Hilde Veelaert: Uitsluiting is bij duurzaam beleggen de uiterste stap

Hilde Veelaert: Uitsluiting is bij duurzaam beleggen de uiterste stap

Hilde Veelaert (ACTIAM) (Kees Rijken Fotografie)_980x600.jpg

Door Harry Geels
 
Recent werd Hilde Veelaert benoemd tot CIO van ACTIAM. Een goed moment om even bij deze overstap stil te staan en met haar in gesprek te gaan over de belangrijkste trends binnen de wereld van vermogensbeheer. Er zijn volgens haar maar liefst vijf belangrijke ontwikkelingen: duurzaamheid, wet- en regelgeving, het nieuwe Pensioenakkoord, digitalisering en inflatie. De meeste aandacht gaat uit naar duurzaamheid en in het verlengde daarvan naar biodiversiteit. Veelaert formuleert een ambitieuze doelstelling:

 
Gefeliciteerd met uw benoeming tot CIO van ACTIAM. Kunt u iets vertellen over uw loopbaan?

‘Ik ben mijn loopbaan in 1994 begonnen als portefeuillemanager bij AXA België. Toen AXA IM haar activiteiten ging centraliseren, ben ik de portefeuilles die ik beheerde naar Nederland gevolgd. Na twee jaar voor AXA IM in Den Haag te hebben gewerkt en daarna een jaar in Parijs, besloot ik om dat toch weer dichter bij huis te gaan doen. Gelukkig was er een mooie kans beschikbaar bij SNS Asset Management in Den Bosch, waar ik meteen aan de slag kon. Dat bedrijf was toen al volledig gefocust op duurzaamheid. Dit bood een enorme meerwaarde voor mij. Ik ben dan ook nooit meer weggegaan. SNS Asset Management is ACTIAM geworden, verhuisde eerst naar Utrecht en zit sinds kort in Amsterdam, in de Alpha Tower. Als portefeuillemanager kreeg ik de kans om door te groeien naar Hoofd Aandelen en sinds kort ben ik officieel CIO, nadat ik ruim een jaar ‘Acting’ CIO was. Ik woon met mijn gezin sinds het vertrek uit Parijs trouwens in Antwerpen.’

Wat zijn de belangrijkste thema’s waar beleggers de komende jaren mee te maken krijgen?

‘De belangrijkste trend is de verduurzaming, die enerzijds wordt gedreven door de vraag van beleggers bij wie de normen en waarden zijn opgeschoven en anderzijds door de almaar strenger wordende wet- en regelgeving. De toenemende aandacht voor duurzaamheid komt overigens niet alleen door zorgen over het milieu of door sociale overwegingen. Er liggen ook financiële overwegingen aan ten grondslag. Bij bedrijven die ESG hoog in het vaandel hebben, manifesteren zich in de praktijk minder risico’s. Als we ons concentreren op de E, dan zijn er twee belangrijke uitdagingen: de klimaattransitie en de teruglopende biodiversiteit. Deze uitdagingen bieden beleggers kansen (bijvoorbeeld in de sectoren die oplossingen creëren om de hele energie-infrastructuur te transformeren), maar helpen ook bij het identificeren van risico’s. Bedrijven die niet meegaan in de transitie, lopen verhoogde risico’s, denk aan boetes, afnemende vraag naar producten en stranded assets.

Verder heeft DNB de teruglopende biodiversiteit als systeemrisico bestempeld. Volgens een recent gepubliceerd rapport heeft de financiële sector € 510 miljard blootstelling aan activiteiten die raken aan onze biodiversiteit. Op termijn kan de financiële schade voor onze sector zelfs groter worden dan de negatieve effecten van CO2-uitstoot. Het is belangrijk om onze biodiversiteit zoveel mogelijk te behouden, of beter nog; te herstellen. Wij hebben in 2020 een engagementprogramma rond biodiversiteit opgestart, waarin we met verschillende bedrijven in gesprek gaan om bijvoorbeeld verdere ontbossing te voorkomen. De voortgang hiervan volgen we via satellietbeelden van Satelligence. Wij zijn ook lid van het EU Finance and Biodiversity Community Platform. ACTIAM heeft als doelstelling geformuleerd om vanaf 2030 geen verlies van biodiversiteit meer te accepteren.’

De voormalig CIO Duurzaamheid bij BlackRock, Tariq Fancy, stelde in The Guardian dat duurzaam beleggen niet gaat werken.

