Legg Mason: Waarom stijgen de olieprijzen in deze periode van bezorgdheid over de groei?

Legg Mason: Waarom stijgen de olieprijzen in deze periode van bezorgdheid over de groei?

Commodities
Olie Grondstoffen

Door J. Gibson Cooper, portefeuillebeheerder, en René Ledis, senior kredietanalist bij Western Asset (een gelieerde onderneming van Legg Mason)

De olieprijzen houden goed stand ondanks tekens van een verzwakking van de wereldwijde groei.

Ondanks recente neerwaartse herzieningen van de prognoses over de economische groei houden de olieprijzen goed stand. Hoe komt dit? Het antwoord ligt in een samenloop van omstandigheden: de aanhoudende groei van de olievraag, de stijging van de Amerikaanse olieproductie, het naleven van streefquota door de OPEC en Rusland, verstoringen in de bevoorrading en geopolitieke risico's. Deze combinatie van factoren lijkt de economische basisgegevens beter in balans te houden, en dat ondersteunt dan weer de huidige prijzen.

Aan de vraagzijde merken we dat de jaarlijkse olievraag blijft groeien en op dit moment wordt aangezwengeld door opkomende markten (vooral dan China en India). De stijging van de olievraag op de ontwikkelde markten wordt vooral aangedreven door de VS en Europa, en vertoont dankzij de verbeterde energie-efficiëntie geen bruuske veranderingen. Het groeitempo van de olievraag mag dan wel trager zijn dan in de vorige jaren, het blijft wel positief en op een gezond peil, ondanks de huidige vertraging in de wereldwijde economische groei.

Hoe dan ook blijft de aanbodzijde de belangrijkste factor in de discussie over de olieprijzen, nu de Amerikaanse olieproductie recordhoogtes bereikt en zo het Saudische aanbod overstijgt. Daardoor is de marktdynamiek veranderd: de Saudi's konden vroeger het olieaanbod meer sturen – en dus ook de prijzen.

Sinds de instorting van de olieprijs in 2015-2016 spitsen Amerikaanse olieproducenten zich toe op niet-conventionele oliebronnen met een korte cyclus (schalie). Daarbij zetten ze technologische innovaties in om de productiviteit op te krikken en de efficiëntie te verbeteren. Op die manier kunnen ze de kosten doen dalen, het breakevenpunt verlagen, de winstmarges veiligstellen en een vrije kasstroom genereren. Door het nieuwe beleid van de Amerikaanse olieproducenten, die financieel conservatisme verkiezen boven groeidoelstellingen, gaat het kapitaal naar een verbetering van de balans en van de liquiditeitspositie in plaats van naar nieuwe kapitaalinvesteringen, met inbegrip van investeringen in olie-exploratie. Investeringen in nieuwe projecten worden ook ingeperkt door de toegang tot de kapitaalmarkt. Samen leiden deze factoren tot een vertraging bij de conventionele olieprojecten met een langere levenscyclus, wat in de toekomst zou kunnen resulteren in een zwakkere groei van het aanbod.

We verwachten een steeds krappere oliemarkt naarmate de reservecapaciteit wegvalt.

Op langere termijn roept de voorkeur van de sector voor onconventionele oliebronnen heel wat vragen op over de duurzaamheid van de groei van het olieaanbod. Zo kent de Amerikaanse schalieproductie scherpe dalingen en vereist ze steeds hogere kapitaalinvesteringen in de zoektocht naar nieuwe en uitgebreidere productiemogelijkheden. Bij de productie van schalie komt bovendien aardgas vrij. Naarmate schalieolie volwassener wordt, wordt in verhouding tot de olie steeds meer aardgas geproduceerd. Daardoor valt de olieproductie steeds sneller terug, wat op zijn beurt weer de groei van het extra aanbod vertraagt.

Een complicerende factor in het olieaanbod is het gebrek aan investeringen in meer traditionele conventionele oliebronnen, zoals offshore-operaties in diepzeegebieden. Traditioneel namen vooral de grote oliebedrijven deze projecten voor hun rekening, omdat er aanzienlijke investeringen bij komen kijken en de doorlooptijden langer zijn. Deze oliebedrijven streven nu naar koolstofarme alternatieven (zoals meer aandacht voor aardgas), begeven zich lager in de waardeketen richting petrochemische producten, energieopwekking en biobrandstoffen, en trekken zich terug uit de langetermijnontwikkeling van olievelden ten gunste van kortetermijnprojecten met schalie aan land.

Dit gebrek aan investeringen in voorraadbronnen die een langer leven beschoren zijn, onderstreept het mogelijke toekomstscenario van een krappere oliemarktbalans, waardoor de OPEC haar marktaandeel opnieuw zou kunnen vergroten. Ondertussen voeren de OPEC en Rusland onverminderd productieverminderingen door, waarbij ze de overeengekomen streefquota van de verlagingen zelfs overschrijden. Naar verwachting zullen ze hun engagement met zes maanden verlengen op de volgende OPEC-top in juni.

Tot slot willen we zeker ook benadrukken dat het geopolitieke risico verder toeneemt. We kregen al te maken met productieonderbrekingen in Libië en Nigeria, net als met sancties tegen Venezuela en Iran. Nu onlangs het einde van de op 2 mei vervallen ontheffingen voor Iran is aangekondigd (men verwacht dat de nieuwe situatie pas binnen een jaar van kracht zal zijn), zal het Iraanse olieaanbod wel degelijk van de markt verdwijnen. Hoewel de OPEC (vooral Saudi-Arabië) en extra petroleum uit de Amerikaanse strategische reserve wellicht de twee aangewezen bronnen zijn om dit tekort weg te werken, verwachten we dat de oliemarkt nog krapper wordt door het wegvallen van de reservecapaciteit.

In het algemeen ondersteunen de economische basisgegevens op het vlak van vraag en aanbod volgens ons de huidige sterke olieprijzen op de spotmarkt, en dit ondanks afzwakkende wereldwijde fundamentals.