen. Op welke renewable-sectoren moeten op de lange termijn gerichte institutionele beleggers inzetten?

Talma: ‘Zon en wind zijn de hoofdmoten. Maar je ziet wel dat de diversificatie waarop wordt ingezet, alleen maar groter wordt. Bijvoorbeeld oplaadsystemen voor elektrische auto’s en Carbon Capture and Storage (CSS). De energietransitie heeft veel verschillende facetten waarin je in de breedte zou willen investeren. Je moet je als belegger niet blindstaren op één onderdeel en je moet oppassen niet helemaal vooraan te lopen in de ontwikkelingen.’

Huidekoper: ‘Belangrijk is dat we slimmer omgaan met de technologieën die er nu zijn of die zullen komen. De energietransitie bestaat niet uit één puzzelstukje, het is een groter geheel. Voor beleggers liggen er veel mogelijkheden met verschillende risico-rendementsprofielen. Aan de ene kant van het spectrum heb je het opschalen van bijvoorbeeld zonne- en windenergie, aan de andere kant het investeren in relatief nieuwe technologieën voor langdurige opslag, zoals compressed air.’

 

Willem HuidekoperWillem Huidekoper (Foto Peter Putters) 600x600

Willem Huidekoper is sinds 2015 werkzaam bij IMAS Foundation, een zusterstichting van INGKA Foundation, de eigenaar van INGKA Group, die de meerderheid van de IKEA-winkels wereldwijd bezit en exploiteert. Als Head of Non-listed Equities is hij verantwoordelijk voor het selecteren en monitoren van externe managers en directe investeringen. Huidekoper behaalde een Master in Finance & Investment aan de Rijksuniversiteit Groningen.

 

Joustra: ‘Er bestaat helaas geen silver bullet om de opwarming van de aarde tot 1,5 graden te beperken. Elke investeerder kan daar zijn eigen rol in spelen, afhankelijk van zijn beleggingsovertuigingen en doelen.’

Wat is de juiste route om in renewables te beleggen: equity, debt, green bonds, beleggingsfondsen, fund of funds, iets anders?

Huidekoper: ‘Dat hangt van een aantal factoren af. Allereerst zal het nagestreefde rendement bepalen of je in equity of in debt wilt investeren (of in een combinatie van beide). Vervolgens zal de grootte van het mandaat waarschijnlijk de keuze voor direct of indirect (via een fonds of een fund-of-fund) bepalen.’

Talma: ‘Of je via equity of debt wilt beleggen, hangt vooral af van de onderliggende contracten. Dat geldt ook voor de mate van leverage. Het lijkt er wel op dat een obligatiestructuur voor renewable-projecten het meest geschikt is gezien de SPV-structuur. Denk aan de kapitaalinvestering, de daaruit voortvloeiende cashflows en de economische levensduur.’

 

Een van de grootste risico’s is de ontwikkeling van de energieprijs op de langere termijn en het effect van de uitrol van renewables op de incrementele kosten van energie.

 

Wat zijn de grootste risico’s van renewable-projecten?

Joustra: ‘Een van de grootste risico’s is de ontwikkeling van de energieprijs op de langere termijn en het effect van de uitrol van renewables op de incrementele kosten van energie. Wij proberen dat risico te managen door portefeuille-breed een bodem in de opbrengsten te hebben, onder meer door middel van contracten voor de langere termijn.

Tesink: ‘De politieke risico’s op meerdere vlakken zijn groot. Een voorbeeld hiervan is de ‘windfall tax’ in het Verenigd Koninkrijk. In Noorwegen spreekt men over de ‘resource rent tax’, waarmee men 40% belasting wil heffen over de omzet. Labeling is ook een belangrijk item. Als een product ineens niet meer als groen wordt aangemerkt, zit je met assets die onverkoopbaar zijn.’

Bloemarts: ‘Partijen worden zich er steeds meer van bewust dat renewables moeten groeien. Als je dit wilt laten slagen, moet je een gedegen model uitrollen. Ik ben het ermee eens dat het power price risk groot is. Wellicht moet je met een soort vóórpricing werken, want je gaat natuurlijk over tien jaar geen windpark bouwen als op dat moment de energieprijs heel laag is. Het voordeel van renewables is wel dat ze goedkoper zijn dan bijvoorbeeld het bouwen van een nieuwe gasturbine.’

