Thijs Jochems: Het failliet van de verouderde economische groeipolitiek

Thijs Jochems: Het failliet van de verouderde economische groeipolitiek

Politics
Thijs Jochems

Door Thijs Jochems, Adviseur en Private Investor

Joseph Schumpeter schreef zo’n tachtig jaar geleden al dat het kapitalisme niet aan zijn falen, maar aan zijn succes ten onder zou gaan. Klimaatverandering. Exponentiële groei van afvaluitstoot. Schaarser wordende grondstoffen. Groeiende ongelijkheid en polarisatie. Vergrijzing. Sterke rentedaling en een verbijsterende schuldgroei. Willen we onze democratische zorgsamenleving behouden, dan moet eerst de verouderde economische groeipolitiek failliet worden verklaard.

 

 SAMENVATTING

  • De gangbare definitie van economische groei voldoet niet meer. Het onderliggende concept van ‘winstmaximalisatie sec’ is niet meer van deze tijd gegeven de ermee gepaard gaande kosten voor de samenleving.
  • We hebben de technologie om ‘daadwerkelijke’ economische groei te meten. De economische wetenschap kan en moet nu economische groei herdefiniëren.
  • Politiek en bedrijfsleven moeten samenwerken aan ‘architectural innovation’ om groei te realiseren die daadwerkelijke vooruitgang voor de samenleving betekent.

 

Veertig jaar geleden was winstmaximalisatie in onze samenleving het geaccepteerde adagium voor bedrijven. De legitimatie hiervan werd geleverd door vrijemarkt-economen als Milton Friedman en Friedrich Hayek: laat individuen zo vrij mogelijk in het nastreven van hun eigenbelang. Dit doen ze efficiënter dan welke overheid dan ook en het resultaat is de grootst mogelijke welvaartscreatie. Het antwoord van deze denkschool op de problemen waarmee we nu geconfronteerd worden, is simpel: jaag economische groei aan.

Economische groei wordt altijd gekoppeld aan welvaartsverbetering. Welvaartsverbetering zou moeten betekenen dat de samenleving erop vooruitgaat. Het verslechterde klimaat en de voortgaande scheefgroei in de welvaartsverdeling laten echter een heel ander beeld zien.

ECONOMISCHE GROEI EN KLIMAATVERSLECHTERING

Veertig jaar geleden werden activisten tegen milieuvervuiling weggezet als geitenwollensokken en linkse rakkers. Inmiddels is klimaatverandering al sinds jaar en dag mainstream, zonder dat we overigens veel dichter bij een oplossing zijn gekomen. Integendeel. Alleen al de CO2-uitstoot bedroeg vóór de COVID- 19-pandemie zo’n tien miljard ton per jaar. En dat op een planeet die met vijf miljard ton per jaar haar absorptiecapaciteit heeft bereikt. Meer dan de helft van het wereldwijde inkomen wordt binnen vijftig kilometer van de kustlijnen geproduceerd: risicovol bij een stijgende zeespiegel. Voor verzekeraars is het bedrag aan stormschade in de afgelopen veertig jaar vervijfvoudigd. Het zal geen veertig jaar meer duren voordat vastgoedbeleggingen in veel kustgebieden niet langer verzekerbaar zijn.

Migratie is een ander politiek vraagstuk van wereldformaat. Nu gaat het nog om relatief beperkte aantallen in vergelijking met wat ons waarschijnlijk nog te wachten staat. Studies tonen aan dat als de aarde nog 2% verder opwarmt, het gebied rondom de evenaar onbewoonbaar wordt. Volgens schattingen zal dit leiden tot de migratie van zo’n anderhalf miljard mensen en ook Europa zal van de gevolgen hiervan niet verschoond blijven.

In ‘Reimagining Capitalism’ (2020) geeft Rebecca Henderson een treffend voorbeeld om te verduidelijken hoe, door klimaatverslechtering, economische groei en welvaartsgroei voor de samenleving kunnen verschillen. CEMEX is een grote cementproducent met een EBIT die een aantal jaar geleden 2,6 miljard dollar bedroeg. Positieve economische groei voor de samenleving, zou je zeggen. De uitstoot van broeikasgassen waarmee het productieproces gepaard ging, kostte de samenleving echter zo’n slordige 4 miljard dollar. In realiteit is dat dus een verliespost van 1,4 miljard dollar. Om groei te stimuleren waar de samenleving ook daadwerkelijk op vooruitgaat, is het noodzakelijk dat we economische groei opnieuw definiëren.

HERDEFINIËRING ECONOMISCHE WAARDE-CREATIE

We beschikken over de technologie, de kennis en de middelen om economische groei, inclusief klimaatkosten en haar veroorzakers, te definiëren, te meten en te identificeren. Iets wat 40 jaar geleden nog niet goed mogelijk was. Maar alleen een herdefiniëring van economische groei lost niet alle problemen op. Ook de verdeling ervan is een probleem.

