Bob Homan: Beleggen uit onvrede

Bob Homan: Beleggen uit onvrede

Inflatie Economie algemeen
Bob Homan

Door Bob Homan, Hoofd van het ING Investment Office

In de afgelopen weken is er in de media volop gediscussieerd over de manier waarop bedrijven de inflatie doorberekenen aan hun klanten. In welke mate mogen supermarkten bijvoorbeeld hun prijzen verhogen om de gestegen kosten op te vangen? Hoe groot mag de winst van een energiebedrijf zijn tijdens een crisissituatie? En zo passeren er meer vraagstukken de revue.

Uiteindelijk draait het om een klassieke vraag: hoeveel van de koek gaat er naar de inkomsten uit arbeid en hoeveel gaat naar de opbrengsten van kapitaal? Ofwel: wat stijgt er meer, de winsten van bedrijven of het loon van werknemers?

Dit wordt inzichtelijk met de arbeidsinkomensquote. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het deel van het totale inkomen dat naar arbeid gaat de afgelopen jaren gedaald, wat automatisch betekent dat er meer naar de winst op kapitaal is gegaan. Deze trend zou zich de komende tijd door kunnen zetten, aangezien loonsverhogingen veelal achterblijven bij de inflatie.

Gelukkig is de situatie niet zo zwart-wit en heeft een groot deel van de Nederlandse bevolking zowel inkomen uit arbeid als wat rendement uit vermogen. Met de wetenschap dat het totale inkomen bestaat uit loon én winst is het – zeker in tijden dat je je wellicht wat slecht bedeeld voelt qua loon – goed om meer in te zetten op ‘winst’.

Zo kan je, wanneer je vindt dat boodschappen te duur zijn, wat aandelen Ahold kopen. Als je vindt dat je te weinig rente krijgt op je spaarrekening, dan koop je aandelen van de banken. En als je vindt dat benzine te duur is, koop je aandelen Shell. Je kan dat zelfs doen als je vindt dat er bij het bedrijf waar je werkt te weinig naar de werknemer gaat en te veel naar de aandeelhouder.

Natuurlijk moet je wel de financiële middelen hebben. Maar als we dit optimaal uitvoeren met z’n allen, maakt het uiteindelijk niet meer uit hoe de verdeling tussen kapitaal en arbeid is. Dan komen we uit bij de paradox van het (aandeelhouders)kapitalisme: wanneer iedereen aandelen, dus eigendomsbewijzen van bedrijven heeft, zijn de bedrijven van iedereen en is het arbeidersparadijs een feit.