Carol Propper: Gevolgen van de COVID-19-pandemie blijven nog jarenlang merkbaar

Carol Propper: Gevolgen van de COVID-19-pandemie blijven nog jarenlang merkbaar

Carol Propper

Door Joost van Mierlo
 
De COVID-19-pandemie houdt nog altijd een groot deel van de wereld in haar greep. Maar de gevolgen zullen merkbaar blijven lang nadat het virus is uitgeraasd. Daar moeten landen zich nu al op voorbereiden.

 

SAMENVATTING

  • Lockdowns hadden eerder moeten worden ingevoerd en in een strengere vorm.
  • De recessie als gevolg van de COVID-19-pandemie zal de al bestaande ongelijkheid vergroten.
  • Door de druk op de zorg heeft de niet-COVIDgerelateerde zorg grote achterstanden opgelopen.
  • Investeren in robotisering en digitalisering is deel van de oplossing voor de problemen in de zorg.
  • Investeren in onderwijs is noodzakelijk om te voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat.

 

Carol Propper is hoogleraar Public Economics aan het Imperial College in Londen met een specialisatie op het gebied van Gezondheidszorg. De afgelopen jaren heeft zij zich onder andere beziggehouden met de gevolgen van de kredietcrisis op deze sector. De naweeën van een economische crisis zijn vaak nog jarenlang merkbaar, zo weet zij. In de huidige crisis is er sprake van een dubbele aanslag. Niet alleen zal de vraag naar zorg de komende jaren toenemen, maar ook de druk op het systeem zelf, de aanbodzijde van de zorg, staat onder spanning. Zowel dokters als verplegers hebben het afgelopen jaar onder hoogspanning gestaan. Het is een onhoudbare toestand.

Nieuwe investeringen in de zorg zijn dan ook onvermijdelijk. Het gaat dan niet alleen om hogere salarissen voor met name verplegers. In de duurdere delen van een land, in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld het hele Zuidoosten, is een verplegerssalaris niet langer voldoende voor een redelijk bestaan. Maar de aandacht dient ook uit te gaan naar innovatie. De digitalisering en de robotisering bevinden zich in westerse landen slechts in een beginfase. De komende jaren zal een versnelling plaatsvinden. ‘Een enorme schok voor het hele systeem zorgt nu eenmaal wel vaker voor noodzakelijke veranderingen’, aldus Propper.

De meeste westerse landen hebben nu ruim een jaar te maken met een of andere vorm van een uitgaansverbod. Voordat we ingaan op de vraag naar de gevolgen van die lockdown, zou ik willen weten of u vindt dat deze noodzakelijk was, want ook daar verschillen de meningen over.

‘Bij mij bestaat daarover geen enkele twijfel. Deze had waarschijnlijk sneller moeten worden ingevoerd en misschien in een strengere vorm. Ik herinner me dat ik vorig jaar de beelden zag van Italiaanse ziekenhuizen die overstroomd werden met patiënten. Dat was voor mij het signaal dat de situatie ernstig was. Het ging om ziekenhuizen in Noord-Italië. De zorg is daar zeer geavanceerd.

 

Zelfs als het virus is verdwenen, zullen de gevolgen nog lange tijd merkbaar blijven.

 

Het was slechts een kwestie van tijd voordat ook andere landen zouden worden geraakt, besefte ik. Het is nu eenmaal niet de eerste keer dat de wereld te maken krijgt met een pandemie. In mijn land werd uiteindelijk een lockdown afgekondigd tegen het einde van maart, maar zelf had ik al een persoonlijk uitgaansverbod sinds begin maart. Ik ben sindsdien natuurlijk wel weer buiten geweest, maar zeker in die eerste periode zou snellere actie hebben geholpen.

Ik ben me bewust van de verschillende meningen over de noodzakelijkheid van een lockdown. Een collega van mij aan het Imperial College heeft een studie geschreven waarin hij nagaat hoe de kosten van het uitgaansverbod zich verhouden tot het aantal levens dat is gered. Dit leidde tot de conclusie dat de kosten relatief hoog zijn, mede doordat de mensen die overlijden vaak oud zijn en misschien maar enkele jaren langer zouden hebben geleefd.

Dit zijn weliswaar interessante ideeën, maar ze zijn tegelijkertijd tamelijk ruw in mijn ogen. Ik denk niet dat ze maatschappelijk geaccepteerd zouden worden. Hoewel er tal van fouten zijn gemaakt, denk ik dat er een goede afweging is gemaakt tussen het beschermen van mensen en het beperken van de meest ernstige economische gevolgen. Het gaat in ieder geval om een afweging waarvoor maatschappelijk draagvlak bestaat.’

