Remco Bleijs: Coppa del COP27

Remco Bleijs: Coppa del COP27

Klimaatverandering Energietransitie ESG
Remco Bleijs (EY)

Door Remco Bleijs, Partner Asset Management en Sustainability Services bij EY

Het kan niemand zijn ontgaan: de afgelopen weken waren alle landen met hun staatshoofden actief tijdens de COP27, dé wereldwijde klimaatconferentie in Sharm-El-Sheikh in Egypte. Dit evenement ging vrijwel naadloos over in de ‘Coppa del Monde’ (verder Coppa), oftewel het WK Voetbal in Qatar.

Zowel de COP27 als de Coppa hebben de ambitie een doeltreffend en goed georganiseerd evenement neer te zetten dat tevens een economische impuls geeft. Bij de Coppa staat vast dat er aan het eind één winnaar is die zich 4 jaar lang wereldkampioen van de grootste sport ter wereld mag noemen. Bij COP27 zou iedereen winnaar moeten zijn, maar er blijken helaas ook veel verliezers te zijn.

De belangrijke uitkomsten van COP27 voor de financiële sector komen in deze column aan bod. De uitslag van de Coppa laat daarentegen nog op zich wachten, maar duidelijk is wel dat veel landgenoten een vurige wens hebben dat Nederland de wereldbeker voor 4 jaar mee naar huis mag nemen. De replica wel te verstaan, want het origineel met ruim 5 kilo goud erin keert na de finale terug naar het kantoor van de FIFA in Zürich.

MENA in de picture

Laten we beginnen met de locaties van beide wereldevenementen: Qatar en Egypte. Twee landen waar je deze evenementen niet direct zou verwachten. Hemelsbreed liggen de locaties maar circa 1.500 km bij elkaar vandaan.

Over de vraag waarom de Coppa in Qatar moet plaatsvinden, is al uitgebreid gesproken en geschreven. Het land telt maar 300.000 inwoners en is even groot als de provincie Utrecht. Ook over de erbarmelijke menselijke omstandigheden, waaronder de circa 750.000 arbeidsmigranten die aan de bouw van onder meer stadions, hotels en infrastructuur hebben mogen werken, is veel bekend geworden, onder meer via een onderzoeksrapport van Amnesty International.

De locatie van Eqypte daarentegen kent wél een goede logica. Eén van de agendapunten van COP27 was de ‘klimaatcompensatie’ om minimaal 100 miljard dollar te alloceren van de rijke en vervuilende landen naar de armere en minder vervuilende landen. Deze armere landen hebben namelijk al onevenredig veel schade opgelopen als gevolg van klimaatverandering en dat zal alleen maar meer worden. Egypte ligt als Noord Afrikaans land in geografisch opzicht grofweg op de grens tussen deze rijkere en armere landen en heeft zich dus opgeworpen als ‘bruggenbouwer’ door als gastland voor COP 27 op te treden.

Helaas zijn de ambities voor deze klimaatcompensatie nog niet geheel uitgekomen, alhoewel op de slotdag op 20 november wel een toezegging werd gedaan een klimaatcompensatiefonds nader uit te gaan werken. Er wordt al reikhalzend uitgekeken naar de volgende onderhandelingsronde. Dat zal zijn tijdens COP28 die in november 2023 in de Verenigde Arabische Emiraten wordt georganiseerd, een buurland van Qatar. Allemaal landen in de MENA regio (Middle East & North Africa), die zich hiermee flink op de het mondiale toneel laten zien.

1,5 graad – nog haalbaar?

Momenteel overschaduwen de geopolitieke problemen als gevolg van onder meer de oorlog in Oekraïne de aandacht voor de klimaatcrisis, zo bleek tijdens COP27. De circa 200 deelnemende landen zijn het tijdens COP27 eens geworden over de continuering van de gestelde grens van 1,5 graad maximale wereldwijde opwarming eind deze eeuw.

Veel belanghebbenden hadden op extra stappen gehoopt. Uit de Climate Change Performance Index 2023 die vorige week werd gepresenteerd blijkt namelijk dat géén van de 59 landen met de grootste uitstoot op een 1,5 graden-pad zit. De grootste vervuiler, China, is zelfs van het pad afgeraakt. Nog geen euforisch WK-finale gevoel dus. Verre van dat zelfs.

Wat wél positief is, is dat de Brazilië, Congo en Indonesië, zoals aangekondigd tijdens COP27, samen gaan optrekken in een bossenalliantie, waarbij de rijkere landen wordt gevraagd mee te betalen aan het beschermen van de regenwouden. In het kader van natuurbehoud én grootschalige CO2-opslag een prima internationale alliantie. Mits de rijke landen daadwerkelijk gaan instemmen.

COP Finance Day en implementaties

Op 11 november jongstleden was de Finance Day van COP27, met speciale aandacht voor de rol van financiële instellingen. Volgend op het goede voorbeeld van COP 26 van vorig jaar in Glasgow, waar het ambitieuze Glasgow Financial Alliance for Net Zero (GFANZ) tot stand kwam waar momenteel circa 550 financiële instellingen bij zijn aangesloten. Zij vertegenwoordigen samen meer dan 150 triljard dollar aan assets en hebben als doel dat hun assets in 2050 net-zero emissies hebben.

COP27 had dit keer als thema ‘Implementation COP’, dus ging over de implementatie van de gestelde doelen. Door de GFANZ-deelnemers werd in het kader van het versnellen van de implementatie onder andere het gezamenlijke gebruik van tools besproken en het oplossen van dataproblemen.

Verder kondigde Al Gore tijdens Finance Day de oprichting van het Climate Trace Platform (CTP) aan, dat met satellietdata en Artificial Intelligence CO2-data oplossingen moet gaan bieden. Ook de ISSB deed een duit in het zakje door haar Implementation Roadmap te presenteren om klimaattoelichtingen internationaal verder te gaan harmoniseren. Tenslotte kondigde Transition Plan Taskforce (TPT) de ‘golden standard’ aan voor net-zero planning, waarmee bedrijven hun transitie naar net-zero effectief kunnen plannen, implementeren en toelichten. Dat klinkt als een hele mooie gouden standaard die meer handen en voeten moet gaan geven aan Implementation COP.

De standaard is ook nog in dezelfde gouden kleur als de felbegeerde Coppa. Zullen het Climate Trace Platform en de Transition Plan Taskforce samen symbool staan voor de twee figuren in de gouden wereldbeker die zichtbaar de wereldbol omhooghouden? Probeer het eens te visualiseren. Het lijkt haast te mooi om waar te zijn. Over een jaar weten we meer. Nu eerst wereldkampioen worden!

Voor een integraal verslag van COP Finance day zie : ey-cop27-finance-day.pdf