 

Erik JoustraErik Joustra (Foto Peter Putters) 600x600

Erik Joustra is verantwoordelijk voor de beleggingen van NN Group in infrastructuur (equity) en de private equitybeleggingsportefeuille. Hij begon zijn carrière in het bankwezen (corporate finance en M&A) en kwam in 2014 in dienst bij de M&Aafdeling van NN Group. In 2019 is Joustra gaan werken voor NN Group Investment Office en startte daar mede de aandelenbeleggingen in de (private) infrastructuursector op.

 

Van Haaster: ‘Ik zie nog twee andere risico’s: het ontwikkelings- en het technologisch risico. De technologische ontwikkeling binnen solar en wind is relatief traag. Wat gebeurt er als er iets baanbrekends wordt uitgevonden dat de prijzen op de energiemarkt misschien negatief zal beïnvloeden? Het zal moeten blijken of dit technologisch risico hypothetisch is.’

Welk risico brengt de oorlog in Oekraïne met zich mee voor de renewable-sector?

Huidekoper: ‘Het gevolg van de oorlog zijn vooral hogere energieprijzen, wat voordelig kan uitwerken voor renewables. Hogere rentes kunnen op termijn projecten met een hoge leverage schaden. Als die projecten moeten worden geherfinancierd, gaat dat problemen opleveren. Hogere inflatie, hoewel niet direct te wijten aan de oorlog, heeft impact op de bouwkosten van renewable-projecten.’

Talma: ‘Elke overheid in de wereld wil energie-onafhankelijk zijn. Die wens zorgt ervoor dat je minder energie wilt importeren en dus veel meer lokaal wilt produceren. Dat is bullish voor renewables in het algemeen.’

 

De meeste regelgeving maakt het voor beleggers eenvoudiger om projecten of managers met elkaar te vergelijken. Met als uiteindelijk resultaat dat kapitaal de meest renderende projecten beter zal weten te vinden.

 

Beleggen in renewables gaat gepaard met risico’s. Zijn de rendementen, gegeven de risico’s, voldoende om flink op te schalen in deze asset class?

Tesink: ‘Beleggen in renewables is niet puur rendement-gedreven. Het gaat ook om impact, reputatie en diversificatie. Inmiddels willen veel beleggers renewable energy assets kopen.’

Van Haaster: ‘Wij hebben het al dan niet investeren in renewables vooral bekeken vanuit een breder portefeuilleperspectief. Dat was de motivatie om renewables en ook infrastructuur aan de portefeuille toe te voegen. Hiermee was een premie ten opzichte van liquide beleggingscategorieën te behalen. Ik denk overigens dat veel risico’s binnen renewables en infrastructuur te mitigeren zijn, bijvoorbeeld door het opstellen van langlopende contracten.’

Bloemarts: ‘Er is decennialang sprake geweest van een dalende rente. Dat heeft veel beleggers een goed rendement opgeleverd. Het is interessant om te zien wat er de komende tijd gaat gebeuren als gevolg van de oplopende rentes. Dat vormt een risico.’

 

Jules KoekkoekJules Koekkoek (Foto Peter Putters) 600x600

Jules Koekkoek is Senior Portfolio Manager Structured Investments bij a.s.r. vermogensbeheer. Hiervoor werkte hij in een vergelijkbare rol bij ACTIAM. Koekkoek begon zijn loopbaan in de financiële sector in 2006 bij de Pension Advisory Group van Goldman Sachs en vervulde vervolgens diverse rollen bij Lehman, UBS en Citi. Hij behaalde een MSc in Technische Bestuurskunde aan de TU Delft en een MSc (cum laude) in Economie aan de Erasmus Universiteit.

 

Joustra: ‘Bij ons hebben renewables ook een unieke plek in de portefeuille. Ten aanzien van het opzetten van de asset allocatie gelden veel overwegingen. Naast de risico-rendementsverhouding en het correlatie-aspect is de bijdrage aan wat wij investeringen in climate solutions noemen ook een belangrijk motief voor ons.’

Welke invloed heeft het regelgevend kader op beleggingen in renewables?

Talma: ‘Ik denk dat de regelgeving beleggen in renewables een positieve drive heeft gegeven en institutionele beleggers een bepaalde kant op heeft gestuurd. Er zijn veel verschillende taxonomieën en partijen die in het gebrek aan uniforme data proberen te voorzien. Wat dat betreft staat de regelgeving nog in de kinderschoenen. Het gaat nog jaren duren, maar we bewegen wel de goede kant op.’