De lockdown was noodzakelijk. Met het vaccineren van mensen, wat in het Verenigd Koninkrijk wat sneller gaat dan elders, lijkt het einde van het uitgaansverbod in zicht te komen. Is daarmee alle ellende voorbij?

‘Geenszins. Zelfs als het virus is verdwenen, zullen de gevolgen nog lange tijd merkbaar blijven. Dat geldt vooral voor de Gezondheidszorg, de sector waarop ik me concentreer. Elke economische crisis brengt zijn eigen gezondheidsproblemen met zich mee. Recessies hebben niet alleen negatieve gevolgen voor de lichamelijke gezondheid van mensen, maar beïnvloeden ook de geestelijke gezondheid.

 

De druk op de Gezondheidszorg is nu zo groot als in oorlogstijd het geval zou zijn.

 

Niet alle wetenschappers zijn het hier overigens over eens. Vooral in de Verenigde Staten zijn er studies die erop wijzen dat een economische recessie ervoor zorgt dat het aantal doden vermindert. Als gevolg van de verminderde economische activiteiten is de werkdruk minder, waardoor zich minder hartaanvallen voordoen. Ook het aantal verkeersdoden loopt terug omdat het minder druk is op de weg. Het is misschien iets wat geldt voor de VS, maar ons onderzoek wijst in een andere richting. Met name de zwakkeren in de samenleving worden harder geraakt door een recessie. Dat geldt feitelijk voor elke recessie, maar het is ook nu het geval. De klappen komen relatief zwaar aan als je kijkt naar leeftijd, naar opleidingsniveau, naar geografische factoren, naar groepen en naar regio’s met problemen.

We hebben redelijk goede informatie beschikbaar over de gevolgen van de recente kredietcrisis tussen 2007 en 2009. Die is nog veelzeggender geworden doordat vrij snel daarna het idee ontstond dat het begrotingstekort moest worden weggewerkt. Het gevolg is in elk geval geweest dat de ongelijkheid groter is geworden. Dat is hier in het Verenigd Koninkrijk het geval, we bezitten soortgelijke informatie over de VS en ik weet vrijwel zeker dat het ook voor Europese landen op het continent geldt.’

U had het over de gevolgen voor de geestelijke gezondheid. Die worden groter na een recessie. Dat geldt nu waarschijnlijk helemaal, omdat mensen als gevolg van het uitgaansverbod in een sociaal isolement terecht zijn gekomen.

‘Dat is mogelijk. Maar het is ook mogelijk dat mensen nu beseffen dat hun positie niet uitzonderlijk is. We maken immers allemaal hetzelfde mee. Mensen hebben een heel natuurlijke neiging om hun eigen situatie te vergelijken met die van anderen.

Het grote verschil met andere recessies is dat de Gezondheidszorg zelf het afgelopen jaar onder enorme druk heeft gestaan. Er is natuurlijk sprake geweest van golven. Die uitgaansverboden waren noodzakelijk om ziekenhuizen te ontlasten. Maar zowel afgelopen voorjaar als deze winter waren er periodes waarin alle aandacht in de ziekenhuizen uitging naar de opvang van patiënten met COVID-19. Hoewel dat onvermijdelijk was, betekende het dat mensen die niet COVID-gerelateerde zorg nodig hadden, de vereiste zorg niet konden krijgen. Tegelijkertijd was er ook sprake van huiver bij mensen om naar ziekenhuizen te gaan uit vrees dat ze besmet zouden worden.

 

Er bestaat een groot gevaar dat we te maken krijgen met een verloren generatie.

 

Toen de situatie met het coronavirus afgelopen zomer iets verbeterde, openden ziekenhuizen weer hun deuren en meldden de patiënten met andere ziektes zich ook weer. In veel gevallen had de vertraagde behandeling ervoor gezorgd dat de symptomen waren verergerd. De druk op ziekenhuizen en het verplegend personeel bleef daardoor hoog. Daar kwam de tweede golf met coronabesmettingen weer overheen. Voor medewerkers in ziekenhuizen is er geen moment geweest om te kunnen ontspannen. Dat gaat zich wreken. Ik sprak laatst een dokter die mij vertelde dat het allemaal wel weer goed zou komen als iedereen drie weken vakantie zou kunnen nemen. Maar dat is natuurlijk een illusie.’

De druk op ziekenhuizen blijft dus groot. Wat moet er worden gedaan?

