Harry Geels: Arbeidsuittocht maakt ‘tijdelijke inflatie’ minder waarschijnlijk

Harry Geels: Arbeidsuittocht maakt ‘tijdelijke inflatie’ minder waarschijnlijk

Inflation
Harry Geels

Door Harry Geels

In de VS heeft het aantal werkloosheidsaanvragen het laagste niveau bereikt in 52 jaar. Tegelijkertijd zien we bijna overal in de wereld het aantal vacatures tot recordhoogten stijgen. Lonen stijgen navenant, vooral als werknemers van baan wisselen. Het gebrek aan arbeidskrachten kan mede worden toegeschreven aan de overheidssteun aan bedrijven.

Vorige week meldde de Amerikaanse Labor Department dat het aantal werkloosheidsaanvragen, met 199.000 aanvragen op weekbasis, op het laagste punt in 52 jaar was uitgekomen (zie Figuur 1). Het laagterecord volgde op een nog niet zo lang geleden gevormd hoogterecord: die van 6,62 miljoen werkloosheidsaanvragen op 28 maart 2020. ‘Het kan verkeren’, om maar de bekende zinspreuk van dichter G.A. Bredero aan te halen. 

Figuur 1: Aantal nieuwe werkloosheidsaanvragen VS (weekdata)

30112021-Harry Geels-Figuur 1

Bron: Dr. Thomas K. Swift/Department of Labor

Niet geheel toevallig verstomde min of meer gelijktijdig met dit bericht in de VS het verhaal van de Fed dat inflatie tijdelijk (‘transitory’) zou zijn. Hoewel ‘tijdelijke inflatie’ in de praktijk niet bestaat – het is slechts een misleidende oxymoron – menen diverse Fed-officials nu dat inflatie wat langer structureel hoger zal liggen dan de doelstelling. De problemen met de energieprijzen, stijgende woonlasten en nu ook stijgende lonen zijn – ondanks een aanstaande ‘tapering’ – niet zomaar de wereld uit.

Teruglopend aanbod en stijgende vraag

Er zitten diverse oorzaken achter de loonstijgingen. Kort door de bocht is het aanbod van arbeidskrachten afgenomen en is de vraag naar arbeid, door het snelle economische herstel, toegenomen. In Figuur 2 is te zien dat de Amerikaanse ‘labor force’ vorig jaar sterk is gedaald en bij lange na niet is hersteld. Door de crisis namen veel Amerikanen, vooral zij die vlak voor hun pensioen stonden en mooie beurswinsten hadden op hun 401k-pensioenregelingen, afscheid van de arbeidsmarkt. 

Figuur 2: De ‘US Labor Force’

30112021-Harry Geels-Figuur 2

Bron: Schroders/Refinitiv

Bij jongeren speelt nog iets anders. Ze willen, voor een betere kwaliteit van leven, liever in deeltijd werken, of zijn bij voorkeur eigen baas of ‘digital nomad’, zoals dit artikel in Forbes beschrijft, of speculeren liever op de beurs, in crypto’s of huizen. In de VS namen volgens het Bureau of Labor Statistics alleen al in de maand september 4,4 miljoen mensen ontslag. Dat gebeurde nooit eerder op deze schaal (sinds de telling van vrijwillige ontslagen wordt bijgehouden). In de VS spreekt men al van The Great Resignation.

Degenen die ontslag nemen en gaan werken bij een nieuwe werkgever zijn door de krappe arbeidsmarkt in staat een flink hoger loon te onderhandelen. Er is onderhandelingskracht omdat er veel vacatures zijn, in Canada zijn er bijvoorbeeld nu één miljoen vacatures op een beroepsbevolking van twintig miljoen! Duitsland is alvast proactief op zoek gegaan naar 400.000 arbeidsimmigranten.

De zogeheten Beveridge Curve’, die de relatie meet tussen de ‘Job Openings Rate’ en de het werkloosheidspercentage, heeft in het post-COVID-19-tijdperk een heel ander verloop gekregen dan in verschillende periodes die vooraf gaan aan de coronacrisis (zie Figuur 3 voor de VS).

