Schroders: Duurzame fondsen doen het goed dankzij COVID-19

Schroders: Duurzame fondsen doen het goed dankzij COVID-19

ESG-investing ESG
Corona-virus (05)

De vrees van beleggers dat duurzaam beleggen ten koste van het rendement gaat is voor het vierde achtereenvolgende jaar afgenomen, doordat de Covid-19 crisis de aandacht voor duurzaamheid heeft versterkt, zo blijkt uit de Institutional Investor Study 2021 van Schroders.

Uit dit jaarlijkse onderzoek van Schroders onder 750 institutionele beleggers uit 26 locaties met een belegd vermogen van 26,8 biljoen dollar, dat voor het eerst in 2017 werd gehouden, blijkt dat de twijfel of duurzame beleggingen een solide rendement kunnen behalen, steeds verder afneemt.

Ongeveer 38% van de respondenten had twijfels over het rendement van duurzaam beleggen, tegen 45% vorig jaar en 48% die in 2019. Dit is opnieuw een teken dat steeds minder beleggers denken dat duurzaam beleggen ten koste van het rendement zal gaan.

Belangrijk is dat de COVID-19-crisis de aandacht voor duurzaam beleggen bij institutionele beleggers heeft versterkt: 52% is het als gevolg van de pandemie belangrijker gaan vinden.

Vooral in Europa leefde deze opvatting sterk: hier hechtte 62% van de respondenten nu meer belang aan duurzaam beleggen als gevolg van COVID-19. In Nederland is dit cijfer zelfs 75%, terwijl een kwart van de instituten meende dat er geen impact was.

Tegelijkertijd gaf een kleine 8% van de beleggers wereldwijd aan dat ze niet geloven in de voordelen van duurzaam beleggen, wat aanzienlijk minder is dan de 23% die er in 2018 zo over dacht. In Nederland waren onder de ondervraagden geen beleggers die niet in duurzame assets beleggen.

Focus op integratie en het milieu

Integratie in het beleggingsproces blijft de voorkeursaanpak, waarbij negatieve screening, wat neerkomt op desinvestering, aanzienlijk minder belangrijk is geworden. Positieve screening, thematisch beleggen en een actieve dialoog met bedrijven behoorden ook tot de meest gebruikte manieren om duurzaamheid te stimuleren.

Vooruitlopend op de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties in november dit jaar gaf bijna twee derde (64%) van de respondenten aan dat ze milieukwesties zoals klimaatverandering of het gebruik van fossiele brandstoffen de belangrijkste onderwerpen in de dialoog met bedrijven vinden. In Nederland antwoordde 83% van de bedrijven dat ze dit het belangrijkste vinden, direct gevolg door een gelijkwaardige behandeling van het personeel (75%).

De focus op milieu was het meest uitgesproken bij de Europese beleggers, en ook in Noord-Amerika en Zuidoost-Azië werd dit onderwerp het meest genoemd. Interessant is dat Latijns-Amerikaanse beleggers het vooral belangrijk vonden op een duurzame manier tegemoet te komen aan de behoeften van de klant.

Er blijven uitdagingen

Toch zien beleggers nog verschillende uitdagingen als het gaat om duurzaam beleggen. Greenwashing, het als duurzaam of duurzamer verklaren van beleggingen die dat in werkelijkheid niet of minder zijn, blijft het lastigste probleem; 59% noemde dit als het grootste obstakel, bijna evenveel als vorig jaar toen 60% deze mening toegedaan was. Nederlandse instituten beantwoordden dit met 75%.

Verder twijfelde nog 46% van de beleggers wereldwijd of het wel mogelijk is om de risico’s bij duurzaam beleggen te meten en te beheren. Dat is aanzienlijk meer dan de 33% in 2020. Ook een gebrek aan transparantie is een belangrijker punt van zorg geworden: dit werd door 53% genoemd.

Andy Howard, verantwoordelijk voor duurzaam beleggen bij Schroders: 'Als gevolg van COVID-19 letten beleggers er nu scherper op dat hun vermogen zo duurzaam mogelijk wordt belegd. De wereldeconomie is nog lang niet terug op het niveau van voor de pandemie, maar veel respondenten zijn van mening dat het herstel duurzaam moet zijn.'

Volgens hem is het duidelijk dat er voor vermogensbeheerders nog veel werk aan de winkel is om deze verandering te ondersteunen. 'Ze moeten ervoor zorgen dat de twijfels of aarzelingen die klanten hebben als het om duurzaam beleggen gaat, volledig worden weggenomen door een steeds duidelijker rapportage en informatieverschaffing.'

Maar Howard vindt het bemoedigend te zien dat de vrees dat duurzaam beleggen ten koste van het rendement gaat, steeds minder wordt. 'Schroders betoogt al jaren dat duurzaam beleggen en een sterke focus op solide rendement elkaar niet hoeven uit te sluiten; sterker nog, dat een doordacht en weloverwogen duurzaamheidsbeleid de basis voor rendement op lange termijn vormt.'

Wat verwachten de beleggers voor 2021?

De rendementsverwachtingen van de beleggers zijn in de afgelopen 12 maanden gestegen, aangezien zij al beginnen te kijken naar de periode na de pandemie. 82% verwacht over de komende vijf jaar een jaarlijks rendement van ten minste 4% te behalen, tegen 72% een jaar geleden.

47% verwacht zelfs een gemiddeld jaarrendement van meer dan 6%, terwijl dit een jaar geleden nog 35% was. Ook het aandeel zeer positief gestemde beleggers, die een jaarrendement van meer dan 9% verwachten, steeg: van 5% in 2020 naar 13% in 2021.

Het vertrouwen dat de rendementsverwachting wordt behaald, veerde weer terug naar 46%, tegen 33% een jaar geleden. Het meest optimistisch waren beleggers in Europa (53%), gevolgd door die in Noord-Amerika (44%).

De pandemie en de wereldwijde economische vertraging blijven voor beleggers de grootste zorgen, terwijl ze ook grote zorgen over de aanscherping van het monetaire beleid hebben. Dit wijst erop dat de vrees voor inflatie toeneemt, waarbij een stijging van de kredietkosten als belangrijk risico wordt beschouwd.

Het klimaatrisico is ook een stuk belangrijker geworden als factor die het beleggingsresultaat kan beïnvloeden, al is het nog relatief laag.