DWS: Teloorgang maakindustrie olie op het vuur van handelskemphanen

DWS: Teloorgang maakindustrie olie op het vuur van handelskemphanen

Economy
Industrie.jpg

Het verschil is enorm: eind jaren negentig, op het hoogtepunt van de nieuwe economie-hype, werd de productie-industrie belachelijk gemaakt en kreeg het label ‘vergane economische glorie’. Het tegen wil en dank vastklampen aan de maakindustrie werd gezien als een hopeloze strategie vanwege de concurrentie uit opkomende landen, waar het produceren van goederen vele malen goedkoper was. Veel westerse productiebedrijven verkasten hun faciliteiten dan ook naar deze lage lonen-landen.

Maar na de financiële crisis bleek dat offshoring op zijn retour was en veel landen lieten weten weer lokaal te willen produceren. Het huidige handelsconflict heeft een duit in dat zakje gedaan. In januari 2018 legde Trump zijn eerste heffingen op. Koreaanse afwasmachines, Canadees staal en Chinese zonnepanelen werden als eerste getroffen. Duitse auto’s vormen het nieuwe doelwit van de Amerikaanse president.

China en Duitsland uiterst kwetsbaar

Maar hoe belangrijk is de productie-industrie eigenlijk in het grote geheel? Onze grafiek geeft daar antwoord op. We zien dat het aandeel van de maakindustrie in het totale bruto binnenlands product (bbp) sterk per land verschilt. Als het wereldwijde handelsconflict escaleert, lijden landen met een grote productie-industrie vanzelfsprekend de meeste pijn. We weten dat China erg kwetsbaar is, maar Duitsland is dat ook omdat de economische afhankelijkheid van de productie tegen alle trends in de laatste jaren zelfs is toegenomen.

Obsessie

Maar wat schuilt er eigenlijk achter deze trend waarin het productieaandeel in het bbp van de meeste landen afneemt? En wat verklaart de obsessie van de handelskemphanen met de maakindustrie. Gangbare economische theorie en twee eeuwen aan economisch verleden laten zien dat de productie-industrie zeer succesvol is geweest want productiegroei was makkelijker te realiseren dan groei in de dienstensector. Maar aangezien het productieaandeel afneemt, daalt nu ook het aantal banen wereldwijd in de maakindustrie.

Politiek explosief

Dit is politiek explosief want fabrieken hebben lange tijd voor banen met goede arbeidsvoorwaarden voor vele generaties van relatief laaggeschoold personeel, gezorgd. Een electorale backlash is daarom niet zo verwonderlijk. Daar komt nog eens bij dat producten een makkelijk doelwit voor importheffingen en belastingen en het is dus niet verrassend dat de Amerikaanse regering deze politiek inzet om buitenlandse goederen te treffen. De problemen komen van de beleidsmakers die graag een opleving zien van hun eigen productie-industrie. Het is echter uiterst onwaarschijnlijk dat deze strategie op wereldniveau slaagt.