Harry Geels: De eurocrisis in vier lagen afgepeld

Harry Geels: De eurocrisis in vier lagen afgepeld

EUR Eurozone
Harry Geels

Door Harry Geels

De eurocrisis was na Draghi’s ‘Whatever it takes to preserve the euro’ onder het oppervlaktewater weg gezakt. Maar door corona is hij weer boven komen drijven. Alvorens tot de mogelijke, interessante revisies van het eurosysteem te komen, pellen we eerst de eurocrisis in vier (of zes) lagen af.

De euro bestaat als rekeneenheid sinds 1999 en als betaalmiddel sinds 2002. In januari van 2012 werd het eerste eurodecennium gevierd. De mainstream media en de politieke partijen die betrokken waren bij de introductie, waren toen opvallend positief over de euro. De gemeenschappelijke munt zou de handel tussen de eurolanden bevorderen en de vrede bewaren. Het was een sterke munt en zou dat blijven, hetgeen ons Europeanen veel welvaart op zou leveren.

Ik waagde de jubelstemming van diverse politieke partijen en media over de euro van destijds sterk te betwijfelen. Hieronder staat de tekst van een (marginaal) ingekorte column, die ik begin 2014 plaatste op dft.nl (en die daar inmiddels niet meer opvraagbaar is).

‘One size does not fit all’

Diverse media en eurofiele politici spreiden een bijna naïef aanvoelend positivisme over de huidige euro ten toon. De bittere constatering is echter dat het huidige eurosysteem tot vier (of zes, afhankelijk hoe we tellen) andere crises heeft geleid, en wel tot een 1. sociaal-economische, 2. monetaire, 3. schulden- en banken- en 4. politieke en rechtsstaatcrisis.

Voordat deze crises worden behandeld eerst terug naar de kern van het probleem, namelijk dat één valuta ongelijkheden creëert als de economische (en fiscale) kracht en ontwikkelingssnelheden van de deelnemende landen niet gelijk opgaat, ofwel ‘one size does not fit all’.

Voor landen die economisch goed presteren, wordt de euro te goedkoop waardoor ze nog beter kunnen presteren, en vice versa voor de landen die het minder goed doen. De euro bevordert de verschillen. In plaats van dat de euro Europa tot eenheid smeedt, leidt hij juist tot een steeds groter wordende divergentie.

1. Sociaal-economische crisis

Het belangrijkste bewijs dat de euro in huidige vorm schade toebrengt, is het feit dat de koopkrachtontwikkelingen in de eurolanden achter is gaan lopen op vergelijkbare landen die de euro niet ingevoerd hebben, zoals Noorwegen, het VK, Zweden en Zwitserland, maar ook op de eveneens ontwikkelde landen elders in de wereld zoals Canada, Japan en Singapore (bron: Worldbank).

Het succes van de exportsectoren van landen als Duitsland en Nederland slaat vooral neer bij de bedrijven uit onze exportsectoren. Tegelijkertijd zijn de grote bedrijven, mede ook door de globalisatie, in staat geweest hun aandeel in ‘wat er verdiend wordt’ te vergroten ten koste van huishoudens (werknemers en gepensioneerden).

Ofwel, een van de weinige voordelen die de euro wel heeft voor landen als Duitsland en Nederland, te weten de toegenomen export (overigens ten koste van de zuidelijke eurolanden), is dus niet bij de burgers van deze landen terecht gekomen.

De burger betaalt de crisis in allerlei vormen. Hij krijgt een kleiner deel van hetgeen verdiend wordt, moet meer belastingen betalen en krijgt hoegenaamd geen vergoeding meer op spaargelden (de rente moet laag blijven om de zuidelijke eurolanden niet te laten verzuipen in hun schuldenlast).