Figuur 3: Relatie loonstijging en werkloosheidspercentage in de VS

30112021-Harry Geels-Figuur 3

Bron: The Humble Student/Bureau of Labor Statistics

Andere uitdagingen op de arbeidsmarkt

Door corona is verder in veel landen druk ontstaan op de zorg en het onderwijs, waar veel mensen door burnouts zijn uitgevallen. In het VK is het probleem nog nijpender omdat door de Brexit de immigratie is stilgevallen en er bijvoorbeeld een groot tekort aan vrachtwagenchauffeurs is, omdat Polen en Bulgaren niet meer het land in mogen. Bedrijven zitten met hun handen in het haar hoe mensen te vinden en behouden. Het internet staat tegenwoordig vol met arbeidsadviezen van bedrijfsconsultants.

En dan is er tenslotte nog de ‘inconvenient truth’ over de staatssteun aan bedrijven die gebukt gaan onder de COVID-19-crisis en dan vooral de ‘lockdown’-maatregelen. De COVID-19- en de klimaatcrisis hebben voor grote maatschappelijke veranderingen gezorgd. Eigenlijk moeten diverse bedrijven reorganiseren of failliet gaan, om plaats te maken voor bedrijven die juist profiteren of nodig zijn in de twee verschillende crises. De arbeidsmarkt wordt door steunmaatregelen inflexibel gehouden.

Vergrijzing

De lonen staan niet alleen op de korte termijn onder hoogspanning. Professoren Charles Goodhart en Manoj Pradhan beschrijven in het vorig jaar uitgekomen boek ‘The Great Demographic Reversal’ dat enerzijds de vergrijzing in het westen en anderzijds de afnemende loonconcurrentie vanuit Oost-Europa en China (die decennia lang nog de lonen in het westen onder druk hielden) op de lange termijn zorgen voor (verder) oplopende loon- en prijsinflatie.

Ongelijkheid

Dan is er nog een ethisch argument pro loonstijgingen. De lonen zijn de laatste veertig jaar sterk achtergebleven op het kapitaal. Zoals ook Figuur 4 laat zien, zijn de extra winsten van de productiviteitsstijgingen grotendeels bij de bedrijven (de facto bovenste bestuurslagen en aandeelhouders) terechtgekomen. In de VS is bijvoorbeeld de index van de reële lonen pas twee jaar geleden weer boven het hoogtepunt van begin jaren zeventig terechtgekomen. 

Figuur 4: Productiviteitsstijging versus gemiddeld uurloonstijging VS (1964-2020; 1979=100))

30112021-Harry Geels-Figuur 4

Bron: McKinsey & Company/Fed

Het wordt tijd dat arbeiders weer een graantje meepikken van de welvaartstijging. Ze zullen het gezien de gestegen grondstoffenprijzen en loonlasten ook hard nodig hebben. De vakbonden kunnen weer een prominentere rol spelen. De vakbond voor de medewerkers van de ECB geeft alvast het goede voorbeeld: de centrale bankiers willen ook graag gecompenseerd worden voor de inflatie waaraan ze zelf mede debet zijn.

Ontnuchterende scenarioanalyses

Hoe de loon- en prijsontwikkelingen de komende jaren zich ontwikkelen, is tot op zekere hoogte natuurlijk koffiedik kijken. Scenarioanalyses kunnen in dit kader nuttig zijn. Verhelderend is bijvoorbeeld een analyse die Schroders recent heeft uitgevoerd en waarin onder de noemer van de ‘Roaring Twenties’ een scenario van structureel hogere inflatie wordt geschetst.

Of staat er binnenkort misschien een nieuwe Henry Ford op? Ford verdubbelde in januari 1914 ineens de salarissen, en wel om twee redenen. Hij had dringend arbeidskrachten nodig omdat er veel zieken waren en er veel verloop was onder zijn medewerkers. Verder meende hij dat er een middenklasse moest komen die voldoende koopkracht zou krijgen om zijn auto’s te kopen.

Beleggers doen er goed aan om voorzichtig te zijn met bedrijven met veel personeel. Gelukkig leert de COVID-19-crisis dat dit vaak bedrijven zijn zonder een beursnotering of met niet zo’n zwaar gewicht in de index. De grootste bedrijven op de beurs hebben verrassend weinig mensen in dienst. Ook is het goed nieuws dat, als de lonen weer verder stijgen, er weer sprake is van een groeiende middenklasse. Dat is het cement van de samenleving en kan bijdragen aan minder polarisatie.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels