Ebury: Risicobereidheid is terug, verkoopgolf dollar houdt aan

Ebury: Risicobereidheid is terug, verkoopgolf dollar houdt aan

Currency
valuta 3

Door Enrique Diaz-Alvarez, Chief Risk Officer, Ebury

De aandelenmarkten en de risicomarkten herstelden zich vorige week in het algemeen sterk – maar de Amerikaanse obligatierentes niet.

Het gevolg was voorspelbaar: de dollar ging in de uitverkoop en vooral de Europese en Latijns-Amerikaanse valuta profiteerden daarvan. De koersen van Europese valuta kregen een impuls door de renteverschillen tussen Europa en de VS bij sluiting. De koersen van Latijns-Amerikaanse valuta stegen in het algemeen door de terugkeer van risicobereidheid, en in het bijzonder door de verzengende rally van commodity’s. De Poolse zloty verdient een eervolle vermelding, want die zette vorige week een topprestatie neer toen duidelijk werd dat de Poolse economie tot nu toe niet al te sterk onder de oorlog lijdt.
 
Deze week draait alles om de macro-economische cijfers uit de belangrijkste valutazones: dinsdag verschijnen de flash-inflatiecijfers van mei voor de eurozone en vrijdag sluit het belangrijke Amerikaanse banenrapport de week af. Wat de inflatie betreft, verwachten de markten opnieuw een stijging van zowel het headlinecijfer als het kerncijfer. Dit zou betekenen dat de ECB zeker uiterlijk in juli de rente gaat verhogen.
 
Nu de verwachtingen steeds verder worden bijgesteld voor meer en snellere renteverhogingen door de ECB zou de euro een flinke impuls moeten krijgen. Het recente koersherstel kan hierdoor nog wel even aanhouden.
 
Belangrijke valuta in detail
 
EUR
 
De PMI-indicatoren voor economische activiteit hielden in de eurozone veel beter stand dan in het VK en in de VS. Dit wijst erop dat de economie in de eurozone veel veerkrachtiger is dan wordt gedacht. De cijfers wezen duidelijk op groei, waardoor het idee dat een recessie op komst is naar de achtergrond verdwijnt en we blijven zitten met een monetair beleid dat totaal niet in de inflationaire en economische context past.
 
De inflatiecijfers van deze week zullen opnieuw een historische record worden. Het daadwerkelijke cijfer gaat de omvang van de renteverhoging in juli bepalen. Als het een nare verrassing wordt, stijgt waarschijnlijk de kans op een renteverhoging van 50 basispunten en wordt de koers van de gemeenschappelijke munt gesteund.
 
GBP
 
De PMI-indicatoren voor economische activiteit waren in het VK in mei zwakker dan op het Europese vasteland. Dit is een raadselachtige divergentie, die de moeite waard is om in de gaten te houden.
 
Het Britse pond en de rentemarkten trokken zich niets van deze cijfers aan, maar deze belangrijke indicator zal toch echt gezond moeten zijn om in de prognoses van stabiele renteverhogingen door de Bank of England te kunnen uitgaan. Hij mag zeker niet lager staan dan de teleurstellende 51,8 die we bij de samengestelde index hebben gezien.
 
In het VK verschijnen deze week grotendeels minder belangrijke en/of achterlopende cijfers. We verwachten daarom dat de handel in het pond bepaald zal worden door de ontwikkelingen elders in de wereld.
 
USD
 
Vorige week werd een hele reeks minder belangrijke cijfers gepubliceerd, waarvan de meeste slechter waren dan verwacht. Vooral de zwakke huizenmarkt hield de rally op de Amerikaanse obligatiemarkt in stand. De twaalfmaandelijkse spread tussen Amerikaans rentepapier en rentepapier in euro is nu kleiner dan eind maart, wat ongetwijfeld de belangrijkste verklaring is voor het recente koersherstel van de euro.
 
Toch verwachten we niet dat deze beginnende zwakte veel invloed op de keuzes van het FOMC zal hebben, want de inflatie ligt nog steeds ver boven het doel van de Fed. Deze week krijgen we de laatste belangrijke gegevenspunten voorafgaand aan de junibijeenkomst van de Federal Reserve: het arbeidsmarktrapport van mei. De markten verwachten een terugval van de lonen, die nog steeds achterlopen op de prijzen.
 
Als dit rapport een positieve verrassing wordt, zullen de markten beginnen met het inprijzen van drie achtereenvolgende renteverhogingen van 50 basispunten door de Fed.