Aon: Dekkingsgraden pensioenfondsen namen een vlucht in februari

Aon: Dekkingsgraden pensioenfondsen namen een vlucht in februari

Pensionfunds
Pensioen (02)

De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in februari gestegen van 100% naar 104%. De combinatie van stijgende rente en aandelenkoersen leidde tot dalende verplichtingen en extra vermogen. Het is ruim een jaar geleden dat deze dekkingsgraad dit niveau had.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
 
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef stabiel op 94%. Deze dekkingsgraad ligt boven het aangepaste tijdelijke wettelijk vereiste minimum van 90%. Omdat de 94% een gemiddelde betreft, zullen er ook fondsen zijn met een lagere beleidsdekkingsgraad. Zo blijft het nog spannend of alle fondsen uit de gevarenzone zijn.
 
Rente gestegen, verplichtingen gedaald

De rente steeg flink in februari door toenemende angst voor inflatie. Per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld 22 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, daalde echter door de gefaseerde overgang naar de nieuwe systematiek. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ruim 4%.
 
Meewind voor aandelenmarkten
Februari begon voor beleggers heel goed. Ondanks de hoge waardering van aandelen veerden deze tot halverwege de maand al met ruim 6% op. De aandelen konden steunen op de presentatie van goede bedrijfsresultaten en de plannen van president Biden om de Amerikaanse economie te ondersteunen met $1,9 biljoen.
 
Tegelijkertijd wakkerden de discussie over de grootte en de timing van dit stimuleringspakket en de stijgende grondstofprijzen de angst voor oplopende inflatie aan en daarmee de mogelijke kans op een rentestijging door de FED. Ondertussen liep hierdoor de Amerikaanse 10-jaars rente al flink op van 1,1% tot 1,5%. Zelfs de woorden van de voorzitter van de FED, die aangaf de rente nog lange tijd laag te houden, hielpen daar niet bij. Deze trend was ook in Europa zichtbaar, de Nederlandse 10-jaars rente op staatsobligaties steeg met bijna 0.25% tot ongeveer -0,2%. De kans op verdere rentestijgingen deed het sentiment op de aandelenbeurzen aan het eind van februari geen goed, maar deze wisten nog wel een groot deel van de winst vast te houden.
 
Op de financiële markten stegen de wereldwijde aandelen met circa 2,3%. De aandelen van ontwikkelde markten stegen met bijna 2,6% en de opkomende markten stegen met ongeveer 1%. Binnen de vastrentende waardenportefeuille daalde het kredietrisico, maar dat werd door de gestegen rente gecompenseerd voor bedrijfsobligaties en high yield. De rentestijging in februari had een negatief effect op de rentegevoelige staatsobligaties en renteswaps, waardoor de vastrentende waardenportefeuille met 3,6% daalde. De totale portefeuille behaalde deze maand een rendement van minus 1,0%.
 
Consultatie pensioenakkoord – communicatie is key
Afgelopen maand kon gereageerd worden op het wetsvoorstel voor het pensioenakkoord. Dit is in groten getale gedaan door pensioenfondsen, adviesbureaus en vele individuen. Het is duidelijk dat het nieuwe pensioenstelsel de gemoederen flink bezighoudt. Vele reacties gaan over invaren en de invulling van het nabestaandenpensioen, maar ook over de uitlegbaarheid richting de deelnemer. Veel van de oplossingen in de memorie van toelichting hebben een hoog ‘ivoren torengehalte’. Zo kan invaren op basis van value based ALM plaatsvinden, een methode die moeilijk te doorgronden is. Daarnaast krijgen deelnemers te maken met een projectierendement, een beschermingsrendement en beleggen naar cohorten. Het zal moeilijk te begrijpen worden hoe rendementen per deelnemer bepaald worden. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel komt meerdere malen terug dat heldere communicatie een must is. De wijze waarop financieel-economische omstandigheden in het pensioen doorwerken, moet voor deelnemers en pensioengerechtigden inzichtelijk zijn en eerlijk worden bevonden. Aon onderschrijft deze noodzaak, maar ziet dit ook als een uitdagende opgave en pleit daarom voor een verruiming van de zorgplicht.
 
“Wij vinden dat iedere pensioendeelnemer recht moet hebben op een individueel gesprek waarin ingegaan wordt op de persoonlijke pensioensituatie”, zegt Frank Driessen, chief executive officer van Aon’s Retirement Solutions. “Uit eerder onderzoek van Aon blijkt dat deelnemers de voorkeur hebben voor een digitaal platform of app, gevolgd door regelmatige communicatie via de werkgever (brief, e-mail) en een persoonlijk gesprek. Juist bij deze complexe materie menen wij dat een individueel gesprek grote meerwaarde heeft.”
 
Meewind pensioenfondsen maakt discussies makkelijker
Nu de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad gestegen is, geeft dat pensioenfondsen wat meer lucht. Veel pensioenfondsen beraden zich op hun toekomst. Hoe gaan we verder richting het nieuwe contract of de verbeterde premieregeling? Met een (beperkt) dekkingsgraadoverschot zijn er voordelen van invaren. Immers, aanwezige buffers kunnen aangewend worden voor de vorming van een solidariteitsreserve en voor directe verhoging van de pensioenen. Deze voordelen kunnen benut worden voor compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek. “Het is altijd makkelijker om geld te kunnen uitdelen, dan om tekorten te verdelen”, zegt Driessen. “Hopelijk stabiliseert de economische situatie en kunnen de fondsen de transitiefase in met wat vet op de botten. Dan is de discussie over eventuele kortingen voorlopig van de baan en dat geeft lucht in de discussies met sociale partners.”