BMO GAM: Er komt geen tweede lockdown

BMO GAM: Er komt geen tweede lockdown

Corona-virus (01)

Na de financiële crisis duurde het in Europa zeven jaar voordat de productie weer het niveau bereikte van voor de crisis. Het multi-asset team van vermogensbeheerder BMO Global Asset Management (BMO GAM) verwacht dat het dit keer slechts twee jaar duurt. In hun rapport ‘Recovery by 2022? It’s fiscally possible’ beschrijven ze zes essentiële factoren die uiteindelijk bepalen hoeveel groei er tijdens deze krimp verloren zal gaan.

1. Zullen de bedrijfsmodellen werkelijk fundamenteel veranderen?

Tijdens elke recessie wordt er voorspelt dat bedrijfsmodellen fundamenteel zullen veranderen. Maar is dit ook echt zo? Uiteraard zullen bedrijven het belang van een gediversifieerde toeleveringsketen inzien, en vooral voor medische apparatuur geldt dat productie op eigen bodem wellicht beter is. Maar aangezien het hier om een wereldwijde uitbraak gaat, zou het niet veel hebben geholpen om die toeleveringsketen buiten China te diversifiëren. Momenteel zijn bedrijven met een Chinese supply chain in het voordeel, omdat daar de economie eerder weer ‘open’ ging. Maar slim management op het gebied van bevoorrading is belangrijker dan een obsessie ontwikkelen voor on-shoring.

2. Zal het aantal faillissementen stijgen?

Als bedrijven omvallen, is het voor een economie veel moeilijker om te herstellen. Gezien de uitzonderlijke kracht van de huidige schok, zetten overheden en centrale banken onbeperkte financiële vuurkracht in om bedrijven solvabel en de werkloosheid binnen de perken te houden. Een andere reden waarom het aantal faillissementen wellicht beperkt blijft, is dat er geen rem is gezet op de verstrekking van bedrijfskredieten. In de eurozone zijn de regels zelfs versoepeld en dat is belangrijk, want 70% van deze leningen wordt door banken verstrekt. Bovendien veranderen veel landen hun wetgeving om faillissementen te voorkomen.

3. Kunnen steunmaatregelen het consumentenvertrouwen herwinnen?

Het belang van steunmaatregelen op de financiële gezondheid van huishoudens wordt onderschat. In de meeste grote regio’s ligt de toename van het aantal (tijdelijke) werkloosheidsuitkeringen drie keer hoger dan verwacht. De ingestelde verlofregeling in het Verenigd Koninkrijk werd eerst geschat op 10 miljard pond, maar de belastingbetaler zal meer dan 80 miljard pond moeten ophoesten. Als blijkt dat dergelijk beleid niet afdoende is om de werkgelegenheid en de consumentenbestedingen te beschermen, krijgen we wellicht nog meer maatregelen.

4. Zullen oude problemen meer crises veroorzaken?

Aan het begin van 2020 hingen er meerdere problemen boven de wereldeconomie. Het eerste probleem was het hefboomeffect van de particuliere sector in China waar de enorme schuldenberg in combinatie met een oververhitte vastgoedmarkt dreigde, maar voorlopig zien we nog geen daling van de vastgoedprijzen in China. Het tweede ‘probleem’ dat al voor de huidige crisis bestond was Italië; het land ondergaat nu de vierde recessie in twaalf jaar tijd. Dit in combinatie met het feit dat het BBP per hoofd 2% onder het niveau van 2000 ligt, is een gevaarlijke cocktail. Maar de beloftes van steun door de ECB maken dat wij voorlopig niet geloven in bijvoorbeeld een crisis zoals een Italië dat de EU zou verlaten.

5. Komt er een tweede lockdown?

Onze verwachting is dat in de toekomst volledige lockdowns zullen worden vermeden. Het grootste deel van de mensen die overleden aan covid-19 had al bijkomende gezondheidsproblemen, het percentage mensen onder de 40 dat overleed was 1% en voor mensen onder de 60 jaar was dat 8%. De economische gevolgen van een nieuwe lockdown zijn dusdanig groot, dat wij niet verwachten dat veel overheden die stap zullen zetten. Met meer testen en betere behandelmethoden zullen wellicht meer landen voor een beperkte of lokale lockdown kiezen. 

6. De houding van het beleid ten aanzien van het herstel

Hoofdreden voor een sneller herstel dan na de financiële crisis ligt bij het gemak waarmee politici de overheidsuitgaven hebben opgevoerd. Destijds werd de broekriem snel en strak aangetrokken, maar nu houden de beleidsmakers de theorie aan die stelt: ‘geld drukken en uitgeven tot de inflatie stijgt’, en dat laatste lijkt nog ver weg te liggen.  Het is waarschijnlijk dat er een periode van langdurige negatieve reële rentes aanbreekt, waardoor een groot deel van deze crisis wordt betaald.