M&G: Markt veel te positief over Europees herstel

M&G: Markt veel te positief over Europees herstel

Europa
Eurozone.jpg

Steeds vaker klinken er geluiden dat de Europese economie is begonnen aan een robuust herstel. Er zijn zeker redenen om hierin te geloven. Maar toch moeten we voorzichtig zijn in het enthousiasme over de Europese economie, vindt Wolfgang Bauer, fondsmanager bij de Britse vermogensbeheerder M&G.

De cijfers zijn positief. Want alhoewel de inflatie bijvoorbeeld aanzienlijk lager blijft dan de doelstelling van de ECB (2%), is het cijfer op jaarbasis in de afgelopen periode verdubbeld van 0,7% naar 1,4%. Zelfs de PMI van de maakindustrie in de eurozone – lang één van de grootste zorgenkindjes van Europese investeerders – lijkt in september 2019 het dieptepunt te hebben bereikt en op te krabbelen. Bovendien is het sentiment onder Europese beleggers aanzienlijk verbeterd.

Maar Bauer heeft zijn twijfels. “Het is veel te vroeg om te zeggen dat Europa de omslag heeft gemaakt. De economische groei in Europa blijft behalve wat uitschieters bloedarm en fragiel. Het vierde kwartaal van 2019 is, met slechts 0,1% aan reële bbp-groei, het zwakste kwartaal sinds het eerste kwartaal van 2013. De economieën van Frankrijk (-0,1%) en Italië (-0,3%) krimpen zelfs en de recessierisico’s zijn in heel Duitsland weer hoog opgelaaid. Op jaarbasis daalde de Duitse industriële productie in december 2019 met 6,8%, de sterkste daling sinds de financiële crisis. De vraag is dus niet of het al beter gaat, maar juist of het niet slechter wordt”, aldus Bauer. Daarnaast noemt hij nieuwe risico’s die de vooruitzichten van het eurogebied gaan beïnvloeden, zoals het coronavirus, handelsoorlogen, Brexit en de Italiaanse politiek.

Zelfgenoegzaamheid

“Op basis van deze cijfers vind ik de waarderingen van risicovolle activa in Europa ronduit verbazingwekkend”, aldus de fondsmanager. “Er is nu nauwelijks nog een foutmarge. De iTraxx EUR 5yr bijvoorbeeld, de traditionele trendsetter op de Europese markt voor investment grade, handelt  op nog maar 44 basispunten en het rendement van Italiaanse tienjaars-staatsobligaties ligt slechts 130 basispunten boven het rendement van het Duitse staatspapier. Dat betekent dat we qua foutmarge terug zijn op het marktniveau van begin 2018. En de stemming op de markt was destijds nog positiever dan vandaag – op het randje van borderline euforisch. De heersende stemming was toen dat er een wereldwijde gesynchroniseerde groei was en dus ook een Europees herstel. Over politieke risico’s werd nauwelijks gesproken. Kortom, marktpartijen werden zelfgenoegzaam.”

Voor eenzelfde stemming waarschuwt Bauer nu. “We weten allemaal wat er daarna gebeurde in 2018. Handelsoorlogen escaleerden plotseling, de anti-establishmentpartijen Lega en 5 Stars haalden grote winsten bij de Italiaanse verkiezingen in maart 2018 en de wereldwijde economie nam een duikvlucht. Het gevolg was dat het beleggerssentiment verzuurde en de markten in een langdurige risicomijdende fase terecht kwamen waardoor risicovolle activa over de hele linie een zeer negatief jaarlijks rendement opleverden. Ik suggereer niet dat de geschiedenis zich zal herhalen. Maar ik zie wel dat de zelfgenoegzaamheid weer de overhand heeft. Natuurlijk is er ruime steun van centrale banken, in het bijzonder van de ECB, die de activaprijzen op peil houdt. Maar de ECB kocht van januari tot september 2018 per maand € 30 miljard op – 50% meer dan op dit moment – en markten daalden desondanks fors. Daarom geloof ik dat een voorzichtigere houding ten opzichte van Europese risicovolle beleggingssegmenten op zijn plaats is. Het is zinvol voor beleggers om minder risico te nemen en de kredietkwaliteit in portefeuilles te verhogen.”