DWS: Huidige rendementspatroon Europese staatsobligaties zeer ongebruikelijk

DWS: Huidige rendementspatroon Europese staatsobligaties zeer ongebruikelijk

Fixed Income
Eurozone.jpg

De yields op Europese staatsobligaties worden niet langer door de markt bepaald, maar door het gedrag van centrale banken. Dat blijkt uit de ‘Grafiek van de Week’ van vermogensbeheerder DWS.

Zelfs ervaren beleggers blijven in turbulente tijden vaak hardnekkig vasthouden aan het aloude beleggersadagium: koop staatsobligaties. Bij een onverwachte crisis konden beleggers er meestal vanuit gaan dat de prijs van ‘safe-haven’ staatsobligaties zou stijgen. Op die manier konden de verliezen op andere beleggingen worden gecompenseerd. De afgelopen decennia had menig belegger profijt van de negatieve correlatie tussen risicovolle beleggingen en staatsobligaties.

Met deze oude beleggerswijsheid in het achterhoofd, is het patroon van Europese staatsobligaties in 2020 op zijn minst ongebruikelijk te noemen. Toen half februari de grootste naoorlogse economische crisis losbarstte, werd de Duitse Bund nog op hetzelfde niveau verhandeld als twee maanden eerder.

Uiteraard zijn de yields op Duitse staatsobligaties niet volledig onaangetast gebleven door de Covid-19-crisis. Met iets minder dan -0,9% noteerde het rendement op 10-jaars Bunds op 9 maart een nieuw dieptepunt. Vanaf dat moment zijn de rendementen echter weer gestegen, in sommige gevallen zelfs tot aanzienlijk boven het niveau van voor de crisis.

Nog interessanter is de reden waarom de rendementen zo bewogen. De nominale rendementen kunnen worden onderverdeeld in twee componenten, namelijk in reële rendementen en de impliciete inflatieverwachtingen. Zoals de Grafiek van de Week laat zien, werden de rendementsdalingen tussen medio februari en begin maart vooral veroorzaakt door dalende inflatieverwachtingen.

De stijging sindsdien wordt dan weer gedreven door stijgende reële rendementen. Volgens de economische theorie weerspiegelen de reële rendementen de (reële) groeiverwachtingen. Dat zou moeten betekenen dat de markt op dit moment een optimistischer beeld heeft van de groeivooruitzichten dan begin februari het geval was.

Hoe moeten beleggers deze ontwikkelingen interpreteren? Ten eerste lijken obligatierendementen niet zo snel te dalen als ze eenmaal negatief worden, zegt Jörn Wasmund, hoofd obligaties bij DWS. “Dit duidt echter niet noodzakelijkerwijs op het bestaan van een absolute ondergrens waaronder de yields nooit zouden kunnen dalen. Zeg nooit ‘nooit’ is immers een les die menig marktpartij of econoom door de ervaringen van de afgelopen jaren wel heeft geleerd.”

Volgens Wasmund zijn de huidige en verwachte aankoopprogramma’s van centrale banken doorslaggevend voor de renteontwikkeling. “Dergelijke programma's beperken het vrije spel van de markten en zorgen ervoor dat we de basis uit de economische handboeken naar de prullenbak kunnen verwijzen. Renteverwachtingen worden in de huidige omstandigheden dus de prognoses voor het gedrag van centrale banken.”