‘Zijn visie komt erop neer dat bedrijven het voor met name de aandeelhouders als hun fiduciaire plicht zien zoveel mogelijk winst te maken. Daar heeft hij voor een groot deel gelijk in. Bedrijven worden nog steeds voor een belangrijk deel gedreven door winst. Maar wat hij vergeet, is dat bedrijven met sterk verhoogde ESG-risico’s, vooral als ze niet openstaan voor engagement, in de toekomst minder winst gaan maken, door bijvoorbeeld boetes, belastingen en minder vraag naar hun producten. Door de toegenomen financiële materialiteit van veel duurzaamheidsonderwerpen is het ook voor bedrijven vanuit financiële overwegingen belangrijk om te verduurzamen. Fancy zegt dat bedrijven pas echt duurzaam worden als de overheid bijvoorbeeld CO2-uitstoot gaat belasten. De overheid heeft inderdaad een erg belangrijke rol te vervullen. Het Emission Trading Scheme (ETS) is dan ook een belangrijk instrument van de EU, evenals de diverse milieuwetgevingen. Anderzijds stuurt de overheid via subsidies ook nog eens de goede activiteiten, denk aan de EU Green Deal.’

 

‘Door de toegenomen financiële materialiteit van veel duurzaamheidsonderwerpen is het ook voor bedrijven vanuit financiële overwegingen belangrijk om te verduurzamen.’

 

Welke andere belangrijke trends zijn er?

‘Een andere belangrijke trend is uitdijende wet- en regelgeving. De SFDR is daar recent bij gekomen. Deze regelgeving eist meer transparantie van vermogensbeheerders. Zo moeten beleggers die zich duurzaam noemen, rapporteren over allerlei ESG-karakteristieken. Deze regelgeving zal ook green washing tegengaan. Vermogensbeheerders zullen meer moeten doen dan ze zeggen. De nood om te rapporteren, zal bovendien de standaardisatie in een stroomversnelling brengen. De focus ligt nu nog erg op E, maar sociale en governancethema’s zullen steeds meer op de agenda komen te staan.

Een derde trend is het nieuwe Pensioenakkoord. Er lijkt ruimte voor meer risico’s in de beleggingsportefeuille, maar de regelgeving kan ook nog weleens anders uitpakken en juist leiden tot een voorzichtiger beleggingsbeleid. De rol van het VEV zal waarschijnlijk sterk afnemen. Bij de asset allocatie zal de afweging tussen risico en rendement meer op basis van economische afwegingen moeten plaatsvinden. Sommige illiquide vastrentende beleggingen met een beperkte verlieskans op de lange termijn hebben nu nog een hoog VEV-beslag, wat dit soort beleggingen nu relatief onaantrekkelijk maakt. Dergelijke beleggingen (denk aan private debt en dergelijke) zullen in het nieuwe akkoord waarschijnlijk meer aandacht krijgen. Low Vol-aandelen zouden ook weleens aantrekkelijker kunnen worden. Ze hebben nu hetzelfde VEV-beslag als ‘gewone’ aandelen. Bij een meer economische aanpak kan een weging naar Low Volaandelen een hogere weging naar aandelen mogelijk maken. In het nieuwe Pensioenakkoord wordt verder het harnas van de rente lichter. De rente zou weleens kunnen gaan stijgen doordat pensioenfondsen rentehedges gaan afbouwen.

De vierde trend is digitalisering, die door COVID-19 in een stroomversnelling is gekomen. Ook vermogensbeheerders moeten nog veel slagen maken in hun digitalisering, bijvoorbeeld in het bouwen van ESG-dashboards voor hun klanten. De digitalisering zal verder leiden tot meer thuiswerken en een hogere productiviteit. Bedrijven die vooraan staan bij de digitale transformatie, zullen harder groeien en meer marktaandeel pakken. Beleggers moeten digitalisering als belangrijke beslisvariabele beschouwen bij hun keuze in welke aandelen te beleggen.

De vijfde trend is inflatie, die op korte termijn stijgt door de combinatie van de inhaalvraag en problemen aan de aanbodkant door gebrek aan onderdelen. De vraag is of deze oplopende inflatie tijdelijk is of voor langere tijd blijft, én wat de impact van de hogere inflatie op de nominale rente zal zijn. Te snel oplopende rentes en structureel hogere langetermijnrentes kunnen de rendementen van de belangrijke beleggingscategorieën schaden. Ook de enorme schuldenberg in de wereld kan dan een probleem worden. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat oplopende inflatie slechts tijdelijk is en langetermijnrentes nog langer laag zullen blijven.’

Risico en rendement zijn van oudsher de blikvangers bij de inrichting van een beleggingsportefeuille, maar welke parameters zijn nog meer belangrijk om op te sturen?

