Andy Langenkamp: Naarstig op zoek naar nieuw elan

Andy Langenkamp: Naarstig op zoek naar nieuw elan

Andy Langenkamp (foto archief ECR Research)

Europa probeert het hoofd boven water te houden, maar zal het uiteindelijk verdrinken in nostalgie?
 
Door Andy Langenkamp, Senior Political Analyst bij ECR Research

 
In mijn vorige column verwees ik naar Grand Hotel Europa. Een boek dat ook Sigrid Kaag heeft gelezen, getuige haar boekcitaat tijdens de HJ Schoo-lezing:

‘Onvrede en angsten worden gecreëerd, aangewakkerd en uitvergroot, om vervolgens een idyllisch en geïdealiseerd verleden als oplossing te presenteren.’

In Europa proberen velen manmoedig tegenwicht te bieden aan het uitsluitend teruggrijpen op een grotendeels imaginair verleden. Dit gebeurt onder meer door pogingen hernieuwd intellectueel elan te geven aan De Idee Europa. Dat gaat niet altijd even lekker. Zo presenteerde de Europese Commissie het Nieuw Europees Bauhaus, geïnspireerd op de Duitse kunststroming uit het interbellum waarin efficiëntie, elegantie, strakke lijnen, eenvoud en functionaliteit centraal stonden. Volgens de Commissie is het Nieuw Europees Bauhaus ‘een project van hoop … met als doel design, duurzaamheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en investeringen te combineren, om zo te helpen de Europese Green Deal te realiseren.’

Dit geforceerd aandoende initiatief kon – niet geheel verrassend – op hoongelach rekenen, net zoals veel andere grote EU-plannen vaak met de nodige scepsis bekeken worden.

Toch is Europa zeker niet impotent, zoals ik ook vorige keer al aangaf. Zo zijn de fundamenten van de Eurozone sinds de financiële crisis versterkt en gaat de EU nu zelfs rechtstreeks en met succes de financiële markten op om geld op te halen. Economisch gezien is de EU nog altijd een zwaargewicht. Daaraan gekoppeld is de macht om standaarden en regels vast te stellen die zich ontwikkelen tot wereldwijde norm.

Echter, de economische en vooral militaire superioriteit, die de fundamenten vormden voor de Europese bloei in voorgaande eeuwen, komen niet terug. En Europa mag zich graag opwerpen als mondiaal moreel kompas, dat kompas is intern soms slecht afgesteld. Zolang het eigen huis niet op orde is, zullen anderen schouderophalend Europese geheven vingertjes negeren. Zeker omdat Europa de politieke en militaire macht en wil mist om het morele gezag te stutten met harde actie.

Van koers veranderen wordt des te moeilijker, omdat instituties en elites steeds minder vertrouwen genieten. De elite wordt tegenwoordig bijna per definitie gewantrouwd en populisten spelen hier gretig op in door elites alles wat fout gaat in de schoenen te schuiven, daarbij gemakshalve vergetend dat alles wat wel goed gaat – en dat is veel, heel veel – ook voor een heel belangrijk deel op het conto van de elites komt. Bovendien is hun nostalgisch uitgangspunt dat het vroeger beter was en dus moet de klok teruggedraaid worden. Maar je hoort die populisten nooit over onder andere het lage onderwijsniveau en de lage levensverwachtingen van vroeger.

Van de drie grote blokken – de VS, China en Europa – lijkt het laatste het kwetsbaarst. Mede omdat wat de kracht van Europa was – de vele talen, lokale tradities, regionale culturen – een zwakte is in een wereld waarin schaalvergroting heilig is (was?) verklaard. George Steiner stelde dat Europa ten onder gaat als het niet vecht voor instandhouding van die verschillende tradities en gebruiken, maar tegelijk pleitte hij voor meer integratie. Hoe die twee met elkaar te verenigen, daarop had ook Steiner geen antwoord en met die vraag zullen Kaag en vele andere Europese politici nog lange tijd worstelen.

 

 

Bijlagen