Ebury: Recessie-angst

Ebury: Recessie-angst

Currency
valuta (1).jpg

Door Enrique Diaz-Alvarez, Chief Risk Officer, Ebury
 
De angst voor een recessie is nu vooral op Europa gericht. De markten zijn steeds bezorgder over de kwetsbaarheid van de gasvoorziening in Europa, terwijl het Amerikaanse werkgelegenheidsrapport een positief beeld van de Amerikaanse economie geeft.

De Europese valuta deden het hierdoor slecht. De euro daalde het sterkst: meer dan 2% ten opzichte van de dollar. Het opstappen van Boris Johnson en de aanslag op Shinzo Abe leken nauwelijks effect op de valuta van die landen te hebben. Het Britse pond presteerde zelfs vrij goed en steeg scherp ten opzichte van de euro. Bij de opkomende markten zette de Braziliaanse real de beste prestatie neer. Dit was een beetje verrassend, maar valt te verklaren als ‘bounce-back’ (opveren) van een ondergewaardeerde munt na een recente verkoopgolf.

Deze week krijgen we in de VS het inflatierapport. Het CPI-rapport is mondiaal een van de belangrijkste gegevenspunten geworden. Het headlinecijfer van woensdag zal naar verwachting opnieuw het hoogste in tientallen jaren zijn, maar de kerncijfers zouden iets kunnen terugvallen. Verder is er deze week weinig nieuws. Dit kan betekenen dat de altijd onvoorspelbare krantenkoppen over de energievoorziening in Europa overdreven veel invloed op de markten zullen hebben.


Belangrijke valuta in detail

EUR
De combinatie van een sterke dollar en nervositeit over de gasleveringen aan Centraal-Europa zorgde ervoor dat euro zijn laagste punt in 20 jaar bereikte. De munt wordt nu lager gewaardeerd dan ooit en de posities zijn deze week nóg overstrekter, maar er is angst voor stopzettingen door verstoring van de gaslevering aan Centraal-Europa. De gemeenschappelijke munt is daardoor op dit moment nog steeds een hete aardappel die iedereen doorschuift. Er staat deze week in de eurozone geen marktschokkend nieuws de agenda, dus zal de handel bepaald worden door het CPI-rapport uit de VS.

GBP
Het aftreden van Boris Johnson kreeg vorige week alle aandacht, want er waren geen belangrijke nieuwe cijfers. Vreemd genoeg steeg het Britse pond na dit nieuws juist ten opzichte van alle andere Europese valuta. De meedogenloze rally van de dollar wist het bijna bij te houden. De PMI-indicatoren voor de economische activiteit in juni werden opwaarts bijgesteld, wat het pond een positieve context opleverde. Deze week zal de aandacht terugkeren naar de economie: we krijgen de cijfers van mei over de bouw, de industriële productie en de handelsbalans.

USD
Het Amerikaanse arbeidsmarktrapport was opnieuw sterk. Dit bevestigt ons idee dat er geen enkele sprake is van een recessie. Er komen nog steeds banen bij, en dat gaat veel sneller dan de toename van de beroepsbevolking. De werkloosheid blijft ruim beneden de 4% en het aantal werkzoekenden valt in het niet bij het aantal vacatures. Zo ziet een recessie er niet uit. De markten prijzen een grote mate van waarschijnlijkheid in dat de Fed bij zijn julibijeenkomst de rente met 75 basispunten verhoogt, maar het inflatierapport van deze week kan nog roet in het eten gooien. Het kerncijfer is volgens ons belangrijker dan het headlinecijfer. Andere rapporten, zoals het PCE, leken op stabilisatie te wijzen. Een neerwaartse verrassing zou de markten ertoe kunnen bewegen om weer 50 basispunten in te prijzen, waardoor een tegentrend kan ontstaan in de vorm van een verkoopgolf van de greenback.