Han Dieperink: Goednieuwsshow op de beurs

Han Dieperink: Goednieuwsshow op de beurs

Han Dieperink (Ruben Eshuis Photography)

Door Han Dieperink, Strategic Partner, Auréus

Na de voor beleggers positieve uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen was er de afgelopen weken sprake van een doorlopende goednieuwsshow op de financiële markten. Op dit moment is van twee vaccins in ontwikkeling bekend dat ze zeer effectief zijn tegen het coronavirus. Dit betekent dat er een wereld zonder het coronavirus mogelijk is.

Bij de griep ligt de effectiviteit van de vaccins meestal niet hoger dan 50 procent, maar de 95 procent effectiviteit betekent dat de wereldeconomie medio 2021 in vergaande mate kan normaliseren. Verder is er recent een groot handelsakkoord getekend tussen China, Japan, Zuid-Korea en de Asean-landen. In omvang is dit economische blok groter dan de Europese Unie en Nafta (Verenigde Staten, Mexico en Canada).

Vooral China, Japan en Zuid-Korea profiteren van dit handelsblok. Dit zijn de landen waar de fabrieken staan van de wereld. De economie van die landen krijgt de laatste tijd meer momentum door de effectieve aanpak van het coronavirus in dat deel van Azië en het herstel van de wereldeconomie. In China stijgen de autoverkopen deze maand met 20 procent ten opzichte van een jaar geleden. In Zuid-Korea stijgt de export in november met 12 procent. Het zorgt er voor dat de verwachtingen ten aanzien van de economische groei in 2021 naar boven worden bijgesteld.

Het IMF zit voor volgend jaar officieel nog op een economische groei voor de wereldeconomie van 5,4 procent, maar door deze positieve ontwikkelingen lijkt een groei van boven de 6 procent haalbaar. Dit ondanks het stijgend aantal coronapatiënten in de Verenigde Staten en Europa.

De Verenigde Staten is nooit echt op slot gegaan en de maatregelen in Europa zijn milder dan in het voorjaar. Fabrieken en scholen draaien gewoon door. Toch drukt het coronavirus op de groei in de ontwikkelde markten, maar dit keer wordt dat meer dan gecompenseerd door de groei in de opkomende markten.

Wellicht de grootste winnaar van de Amerikaanse presidentsverkiezingen is Jerome Powell. De voorzitter van de Federal Reserve, het systeem van Amerikaanse centrale banken, krijgt door de huidige samenstelling van het Congres en de nieuwe president meer onafhankelijkheid. Onder Trump stond de onafhankelijkheid van de Fed onder druk. In de eerste plaats doordat Powell is benoemd door Trump, maar tegelijkertijd ook omdat Trump Powell diverse keren onder druk heeft gezet om de rente te verlagen.

Zeker door het verdeelde Congres is de kans op beïnvloeding door de politiek zeer klein geworden. De Amerikaanse centrale bank heeft recent het lange termijnbeleid gewijzigd. Sinds de dubbele recessie van 1982, veroorzaakt door Fed-voorzitter Paul Volcker, lag de focus van de centrale bank op het beheersen van de inflatie. De rente werd verhoogd op het moment dat de inflatie de kop dreigde op te steken. Dankzij globalisering en digitalisering is het inflatiespook de afgelopen veertig jaar van het toneel verdwenen.

Nu focust de Federal Reserve meer op economische groei, op volledige werkgelegenheid en op financiële stabiliteit. Inflatie is niet langer de vijand, maar een vriend. Meer inflatie zorgt er immers voor dat de schuldenberg betaalbaar blijft. Schuld wordt meestal gerelateerd aan het inkomen (het BBP) en als door de inflatie dat inkomen sterker stijgt dan de schuld, neemt het schuldenprobleem af.

Voor centrale bankiers moet de inflatie omhoog en wel zo ver dat de kans op deflatie wordt geminimaliseerd. Dit is een belangrijke koerswijziging, één die ook gevolgd lijkt te worden door de ECB. De repressieve invloed van de Bundesbank ebt weg, nu eerder dit jaar ook Angela Merkel heeft aangegeven te kiezen voor Europa boven het vasthouden aan de Duitse orde. Volgende maand zal de ECB met aanvullende monetaire maatregelen komen. Mogelijk dat er nog een schep bovenop moet, omdat Polen en Hongarije weigeren te tekenen voor het Europese herstelplan.

De deadline voor de Brexit is voor de zoveelste keer opgerekt. Er zijn signalen dat er een deal mogelijk is, maar de meeste mensen hebben het wel gehad met deze discussie. Het is nu vier jaar geleden dat er een Brexit-referendum is geweest en het resultaat onder de Britten is dat de Europese Unie nu populairder is dan ooit. Maar liefst 60 procent van de Britten ziet het wel zitten met Europa.

Zo’n ontwikkeling is politiek natuurlijk niet te negeren en nu Boris Johnson ook van Biden (met zijn Ierse roots) niet veel goeds hoeft te verwachten, lijkt het beste voor hem om eieren voor zijn geld te kiezen en te tekenen bij het kruisje. Tegelijkertijd zijn er al zoveel harde deadlines verstreken, zodat ook de financiële markten het wel geloven. De meeste schade is al veroorzaakt in de jaren na het Brexit-referendum. Ook beleggers zullen opgelucht reageren als dit alles achter de rug is. Wat dan resteert is een ondergewaardeerde beurs en een ondergewaardeerde munt.

Door al het goede nieuws is er wel veel beweging op de beurs. Waar de coronacrisis zorgde voor een sterke focus op bedrijven die profiteerden van online werken, leren en winkelen, ligt nu de nadruk op bedrijven die profiteren van het opengaan van de economie. In die groep zijn de verschillen groot. Er zitten bedrijven tussen die deze crisis waarschijnlijk niet meer overleven. Op het moment dat ze worden gezien als essentieel onderdeel van de maatschappij zit er niets anders op dan deze bedrijven te nationaliseren.

De rest gaat waarschijnlijk alsnog failliet. Dat betekent wel meer lucht voor bedrijven die het wel redden. De meeste veilige strategie lijkt om te beleggen in bedrijven die structureel profiteren van de coronacrisis. Verschillende trends die voor de coronacrisis al zichtbaar waren, zijn door de crisis in de afgelopen maanden versterkt. De beweging op de beurs is ook niet een echte rotatie te noemen, het is meer een verbreding nadat de beurs lange termijn vrijwel uitsluitend op technologie leek te focussen.

Dat is op zichzelf een positieve ontwikkeling. Wel bestaat natuurlijk altijd de kans dat na een periode van sterk stijgende koersen een spreekwoordelijke pas op de plaats volgt of zelfs een bescheiden correctie. Dat is de prijs die beleggers moeten betalen voor het veel hogere rendement op aandelen dan op veel andere beleggingscategorieën. Dat verandert niets aan de vooruitzichten op lange termijn.