Pim Poppe: Een risico-opinie op het NPS

Pim Poppe: Een risico-opinie op het NPS

Risicomanagement Pensioenstelsel
Pim Poppe (Cor Salverius Fotografie) 980x600.jpg

Door Pim Poppe, Managing Partner, Probability & Partners

Al lang geleden had ik me voorgenomen om het niet te doen: schrijven over het nieuwe pensioenstelsel (NPS). Maar nu doe ik het toch.

Waarom wilde ik er niet over schrijven? Omdat iedereen er al over schrijft. Iedereen heeft al een mening en verschillende deskundigen hebben een totaal verschillende kijk op de structuur en de wenselijkheid van een nieuw pensioenstelsel. De verwarring is al groot. Wat zou ik toevoegen met de zoveelste blik?

Dus waarom schrijf ik er nu dan toch wat over? Omdat het knaagt. Pensioen is belangrijk voor de BV Nederland. Een goed, betaalbaar, eerlijk en begrijpelijk pensioen is fijn voor werknemers. Tevreden werknemers zijn ook een zegen voor werkgevers. Een goed pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde en mede daarom bij voorkeur een breed gedragen maatschappelijk thema.

Om mijn dilemma te delen, wil ik de lezer graag meenemen in een gedachtenexperiment. Stel je voor dat je de CRO van de BV Nederland bent. De CRO die verantwoordelijk is voor de risico’s die op lange termijn voortvloeien uit belangrijke keuzes die de BV Nederland maakt. Je krijgt het verzoek een tweedelijns opinie te geven over de voorstellen aangaande het nieuwe stelsel. De opinie van de CRO van de BV Nederland gaat mee met de stukken die naar de Eerste en de Tweede Kamer gaan. De opinie wordt meegenomen in de besluitvorming.

Onderwerpen risico-opinie

Voordat je begint aan de risico-opinie, stel je jezelf een paar vragen. Wat voor soorten risico’s zouden er zijn? Waar zou ik goed naar kijken? Ik kom tot de volgende opsomming:

  • Is het NPS uitvoerbaar?
  • Is het NPS qua uitvoeringskosten acceptabel?
  • Zijn de transitierisico’s acceptabel?
  • Zijn de overgangskosten acceptabel?
  • Worden de (vermeende) problemen van het huidige stelsel opgelost?
  • Kunnen deze problemen ook op een handigere manier opgelost worden dan met het NPS?
  • Wat zijn de onbedoelde bijeffecten of nieuwe problemen van het NPS?
  • Is het NPS uitlegbaar en begrijpelijk?
  • Zal het NPS het draagvlak en het vertrouwen in het pensioenstelsel helpen herstellen?
  • Gaan de deelnemers er gemiddeld op vooruit?
  • Is het eerlijk voor verschillende groepen van deelnemers?

Op basis van de antwoorden op deze vragen maak je een inschatting van de risico’s. Je gaat op basis daarvan een advies geven over het NPS 1) invoeren, 2) invoeren onder voorwaarden of 3) niet invoeren.

Inlezen

Voordat je werkelijk begint met het vormen van een opinie, lees je je als CRO in. Bij het inlezen kun je vaststellen dat er vele jaren is gesproken over het akkoord. Er zijn eindeloos aanpassingen gedaan in de voorstellen, maar de voorstellen zijn er niet eenvoudiger op geworden. Integendeel. Je krijgt niet makkelijk antwoorden op de vragen die je hebt gesteld. Zeker niet eensluidend.

Verder lijken er verschillende kampen te ontstaan. Het kamp dat voor is en het kamp dat tegen is. De kampen bestaan binnen de politiek, binnen de wetenschap en binnen de zittende en gewezen pensioenfondsbestuurders.

Je leest bijvoorbeeld op 9 november een interview met Kellerman (voorzitter PFZW), die zegt dat er veel is gerekend en dat daarom de deelnemers er met het nieuwe NPS op vooruitgaan.

Vanuit een ander kamp wordt er op 31 oktober (vlak voor een geplande behandeling in het parlement) een stuk door een aantal academische en bestuurlijke zwaargewichten aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer verzonden. Daarin wordt gesteld dat het stelsel te complex is, de uitvoeringsproblemen onderschat worden, er zeer ongewisse pensioenuitkomsten resulteren door de huidige economische en financiële omstandigheden en tot slot dat de rentegevoeligheid blijft, wat bij individuele toerekening van rendementen tot veel onbegrip zal leiden. De brief is ondertekend door bekende academische en bestuurlijke zwaargewichten[1].  

Toch dendert de trein door. Op 29 november komt het Advies van de Commissie Parameters. Dat advies komt er met een opvallende vertraging.

Dan is er op 6 december een opiniestuk van Jelle Mensonides en Jean Frijns, ‘Advies van Commissie Parameters stelt teleur’, Me Judice, 6 december 2022. Het gaat onder andere om Hoogleraar Beleggingen Jean Frijns die tussen 1993 en 2005 verantwoordelijk was voor de beleggingen van ABP. De kritiek in dat stuk betreft vooral de gekozen historische periode door de commissie parameters en vooral de vraag of deze periode representatief is. Met name rondom inflatie is er twijfel over de representativiteit van de voorstellen van Commissie Parameters.