Joustra: ‘Regelgeving heeft absoluut bijgedragen aan de ontwikkeling van renewables. Zonder subsidies hadden bepaalde technologieën niet de cost curve doorgemaakt die we hebben kunnen observeren. In Europa zijn bijvoorbeeld de EU Taxonomy en de SFDR van groot belang om kapitaal te leiden naar projecten die een bijdrage leveren aan de energietransitie.’

 

Veel van de grondstoffen die we nodig hebben voor de elektrificatie van de wereld bevinden zich in werelddelen waar het ronduit onrustig is en waar het naleven van mensenrechten ter discussie staat.

 

Huidekoper: ‘Regelgeving is absoluut relevant. De SFDR verplicht managers om na te gaan welk type duurzame producten zij aanbieden en aan welke transparantieverplichtingen zij moeten voldoen. Het is goed dat managers transparant moeten zijn. Er kunnen echter vragen worden gesteld inzake de juistheid van de SFDR-classificatie. Je moet de classificatie altijd kritisch beoordelen. Er moet, met andere woorden, heel erg opgepast worden voor greenwashing.’

Van Haaster: ‘Het risico van greenwashing is aanwezig, maar dat loopt terug wanneer de effectiviteit van regelgeving bewezen is en claims kunnen worden geverifieerd. De meeste regelgeving gaat er wel toe leiden dat het voor beleggers eenvoudiger wordt om projecten of managers met elkaar te vergelijken. Met als uiteindelijk resultaat dat kapitaal, zo verwacht ik, de meest renderende projecten beter zal weten te vinden. Zo bezien draagt regelgeving bij aan een versnelling van de energietransitie.’

Bloemarts: ‘Er zijn allerlei vragen. Hoe gaat de energietransitie zich ontwikkelen? Hoe gaat de regelgeving eruitzien? Waar worden nog subsidies verstrekt? Er moet gewoon een langetermijnplan voor regelgeving komen. Het hete hangijzer is carbon pricing. Daar wordt nog steeds omheen gedraaid. Gegeven de klimaatverandering ligt een faire prijs voor carbon heel hoog. Goede pricing is de meest efficiënte manier om vermindering van CO2-uitstoot te bereiken. Beleggers komen dan vanzelf bij de meest interessante projecten terecht.’

 

Arnoud TalmaArnoud Talma (Foto Peter Putters) 600x600

Arnoud Talma is Senior Portfolio Manager Alternatives bij Altis Investment Management, een dochteronderneming van NN Investment Partners. Zijn focus ligt op niet-beursgenoteerd vastgoed en infrastructuur. Voordat hij daar in juli 2020 in dienst kwam, werkte hij zes jaar bij HB Capital. Daar selecteerde Talma managers van aandelen-, obligatie- en hedgefondsen. Hij behaalde een MSc in Economie aan de Universiteit van Amsterdam en is tevens in het bezit van een CAIA-titel.

 

Talma: ‘Als carbon pricing goed wordt toegepast, bereik je ook de vraagkant. We kunnen met zijn allen verduurzamen en in bedrijven beleggen die de beste productieprocessen hebben, maar als consumenten hun uitgavenpatroon niet aanpassen, zet dat een rem op de energie­transitie. De demand-side zou in de discussie een veel grotere rol moeten krijgen, ook vanuit de overheid.’

Wat moeten we doen met vervuilende en/of fossiele bedrijven? Moeten we daar niet juist in gaan beleggen, om verandering te bewerkstelligen?

Talma: ‘Je ziet dat grote institutionele beleggers teleurgesteld zijn in het idee van engagement, in het idee dus dat je als houder van aandelen met een vervuilend bedrijf aan tafel gaat en de bedrijfsvoering zou kunnen veranderen. In theorie zou dat mogelijk moeten zijn, maar in de praktijk blijkt dat moeilijk. Dat is ook een reden waarom veel institutionele beleggers qua engagement de handdoek in de ring hebben gegooid. Het is ook belangrijk om vermogensbeheerders te controleren die claimen aan engagement te doen. Dit moet geanalyseerd worden bij de aanstelling en in de monitoring.’

Tesink: ‘Een cluster van aandeelhouders kan wel impact maken en een bedrijf een gewenste kant op duwen. Uitsluiten? Ik durf niet te zeggen wat nu de beste oplossing is.’