‘Beleggers moeten verder kijken dan de bekende Sharperatio, bijvoorbeeld naar hoeveel ESG-risico’s er worden vermeden, in welke mate onethische bedrijven worden uitgesloten en hoe groot de impact van de beleggingen is met het oog op de SDGs. Ook is het belangrijk de effectiviteit van de engagementactiviteiten vast te leggen. Welke acties zijn er uitgevoerd, welke doelstellingen zijn er met bedrijven afgesproken en worden die uiteindelijk ook behaald? We kijken naar het geheel van engagement, uitsluiten en voting en de effectiviteit hiervan. Eigenlijk zijn er nu vier factoren voor de belegger: rendement, risico, duurzaamheidsmetingen zoals CO2-uitstoot of watergebruik, en actief eigenaarschap. Deze factoren vullen elkaar aan. Rendement hoeft niet onder duurzaamheid te lijden, risico kan er zelfs lager door worden.’

Duurzaamheid en passief beheer zijn al jaren onderwerp van discussie. Is het wel of niet een lastige combinatie?

‘Duurzaamheid en passief beleggen gaan prima samen. Passieve beleggers beleggen meestal in een brede index, dus in veel meer bedrijven dan actieve beleggers, die doorgaans geconcentreerde portefeuilles hebben. Passieve beleggers hebben dus veel meer mogelijkheden om actief eigenaarschap uit te oefenen. Wij willen zo min mogelijk uitsluiten. Sterker nog, uitsluiting is echt de laatste stap. Natuurlijk sluiten we de usual suspects uit. Denk aan bedrijven die niet aan de sociaal-ethische basisprincipes voldoen, bijvoorbeeld tabaksproducenten of bedrijven die aan kinderarbeid doen. Maar via engagement is veel te winnen. We sluiten bijvoorbeeld Equinor niet uit. Het Noorse bedrijf is weliswaar actief in de oliesector, maar loopt voorop in het terugbrengen van de CO2-intensiteit en heeft versus zijn peers ambitieuze plannen met het uitbreiden in hernieuwbare energie. Het is belangrijk dat bedrijven uitdagende en realistische mijlpalen formuleren en dat wij als beleggers steeds bekijken of de doelstellingen worden bereikt. We menen ook in de traditionelere energiesectoren te kunnen beleggen, mits bedrijven openstaan voor engagement en goed met de klimaattransitie bezig zijn. In Shell beleggen we nu echter niet. De klimaatplannen zijn niet ambitieus genoeg. We spiegelen ons overigens niet aan allerlei duurzame benchmarks. Daar zijn er momenteel veel te veel van en sommige kenmerken zich ook door een te eenzijdig duurzaamheidsbeleid of slechte spreiding vanwege beperkte beleggingsuniversums. Versus een standaardbenchmark kunnen we veel beter onze toegevoegde waarde aantonen.’

Impactbeleggen lijkt ook meer en meer in de belangstelling te staan.

‘Sommige criticasters zeggen weleens dat je met publieke aandelen geen impact kunt hebben en dat impactbeleggers dus hun toevlucht moeten nemen tot private markten. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Door in publieke bedrijven te beleggen, stijgt de waardering ervan en kunnen ze zich gemakkelijker laten financieren met nieuwe investeringen die impact hebben. We bieden overigens beide vormen van beleggen aan: publiek en privaat. Zo hebben we private debt-, microfinance- en financial inclusion-fondsen, maar ook een SDG-themafonds en allerlei regiofondsen voor publieke aandelen en obligaties. Met private beleggingen is het makkelijker om directe impact te realiseren.’

U zit al bijna 25 jaar in het vak. Waar bent u trots op? En hoe laat u zich als CIO informeren en inspireren?

‘Ik ben vooral trots op de prestaties van onze fondsen. Met onze trackrecords op de lange termijn laten we zien dat duurzaamheid en financieel rendement hand in hand gaan. Kennis moet je volgens mij op zoveel mogelijk manieren opdoen: via studie, boeken, podcasts, discussies met collega’s en interessante bijeenkomsten, zoals die ik mede organiseer via de CFA-commissie Duurzaamheid. Maar gezond verstand is het belangrijkste! En natuurlijk kun je niet alles weten. Gelukkig heb ik een goed team naast me staan.’

 

Hilde Veelaert
Hilde Veelaert is sinds april 2021 CIO bij ACTIAM. Ze startte in juni 2003 bij ACTIAM als Portefeuillemanager voor Europese aandelen en werd in 2011 Hoofd van het aandelenteam. Veelaert begon haar carrière in 1994 en werkte bij AXA Bank in België en AXA IM in Den Haag en Parijs. Ze behaalde een Master of Science in Technische Bedrijfskunde aan de KU Leuven en is Financieel Analist (ABAF/ EFFAS). Ze is ook geregistreerd bij het Dutch Securities Institute als Senior Investment Manager.

Attachments