‘Investeren in zorg is noodzakelijk. Er zijn wel vaker piekmomenten geweest in de zorg. Die werden hier dan opgelost door dokters en verplegers uit andere landen te rekruteren. Dan kwamen er bijvoorbeeld verplegers uit Zuid- Afrika, Zuidoost-Azië, of de rest van Europa. Maar dat is nu niet mogelijk, want andere landen hebben te maken met vergelijkbare problemen.

Een deel van de oplossing moet worden gevonden in toenemende digitalisering en robotisering in de zorg. Je ziet dat er al een begin mee is gemaakt. Het aantal behandelingen via de telefoon is enorm gestegen. Dat was natuurlijk al langer mogelijk, maar het werd om tal van redenen tegengehouden. Met de begrijpelijke huiver van patiënten om naar ziekenhuizen of huisartsenposten te gaan, heeft de telefonische afspraak een hoge vlucht genomen.

Het kan echter nog veel verder gaan. In Japan zijn ze bijvoorbeeld al erg ver met de robotisering van de zorg. We hebben het niet over Robocop-achtige robots. Menselijk contact blijft natuurlijk cruciaal in de zorg, maar op tal van punten zijn machines beter dan mensen. Neem als voorbeeld het uitdelen van medicijnen. Mensen maken fouten. Dus je hebt vaak twee mensen nodig om medicijnen uit te delen. De een moet de ander controleren. Machines kunnen dat veel efficiënter. Ik verwacht veel van dit soort ontwikkelingen. Je ziet nu eenmaal vaak dat er technologische doorbraken plaatsvinden als een systeem onder enorme druk staat. De druk op de Gezondheidszorg is nu zo groot als in oorlogstijd het geval zou zijn.’

Wat moeten overheden doen?

‘Investeren, heel veel investeren. Niet alleen in de zorg, maar ook in onderwijs. Wat de zorg betreft had ik het al over technologische innovatie, maar het is ook noodzakelijk om de zorgmedewerkers zelf beter te belonen. Ze hebben een zware en belangrijke rol. Nu hebben verplegers nog geen alternatief, maar als de economie dadelijk aantrekt, zullen vele voor minder zware en lucratievere posities elders kiezen. Dat zal voor nog meer druk zorgen.

Overheden hebben op een ongekende manier gereageerd op de pandemie. De hoeveelheid geld die is uitgegeven om de onmiddellijke problemen op te vangen, kent haar weerga niet. Dit blijft ook de komende jaren noodzakelijk, zeker als de rente mogelijk zal stijgen.

Er bestaat een groot gevaar dat we te maken krijgen met een verloren generatie. Jongeren zijn nu eenmaal hard geraakt door de pandemie en de lockdown. De uitgaanssector, de reisindustrie en de detailhandel zijn relatief hard geraakt. En dat zijn sectoren waar juist veel jongeren werken. Ze lopen een achterstand op die mogelijk nooit meer wordt ingehaald, zeker niet als het om jongeren gaat die niet over veel aantrekkelijke vaardigheden beschikken.

Investeringen in onderwijs zijn wat dat betreft cruciaal, met name nu veel leerlingen leerachterstanden hebben opgelopen. Maar er komt nog meer bij kijken. Het gaat om het bijbrengen van vaardigheden die later bruikbaar blijven en in diverse functies kunnen worden toegepast. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de isolatie van huizen massaal te stimuleren. Elders in Europa is dat al vele jaren geleden gebeurd, maar hier zijn nog tal van Victoriaanse huizen waar de wind doorheen giert. Daardoor wordt er een stimulans gegeven aan de bouw, het is goed voor banen waar geen universiteitsdiploma voor noodzakelijk is, het levert vaardigheden op die levenslang bruikbaar blijven en het is goed voor het milieu. Hoog tijd dus om die uit te voeren.’ «

 

Carol Propper (Foto Archief Carol Propper).pngCV
 
2021 Koninklijke onderscheiding DBE.
2020 Adviseur van de Franse regering inzake Gezondheidszorg.
2007 Hoogleraar Economics aan de Imperial College Business School.
2000 Editor van The Handbook of Health Economics (met J. Cullis en P.Jones).
1995 Hoogleraar Public Economics, University of Bristol.
1993 Senior Economic Advisor van de NHS.
1992 Publicatie The Economics of Social Policy (met J. Le Grand en R. Robinson).
1988 Promotie Economics, University of York.
1981 Masters Degree Social Research and Social Policy, University of Oxford.
1977 Bachelors Economy and Economic History, University of Bristol.
1956 Geboortejaar.

Attachments