Han Dieperink: De kleren van de keizer

Han Dieperink: De kleren van de keizer

China
Han Dieperink

Xi Jinping is op 16 oktober benoemd voor een derde termijn. Daarmee komt hij op gelijke hoogte met Mao, met grote consequenties voor de wereldeconomie.
 
Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

 

Nu de datum voor het congres van de communistische partij bekend is, weten we dat de kaarten zijn geschud. Er is geen machtsstrijd. Xi wordt de grote roerganger van het Rijk van het Midden. Mogelijk wordt hij als eerste persoon sinds Mao benoemd tot voorzitter van de partij. Zijn macht verschilt daarna niet zoveel van die van de Chinese keizers voor hem. Na de Ming-, de Qing- en de Mao-dynastie is het nu tijd voor de Xi-dynastie.

Het communistische kader wordt getraind in Yan’an, een opleiding die het midden houdt tussen een MBA en een soort Bijbelstudie. Nog altijd staan daarin Mao en Marx centraal. Doelstelling is om van China in 2049, bij het honderdjarig bestaan van de Republiek, een economisch en militair machtig land te maken. Verder legt Xi met zijn programma voor ‘gemeenschappelijke welvaart’ de nadruk op sociale gelijkheid. Hij wil een olijfvormige verdeling van het inkomen: weinig rijken, weinig armen, maar wel een brede middenklasse. Volgens hem is de polarisatie in het Westen het gevolg van het verdwijnen van die middenklasse. Een sterke middenklasse zorgt voor maatschappelijke stabiliteit, niet onbelangrijk voor mensen die aan de macht willen blijven.

Verder is Xi ervan overtuigd dat China de strijd tegen de klimaatcrisis kan winnen. De vereiste transitie is eenvoudiger te voltooien onder het communistische systeem dan onder het kapitalisme. De wapenwedloop die daarvan het gevolg is, mag positief worden uitgelegd.

In 2008 en 2009 keken veel politici in West-Europa en de Verenigde Staten met enige jaloezie naar China. Dat land was wel in staat om in het geval van grote calamiteiten de juiste maatregelen te treffen. Vandaag de dag lijken de rollen omgekeerd. De economische krimp van China in het afgelopen kwartaal wordt veroorzaakt door problemen die Beijing zelf heeft gecreëerd en dus oplosbaar zijn. Dat zijn het zero COVID-beleid en de aanpak van de huizenmarkt. Ondanks de langetermijnstrategie zijn Chinese leiders soms opvallend pragmatisch, maar reken pas na 16 oktober op versoepeling van deze maatregelen.

Fundamenteel staan daarna in China alle seinen op groen. De economie groeit, de centrale bank versoepelt het beleid en de waarderingen zijn laag. In 2008/2009 zorgde China er met een forse fiscale impuls voor dat een wereldrecessie kon worden voorkomen. Toen groeide de Chinese economie met circa 10% jaar op jaar. Volgend jaar zal de groei waarschijnlijk op de helft uitkomen. En toch betekent dit een grotere bijdrage aan de wereldeconomie. De Chinese economie was in 2008 namelijk $ 4,5 biljoen groot en is nu gegroeid tot $ 17,7 biljoen. De wereldeconomie is in dezelfde periode met ongeveer 30% gegroeid. Een groei van 5% nu betekent dus een hogere bijdrage aan de wereldeconomie dan de 10% in 2008.

Toch blijven veel mensen weg uit China, alsof iemand elk moment kan zeggen dat de keizer geen kleren aan heeft. Voor beleggers is al dat negativisme eerder een plus dan een min. Leve de keizer.

 

 

Attachments