T. Rowe Price: 2022 wordt mooi voor aandelen maar begint hobbelig

T. Rowe Price: 2022 wordt mooi voor aandelen maar begint hobbelig

Economy Financial markets Outlook
Nikolaj Schmidt (photo archive T Rowe Price)

Volgens Nikolaj Schmidt, internationaal econoom bij T. Rowe Price zijn de markten een beetje met een kater 2022 ingestapt. Er liggen simpelweg te veel uitdagingen - waaronder omikron - in het verschiet.

Aan de andere kant denkt Schmidt ook dat de economie, als het nieuwe jaar echt op gang is gekomen, flink zal aantrekken en dat 2022 uiteindelijk een mooi beleggingsjaar wordt.
 
Spelbreker inflatie
Schmidt ziet een economie - vooral buiten de VS - waarin nog steeds sprake is van een grote inhaalvraag. Tegelijkertijd zijn de door de centrale banken geboden randvoorwaarden nog steeds zeer vriendelijk voor de markten. En als gevolg van de schuldenafbouw van de huishoudens in het afgelopen decennium en de bereidheid van politici om tijdens de coronacrisis geld uit te geven, staat de particuliere sector er zeer solide voor.
 
De grote spelbreker is inflatie. Die heeft nu een niveau bereikt dat hoger ligt dan de meesten zich hadden kunnen voorstellen toen 2021 begon. Maar wie zich verdiept in de oorzaken van de opgelopen inflatie, moet constateren dat er vooral problemen met de aanvoerlijnen van de wereldeconomie achter de schermen spelen. Naarmate deze problemen worden opgelost, zal het grootste deel van de inflatiedruk wegebben.
 
Chinese hervormingen
Een andere uitdaging voor de wereldeconomie is China. Het Chinese leiderschap heeft geprofiteerd van de wereldwijde groeiheropleving in 2021 om een reeks hervormingen door te voeren met als doel om de economie over de hele linie minder schulden te laten maken.
 
De Communistische Partij heeft duidelijk te kennen gegeven dat zij meer nadruk wil leggen op groei. Schmidt verwacht een stabielere en iets sterkere groeicurve in 2022 in vergelijking met het afgelopen jaar. Dat zou goed nieuws zijn, maar, waarschuwt Schmidt, de af te leggen route zal niet zonder hobbels zijn.
 
Oververhitte economie?
Een derde bedreiging voor de economische groei in 2022 is de Amerikaanse arbeidsmarkt. Hier is de druk om de lonen te verhogen in 2021 veel groter geweest dan verwacht. Dit heeft tot bezorgdheid geleid over een arbeidsmarkt die op oververhitting afstevent. 
 
Als de VS dicht bij volledige werkgelegenheid komen, dan is het land verder in de cyclus dan gedacht en in dat geval zal de toegenomen consumentenvraag leiden tot stijgende lonen en inflatie, in plaats van sterkere economische conjunctuur. Schmidt denkt echter dat de loondruk in de VS tot dusverre is meegelift op de onderliggende stromingen die ook de inflatiecijfers beïnvloeden, en dat dus ook hier de verwachting is dat de druk na verloop van tijd zal afnemen.
 
Kortstondige correctie economie
Hoewel de randvoorwaarden voor de economie fundamenteel sterk zijn en wijzen op een solide vooruitgang in 2022, is er genoeg waar Schmidt zich zorgen over maakt. Op korte termijn is hij een beetje sceptisch over de trend. Volgens hem bevond de economie zelfs nog vóór de omikronuitbarsting al in een kortstondige correctiefase van de economische groei. 

Dat de groei, ondanks de sterke randvoorwaarden, reeds op de proef werd gesteld voordat omikron verscheen, is volgens Schmidt te wijten aan een combinatie van problemen met de bevoorradingsketens, een krapper begrotingsbeleid en de hoge inflatie. Deze laatste is vooral te wijten aan de stijging van de energieprijzen, waardoor de koopkracht van de consument wordt beknot. 

Tegelijkertijd hebben de markten - vooral in de VS - te maken gehad met tegenwind van de centrale banken. De hoge inflatie heeft de toon van de Fed veranderd. De Amerikaanse centrale bank ziet zich genoodzaakt om zijn steunaankopen op de markten eerder en sneller terug te schroeven en mogelijk het tijdspad naar renteverhogingen in te korten.
 
Europa boven de VS
Al met al meent Schmidt dat de wereldeconomie maar moeizaam aan 2022 is begonnen. Maar in de loop van het jaar verwacht hij verbetering. De vraag is of de de financiële markten dat ook zo zien. De markten hebben de neiging om vooruit te kijken, maar niet te ver, en Schmidt denkt dat zij zich eerst minutieus zullen focussen op de uitdagingen. Voor groeigevoelige beleggingen zoals aandelen betekent dit dat de start van het nieuwe jaar turbulent kan zijn. De markten moeten eerst greep krijgen op de implicaties van zowel de omikronvariant als de verkrapping van de Fed. 
 
Naarmate de markten geleidelijk een duidelijker beeld krijgen, en als de problemen in de toeleveringsketen bijna zijn opgelost, verwacht Schmidt een perspectiefverschuiving. De markten zullen dan, na zich blind gestaard te hebben op de uitdagingen, de economische groei op langere termijn weer op de eerste plaats zetten.
 
Schmidt meent dat dit kantelpunt zich voordoet zodra volledig duidelijk is welke beperkingen de grote Europese landen en de VS opleggen om virusuitbraken op een politiek aanvaardbaar niveau te houden. Als de tijd rijp is voor een langetermijnvisie, zal Schmidt minder naar de VS kijken en meer naar de rest van de wereld. Buiten de VS zijn de economieën volgens hem sterker en is er meer inhaalvraag om uit te putten. Daarom meent hij dat vooral Europa voor beleggers interessant is.