Schroders: De ironie van waardebeleggen - het leeft op als iedereen denkt dat het dood is

Schroders: De ironie van waardebeleggen - het leeft op als iedereen denkt dat het dood is

Equity Asset Management

Is waardebeleggen doodverklaard, of staat het voor een opleving? Juan Torres Rodriquez, analist en value-specialist bij Schroders, had de gelegenheid te spreken met Tobias Carlisle, een bekende waardebelegger uit de VS en auteur van The Acquirer’s Multiple en Deep Value.

De ironie van waardebeleggen is dat het alleen werkt als veel beleggers denken dat het juist niet werkt. Een consequentie hiervan is dat van tijd tot tijd beleggers die hun twijfels hebben over waardebeleggen de strategie in zijn geheel afschrijven, terwijl de aanhangers beargumenteren dat de slechte perioden er nou eenmaal bij horen en zeker niet het einde van waardebeleggen betekenen. Dat gezegd hebbende, is het, gezien het feit dat waardebeleggen een van de langste periodes van onderpresteren versus groeibeleggen heeft doorstaan, tot op zekere hoogte begrijpelijk waarom dergelijke zorgen bij beleggers leven.

Waardebeleggen is dood?
Het idee achter waardebeleggen is dat de belegger assets probeert te kopen voor minder dan deze in werkelijkheid waard zijn. Hoe hoger de korting, des te beter kunnen de prestaties zijn op de lange termijn. Van de laatste 30 jaar heeft waardebeleggen het maar zo’n zeven jaar beter dan groeibeleggen gedaan. Het laatste decennium zijn de sectoren die het goed doen relatief duur geworden en zijn daardoor onaantrekkelijk voor waardebeleggers.

Volgens Carlisle had je het als waardebelegger in de technologiesector heel goed kunnen doen. Het probleem is alleen dat waarde-beleggers onderbelegd zijn in sectoren zoals technologie, omdat ze relatief duurder zijn, en meer belegd zijn in sectoren als de financiële sector, die de afgelopen tien jaar hun eigen problemen hebben gehad. Carlisle begrijp daarom de 'waarde is dood’-gedachte, maar het idee erachter is dat het meer veroorzaakt lijkt te worden door de sectorsamenstelling van portefeuilles dan dat beleggers werkelijk een probleem met de strategie zelf hebben.

Carlisle is nog altijd een groot voorstander van waardebeleggen en hij denkt zelfs dat het beste moment om een waardebelegger te zijn, is als iedereen zegt dat het niet meer werkt. Hij verwacht een spoedige opleving van waardebeleggen omdat hij meent dat de markten op de top van van de cyclus zitten en dat er betere tijden zullen aanbreken voor ondergewaardeerde bedrijven.

Lang leve waardebeleggen!
Is er een katalysator voor een omslag van groeibeleggen naar waardebeleggen nodig? Waardebeleggen wordt nu nog ondergewaardeerd, maar Carlisle weet niet wanneer de markt dat gaat inzien. Volgens hem is het goed mogelijk dat de katalysator al achter de rug is. Hij verwijst naar de mislukte beursgang van WeWork. Dat is een van de duidelijkste bewijzen dat durfinvesteerders falen in gezond toezicht op een bedrijf. En het is niet het enige voorbeeld. Vaak pompen zij meer geld in een bedrijf dan het zelf vraagt of nodig heeft. Durfkapitaal verstoort de markt op die manier en met al die mislukte IPO’s zal het moeilijker voor ze worden om vers kapitaal aan te trekken en de markt te blijven verstoren.

Zo’n falende IPO heeft ook een psychologische impact op beleggers. De bedrijven die het afgelopen decennium goed hebben gepresteerd zijn vaak dienstverleners. Deze ‘asset-light’-bedrijven zagen hun ratio’s sterk stijgen. Maar op een bepaald moment kan er niet meer rendement uit zo’n bedrijf komen en zijn ze makkelijker te beconcurreren. Een online business starten, vergt niet zo heel erg veel moeite volgens Carlisle en als je het beter doet dan de ander, stromen de klanten snel naar jou toe. Carlisle denkt dat beleggers een beetje moe van dat spel worden en op zoek gaan naar bedrijven met een goede, duurzame kasstroom. Daarvan hebben we het begin gezien.