 

Goede pricing is de meest efficiënte manier om vermindering van CO2-uitstoot te bereiken. Beleggers komen dan vanzelf bij de meest interessante projecten terecht.

 

Van Haaster: ‘Bij engagement is het resultaat cruciaal. Een positief resultaat is noodzakelijk om aan je achterban te kunnen uitleggen waarom je eventueel een positie in een vervuilende industrie hebt aangehouden. Als je kan laten zien dat zo’n bedrijf mede door jouw engagement de weg naar verduurzaming is ingeslagen, kun je daarmee meer impact hebben dan door een operationeel windpark van een andere belegger over te nemen.’

Huidekoper: ‘Bij de meeste oliebedrijven functioneert dit niet. Engagement werkt over het algemeen helaas te weinig.’

Zijn jullie positief gestemd over de toekomst of juist niet?

Huidekoper: ‘Ik ben optimistisch over de snelheid van de energietransitie. Er wordt steeds meer in geïnvesteerd – niet lineair maar exponentieel – waardoor de transitie versnelt. Daarnaast blijven de kosten voor technologieën als opslag – cruciaal in de transitie – omlaag gaan. Kijk ook naar elektrische auto’s. Vijf jaar geleden was de voorspelling dat in het jaar 2030 zo’n 20 tot 30% van de verkochte auto’s elektrisch zou zijn. Nu zal je dat naar boven moeten bijstellen, omdat je in veel landen tegen die tijd geen conventionele auto’s meer kan kopen. Je ziet nu nog niet veel elektrische auto’s op straat, maar ze worden snel goedkoper en dan gaat het snel.’

 

Marc TesinkMarc Tesink (Foto Peter Putters) 600x600

Marc Tesink is sinds 2021 Managing Partner bij Van Lawick Capital. Hiervoor heeft hij tussen 2016 en 2021 voor Coöperatie DELA een internationale infrastructuur- en vastgoedportefeuille opgezet. Tesink begon zijn carrière als Consultant bij Sweco. In 2011 maakte hij de overstap naar Sweco Capital Consultants. Hij behaalde een BSc in Technische Bestuurskunde en een MSc in Systems Engineering, Policy Analysis and Management, beide aan de TU Delft.

 

Talma: ‘Ja, ik ben ook wel optimistisch. Waar ik wel een aantal vraagtekens bij heb, is de opslag van elektrificatie. Daar is battery power voor nodig. Met name aan de productie en het delven van grondstoffen voor dit soort resources zitten nogal wat haken en ogen. Je ziet nu, als gevolg van geopolitieke conflicten, dat grondstoffenafhankelijkheid voor grote problemen zorgt. Veel van de grondstoffen die we nodig hebben voor de elektrificatie van de wereld bevinden zich in werelddelen waar het ronduit onrustig is en waar het naleven van mensenrechten ter discussie staat. De transitie heeft ook ongewenste effecten.’

Koekkoek: ‘Het beleggingsklimaat voor renewables is, ook door de recente ontwikkelingen in Oekraïne, alleen maar stabieler en beter geworden. Dat komt mede door de sense of urgency die overheden hebben om de energietransitie tot een succes te maken.’

Van Haaster: ‘Het heeft een aantal jaren geduurd voordat er duidelijkheid ontstond over het Akkoord van Parijs en de net zero-doelen. Nu wordt zichtbaar hoe bedrijven dit echt in strategieën vertalen. Intussen stelt de wetenschap dat we nu nog niet over de benodigde technologie beschikken om de net zero-doelen te halen, maar ik ben er optimistisch over dat de wetenschap zal bijdragen aan de overgang van fossiele naar geëlektrificeerde energieconsumptie. Dit kan door de transitie naar renewables, door slim gebruik van technologie, maar ook door hogere efficiency.’

 

IN HET KORT

Onder renewables vallen wind, zon, waterkracht, geothermie en biomassa.

Opslag is een essentieel onderdeel van de energietransitie.

Institutionele beleggers moeten er mede voor zorgen dat de ontwikkeling en bouw van renewables financierbaar is.

Het investeringsklimaat voor renewables is, ook door de recente ontwikkelingen in Oekraïne, stabieler en beter geworden.

Regelgeving heeft aanzienlijk bijgedragen aan de ontwikkeling van renewables. In Europa zijn de EU Taxonomy en de SFDR van groot belang.

Bijlagen