Daarnaast concluderen ze: ‘Ook ditmaal leunt de Commissie zwaar op formele, sterk mathematische modellen, slechts toegankelijk voor een kleine groep experts, met een minimum aan empirische toetsing. Parameterschattingen van het nieuwe model met de statistische foutenmarges zijn niet bekend.’

Op 12 december stuurt de Minister van Sociale Zeken en Werkgelegenheid (Mw. C. Schouten) een notitie aan Tweede kamer: Impactberekeningen Commissie Parameters 2022 door DNB en pensioenfondsen. In deze notitie worden voor een vijftal pensioenfondsen berekeningen getoond. In deze notitie staan verschillende tabellen. In deze notitie wordt het huidige stelsel met het nieuwe vergeleken qua (mediane) verwachting en in een goed en slecht weer-scenario.

De tabellen laten over het algemeen uitkomsten zien die een verbetering zijn van het pensioen in het nieuwe stelsel versus het huidige stelsel. Een goede intuïtieve uitleg hoe de resultaten kunnen bestaan ontbreekt.

Plan voor het schrijven van een risico-opinie

Na het inlezen (wat op zich al een week kost) kom je tot een aantal voorlopige aandachtpunten voor de risico-opinie.

Er zijn gerede twijfels rondom uitvoerbaarheid en uitvoeringskosten. Transitierisico’s zijn groot maar lastig kwantificeerbaar. In de geschiedenis van de pensioenen kennen we nergens in de wereld een voorbeeld waarbij een groot bestaand stelsel in zijn geheel is omgezet naar een nieuw stelsel. Over collectief invaren van het ene naar het andere stelsel zijn ook juridische bezwaren geuit door deskundigen.

Een aantal problemen van het huidige stelsel wordt opgelost, maar er worden nieuwe problemen geïntroduceerd. De begrijpelijkheid is beperkt door het hybride solidaire/individuele karakter van het nieuwe stelsel. Qua maatschappelijk draagvlak zijn er daarom materiele risico’s, nu, maar ook zeker na invoering. Deze zijn lastig te wegen, maar op zichzelf dienen ze wel een belangrijke plek te krijgen in de risico-opinie die geschreven moet worden en in de besluitvorming.

Een belangrijk probleem van het oude stelsel is de doorsneeproblematiek, lees ik. We weten nog niet zeker of de afschaffing van de doorsneesystematiek goed zal gaan. De vraag over een evenwichtige belangenafweging tussen verschillende groepen is heel lastig te beantwoorden, omdat evenwichtigheid op verschillende manieren gedefinieerd kan worden. Misschien is het beter een minder complex stelsel te bouwen dat vertrouwen biedt omdat het begrepen kan worden. Misschien verdient dat ook een plaats in de opinie.

De sommen over de voor- en achteruitgang van verschillende deelnemersgroepen zien er bemoedigend uit. Te bemoedigend eigenlijk. Iedereen gaat er in bijna alle gevallen op vooruit. Een intuïtief begrijpelijke verklaring voor de resultaten wordt niet gegeven in de stukken van DNB of de minister. Waar komt dat geld vandaan om het voor iedereen beter te maken als je van het ene naar het andere stelsel gaat. Uit de hemel?

Dit is zeker een onderwerp dat aandacht verdiend. Verder is het werk van de commissie parameters erg belangrijk. Hier moet ook zeker naar gekeken worden. Is dit een theoretische modellen-wereld of een goede representatie van wat kan gaan komen? Moeten we daarnaast niet toch meer rekening houden met echte onzekerheid?

Voor het schrijven van een goede risico-opinie zijn meerdere mensen van verschillende disciplines nodig. Het gaat zeker drie maanden duren en zal ook capaciteit kosten. De vragen zijn belangrijk, moeilijk te beantwoorden en op dit moment ook nog niet eenduidig te beantwoorden.

Werkelijke wereld

Als we het gedachtenexperiment even loslaten, belanden we weer in de werkelijke wereld van vandaag. In deze werkelijke wereld zal een meerderheid van de Tweede Kamer aanstaande donderdag waarschijnlijk instemmen met de nieuwe pensioenwet. Ik heb grote twijfels of alle risico’s rondom de invoering van het stelsel voldoende in beeld zijn. Een goede risico-opinie komt te laat. Het knaagt.

Probability & Partners is een Risk Advisory Firm die geïntegreerde risicomanagement en kwantitatieve modelleringsoplossingen biedt aan de financiële sector en aan data-gedreven ondernemingen.



[1] Ondere andere prof. dr. Dirk Bezemer, prof. dr. Roel Beetsma, prof. dr. Eduard Bomhoff, prof. dr. Wim Boonstra, dr. Gerrit Jan van den Brink RA, mr. drs. Elco Brinkman, drs. Rob de Brouwer, prof. dr Frank den Butter, drs. Maarten Dijkshoorn AG, prof. dr. Sylvester Eiffinger, prof. dr. Joop Hartog, drs. Han de Jong, dr. Angelien Kemna, mr. Flip Klopper, prof. dr. Kees Koedijk, dr. Jeroen Kremers, prof. dr. Robert van der meer, drs. Jelle Mensonides, drs. George Möller, Em. prof. dr. Bernard van Praag, drs. Peter de Ridder, drs. D.M. Sluimers, mr. Willem Stevens, drs. Emiel Stolp, drs. Kees Storm, dr. Jan Tamerus, prof. mr. dr. Cees Veerman, prof. dr. Casper de Vries, drs, dr. Herman Wijffels.