Van Lanschot Kempen: Familiebedrijf vreest loon-prijsspiraal door inflatie

Van Lanschot Kempen: Familiebedrijf vreest loon-prijsspiraal door inflatie

Inflatie Economie algemeen
Whitepaper panelonderzoek familiebedrijven en inflatie.jpg

Door: prof.dr. Marta Berent-Braun en prof.dr. Roberto Flören (Nyenrode Business Universiteit) en mr.drs. Mark Buitenhuis en drs. Yanka Ditewig RB (Van Lanschot Kempen).
 
Nederlandse familiebedrijven worden geconfronteerd met de hoge inflatie. Maar liefst 66% van de directeuren van Nederlandse familiebedrijven maakt zich zorgen over de gevolgen van de hoge inflatie voor hun bedrijf.

75% van de ondernemers verwacht dat Nederland in een loon-prijsspiraal terecht zal komen en daarnaast stelt 49% dat de rentabiliteit van het bedrijf afneemt door de hoge inflatie. Ook vindt 35% van de directeuren dat de hoge prijzen van grondstoffen en energie ontwrichtend zijn voor hun bedrijfsmodel en vreest 5% voor de continuïteit van hun bedrijf op de lange termijn. 11% van de familiebedrijven heeft behoefte aan (financiële) steun vanuit de overheid om de gevolgen van de inflatie te minimaliseren. 54% vindt dat het kabinet maatregelen moet nemen om de gevolgen van de inflatie voor het bedrijfsleven te minimaliseren.

Directeuren van familiebedrijven vrezen dat de gevolgen van de hoge inflatie voor lange termijn voelbaar blijven. Vooral wat betreft de loonkosten zijn zij pessimistisch. Maar liefst 29% van de familiebedrijven verwacht niet dat de loonkosten zich op de lange termijn zullen normaliseren. Als het gaat over grondstofprijzen denkt 68% dat die zich binnen drie jaar normaliseren. Opvallend is dat 13% van de familiebedrijven zelfs op de lange termijn geen normalisatie verwacht in de grondstofprijzen en energieprijzen.

Voor de meeste ondernemers is inflatie een gegeven waar zij niets aan kunnen veranderen. Dat betekent niet dat zij niets kunnen doen om de negatieve gevolgen van de te hoge inflatie te minimaliseren. Echter, voor de meeste familiebedrijven is kostenbesparingen op energie (84%), overige grondstoffen (89%) en loonkosten (93%) niet mogelijk. Velen (89%) verwachten dat zij prijsverhogingen zullen doorvoeren. Toch blijven de ondernemers met een gedeelte van de rekening van prijsverhogingen zitten, omdat slechts 13% van hen aangeeft in staat te zijn de hoge inflatie in (zeer) hoge mate door te berekenen in de eindprijzen van hun producten en diensten.

Bij 66% van de familiebedrijven verwachten de directeuren dat de investeringen in innovatie gelijk blijven. Maar bij 20% van de familiebedrijven zullen de investeringen in innovatie wel degelijk afnemen door de hoge inflatie. De meeste familiebedrijven (71%) hebben de financieringsstructuur (nog) niet aangepast aan de hoge inflatie. Sommige familiebedrijven hebben al wel aanpassingen gedaan, bijvoorbeeld het langer vastzetten van de rente (17%), aflossen van schulden (15%) en het creëren van extra kredietruimte (14%).

Bij de helft van de familiebedrijven hebben de eigenaren een meerderheid van het familiekapitaal vastzitten in het bedrijf. Daarnaast hebben zij veelal ook andere vermogensbestanddelen die eveneens door de hoge inflatie worden beïnvloed. 38% van de eigenaren maakt zich dan ook zorgen over de gevolgen van de inflatie op hun overige vermogensbestanddelen. Een percentage dat aanzienlijk lager is dan de eerder genoemde 66% die zich zorgen maakt over de gevolgen van de hoge inflatie voor het familiebedrijf. Slechts 14% van de directeuren van familiebedrijven stelt dat de privé vermogensbestanddelen onvoldoende zijn ingedekt tegen inflatie.

 

Klik op de link hieronder om het volledige rapport te lezen:

Bijlagen