DWS: Waarom is S&P500 op pre-crisisniveau en Vix-index niet?

DWS: Waarom is S&P500 op pre-crisisniveau en Vix-index niet?

Equity
Aandelenkoersen

De S&P500 Index en de Vix Index (die de – impliciete – verwachte volatiliteit weergeeft) hebben normaal gesproken een negatieve correlatie: als de volatiliteit stijgt, hebben aandelen de neiging om te dalen en vice versa. Gek genoeg gaan beiden sinds eind augustus gelijk op, blijkt uit de Grafiek van de Week van vermogensbeheerder DWS. Terwijl de Amerikaanse aandelenkoersen weer op het niveau van voor de coronacrisis liggen, geldt dat niet voor de volatiliteit. Is het voor beleggers tijd om zich zorgen te maken?

Wanneer aandelenmarkten stijgen, doen ze dat normaliter gestaag, terwijl dalingen zich meestal abrupt en steiler voordoen. Daardoor is de volatiliteit gemiddeld lager als de S&P500 stijgt dan wanneer hij daalt. Bij dalende markten neemt daardoor de behoefte aan een zekere mate van bescherming (door middel van putopties) meer toe, waardoor de optiepremies hoger komen te liggen, wat weer leidt tot een hogere impliciete volatiliteit.

Wat was er eind augustus anders?

De S&P500 bereikte in augustus een hoogtepunt en bleef stijgen. Ten eerste vertaalden hogere dagelijkse bewegingen zich vrijwel direct in hogere optiekoersen (en dus een hogere Vix). Ten tweede steeg de vraag naar opties vanuit twee kanten: beleggers die bang waren om een rally te missen en beleggers die zich zorgen maakten dat de rally te snel ging en hun winst probeerden te beschermen door putopties te kopen. Door die grotere vraag naar putopties steeg de Vix-Index. Daarnaast is er het zichzelf versterkende opwaartse effect tussen de cash- en de optiemarkten -waarbij het nooit geheel duidelijk is wat de kip is en wat het ei. De optiemarkt geldt als belangrijke drijvende kracht achter de recente Amerikaanse beursrally.

DWS vindt het opmerkelijk is dat de exploderende vraag naar opties kwam van een nieuwe golf particuliere beleggers. Die lijken vooral gecharmeerd door het hefboomeffect van het beleggingsinstrument. Daarnaast is er een ongebruikelijk groot aantal opties op specifieke aandelen verhandeld, vooral opties op techreuzen. In sommige gevallen waren de handelsvolumes driemaal hoger dan in 2019, dus waarschijnlijk hebben ook institutionele beleggers hierin een rol gespeeld.

Escalerende spanningen

DWS verwacht dat de vraag naar opties ook in de toekomst groot blijft. De correctie is tot nu niet echt voelbaar. Daarom zijn de koersen nog steeds relatief hoog en daarmee ook de vraag naar bescherming tegen koersdalingen. De aankomende Amerikaanse verkiezingen, de escalerende spanningen tussen de VS en China, en Brexit wakkeren de nervositeit onder beleggers nog verder aan.

Uit de afgelopen weken blijkt dat er goede reden is voor de hogere risicopremie van aandelen ten opzichte van staatsobligaties: ze zijn volatieler en dus riskanter. Of zoals Thomas Bucher, aandelenstrateeg bij DWS het stelt: "De lage rentestanden en het feit dat grote techbedrijven zich met hun winstcijfers veerkrachtig hebben getoond tijdens de pandemie, rechtvaardigen weliswaar bovengemiddelde waarderingen in dit deel van de markt. Dit betekent echter niet er een eind is gekomen aan de risicopremie op aandelen."

2109 DWS.jpg