ECONOMISCHE GROEI EN VERDELING VAN INKOMEN EN VERMOGEN

Door de versnelling in technologische ontwikkelingen in de afgelopen vijfentwintig jaar zijn er veel, ook hoogbetaalde, banen verdwenen. De vraag die vervolgens vaak wordt gesteld, is of we nog wel in staat zullen zijn om voldoende nieuwe banen te scheppen. De vraag die mijns inziens echter gesteld moet worden, is of we nog wel in staat gaan zijn om voldoende banen te scheppen waar een adequate beloning tegenover staat. Het antwoord daarop is veel eenduidiger.

Al vijfentwintig jaar zien we dat er in de hoogproductieve sectoren arbeid wordt afgestoten en dat de beroepsbevolking overwegend nog emplooi vindt in laagproductieve sectoren als de horeca, de recreatie en de zorg (onderzoek van het IMF uit 2016). Per definitie betekent dit dus ook dat er lagere beloningen tegenover zullen staan. Die trend wordt nog eens versterkt door de geïnstitutionaliseerde bevoordeling van arbeidsvervangende investeringen. In ons huidige belastingklimaat worden nieuwe investeringen beloond met een kostenvoordeel door versnelde afschrijvingen. Het creëren van arbeidsplaatsen, daarentegen, wordt ‘bestraft’ met aan arbeid gekoppelde belastingen. Of we ook vandaag de dag ons belastingstelsel nog op dezelfde wijze zouden inrichten, is een vraag die, althans publiekelijk, nog niet gesteld is.

De toenemende ongelijkheid in onze samenleving gaat gepaard met groeiende onvrede onder een steeds beter opgeleide beroepsbevolking. Een almaar groeiende groep van burgers zonder toegang tot werk met een adequate beloning is in geen enkele samenleving houdbaar. Combineer dit met de dalende arbeidsinkomensquote en het is moeilijk vol te houden dat we met economische groei, zoals nu gedefinieerd, onze problemen op gaan lossen om zodoende onze zorgsamenleving veilig te stellen.

De gewraakte scheefgroei van inkomen en vermogen vormt een reflectie van het toenemende aandeel dat kapitaalverschaffers in ons Nationaal Inkomen vertegenwoordigen. Veel van die kapitaalverschaffers hebben hun vermogen sterk zien groeien doordat ze van de opbrengsten van economische activiteiten konden profiteren zonder voor de kosten te hoeven opdraaien. Kosten van vervuiling in de vorm van bijvoorbeeld CO2-uitstoot en afval waren tot voor kort niet meetbaar en toereken- baar en kwamen dan ook voor rekening van de samenleving.

DE FEITEN VERANDEREN, NU NOG ONZE HOUDING

De economische wetenschap zal moeten werken aan het bijstellen van groeidefinities, alsmede het meten en standaardiseren ervan. De overheid moet breken met het erfgoed van de jaren zeventig en tachtig en in plaats daarvan instituties en regulering aanpassen aan de eisen van deze tijd. Institutionele beleggers zullen daadwerkelijk de macht van het kapitaal moeten gebruiken om het andere langetermijnbelang van de gepensioneerden, namelijk een leefbare aarde, te behartigen. Niet minder dan 60% van de beursgenoteerde aandelenbeleggingen in de Verenigde Staten is van institutionele beleggers afkomstig.

Overheid en bedrijfsleven zullen moeten samenwerken op een wijze die de innovatieve kracht van het bedrijfsleven niet verstikt. Ofwel, geen regelingen tot op de vierkante millimeter uitwerken, maar samenwerking op basis van een langetermijn visie en gedeelde uitgangspunten. Het lastige voor alle betrokkenen is dat het hier niet om één disruptieve, nieuwe technologie gaat. Nee, het is een samenspel van alle spelers, vaak in de vorm van wat architectural innovation wordt genoemd. De meest lastige vorm van innovatie, omdat die met bestaande componenten tot iets geheel nieuws moet leiden.

Tot op de dag van vandaag zien we een economische politiek die nog altijd is gericht is op het creëren van economische groei sec als oplossing voor de problemen waar onze samenleving mee kampt. De realiteit die zich alsmaar dwingender aan ons opdringt, is dat op een kwaad moment de sociale verbanden die ons als samenleving nu nog bij elkaar houden, zullen zijn stuk gegroeid als we die verouderde economische groeidefinitie blijven hanteren. Het failliet van de verouderde economische groeipolitiek vereist een inventarisatie van de feitelijke problemen waarmee we worden geconfronteerd en aanpassingen die recht doen aan die feitelijke veranderingen. «

 

Voor dit artikel is onder meer geput uit:

 

Boeken:

  • Capital in the Twenty-First Century: Thomas Piketty (2014)
  • Doughnut Economics: Kate Raworth (2017)
  • The Value of Everything: Mariana Mazzucato (2018)
  • Reimagining Capitalism: Rebecca Henderson (2020)
  • Fantoomgroei: Sander Heijne en Hendrik Noten (2020)
  • How Democracies Die: Daniel Ziblatt en Steven Levitsky (2018)
  • Europa en de terugkeer van de geschiedenis: Mathieu Segers (2016)

 

Artikelen:

  • The Economist: special edition on ‘Business and Climate Change’ (september 2020)
  • Counting the Cost 2020: a year of climate breakdown, a report by Christian Aid (december 2020)
  • Database CEIC, calculations IMF en OECD staff, Karabarbounis and Neinar (2014)

Attachments