Typerend was ook het IFRC- rapport ‘Thinking Differently’ eind 2013 uitgebracht door het Rode Kruis. Het Rode Kruis haalde de media door in Nederland armoedebestrijding te gaan uitvoeren. Het rapport rept over een reeds lange tijd bestaande periode van toenemende armoede, massale werkloosheid, sociale uitsluiting, ongelijkheid en collectieve wanhoop bij bepaalde delen van de bevolking.

Ontwikkelingen beperken zich daarbij niet tot de Zuid-Europese landen. De strenge Europese besparingspolitiek maakt de situatie niet beter maar erger. Langetermijngevolgen moeten zich volgens het Rode Kruis nog manifesteren. Quote uit het rapport: “We beseffen ons als continent (Europa) niet wat ons is overkomen…..“Problemen zullen decennialang voelbaar zijn, zelfs indien de economie zich herstelt in de nabije toekomst.”

2. Monetaire crisis

De monetaire crisis is vooral ontstaan doordat de macro-economische onevenwichtigheden leiden tot verschillen in internationale concurrentiekracht, ontsporing van nationale lopende rekeningen zowel in de ‘+/+’ (Nederland en Duitsland) als in de ‘-/-’ (PIGS en Frankrijk) en risico’s van zowel bovenmatige inflatie (o.a. huizenprijzenbubble in Duitsland) als van deflatie.

Door de eenheidseuro bestaat er géén mogelijkheid tot nationaal gericht monetair beleid (wisselkoersen en rente) om (de gevolgen van) macro-economische onevenwichtigheden te corrigeren.

3. Schulden- en bankencrisis

Staatsschulden worden in diverse landen onhoudbaar. Maar worden niet afgestempeld om de banken en andere institutionele beleggers uit de wind te houden. Het risico van een belangrijk deel van de staatsschulden van Griekenland, Spanje, Portugal, Frankrijk en Italië zijn door de ‘noodfondsen en/of de ECB overgenomen van de banken.

Veel slechte leningen (publiek en privaat), ontstaan door de economische crisis, zullen banken nog moeten afboeken. We zullen pas eind van 2014, begin 2015 weten hoe de bankensector er precies voor staat. Willem Buiter, hoofdeconoom van Citibank, zei eind 2013 in een interview met Financial Investigator dat de eurozone nog wel een aantal zombiejaren voor de boeg heeft, voordat het hele schulden- en bankenprobleem, nauw aan elkaar gelinkt, opgelost zal zijn en een echte economische opleving weer kan starten.

4. Politieke- en rechtsstaatcrisis

De rechtsstaatscrisis is in een andere column reeds aan de orde gekomen. Wat betreft de politieke crisis: de euro leidt tot polarisatie – zowel tussen Noord en Zuid Europa als binnen eurolanden. De ECB heeft de vrijheid en macht genomen om in Italië en Griekenland democratisch gekozen regeringen opzij te zetten. De euro is een voedingsbodem voor bewegingen zoals de Gouden Dagenraad. Kortom, de euro is eerder de splijtzwam voor Europa dan een bindende factor.

Het was daarom niet voor niets dat zelfs een echte Europafederalist (van het eerste uur en nog steeds), de Fransman François Heisbourg, in het NRC van november 2013 het volgende liet optekenen: “laten we in een rustig herfstweekend de euro afschaffen….De euro is de kanker van de EU geworden, die moeten we eruit snijden om de EU te redden. …..want de euro heeft een structureel probleem ….dan moet je de intellectuele moed hebben om te zeggen ‘laten we er mee ophouden’.

Nu zijn er ook andere oplossingen dan het helemaal afschaffen van de euro. Daarover de volgende keer meer.

Naschrift: Bizar hoe de tijd zich herhaalt. De gele hesjes hebben de Gouden Dagenraad en oud-minister Bert de Vries heeft François Heisbourg vervangen. En zo zijn er nog diverse paralellen te trekken met ruim zes jaar geleden. Bizar ook hoe weinig de Europe politiek eigenlijk heeft gedaan om de problemen van destijds op te lossen.

Dit is een persoonlijke opinie van Harry Geels.