Robeco: kwartaaloutlook Aandelen

Robeco: kwartaaloutlook Aandelen

Equity Economy Financial markets Outlook Europe United States
Vooruitzicht.jpg

Door Fabiana Fedeli

Vanaf het begin van het jaar hebben de wereldwijde aandelenmarkten een snelle comeback

gemaakt. In onze ogen rechtvaardigt het verschil in winstgroei tussen de Verenigde Staten

(VS) en andere markten niet langer het grote verschil in waarderingen.

In het kort

• Winstgroei moet doorzetten voor verdere stijging aandelenmarkten

• Eerste groene blaadjes stemmen ons hoopvol

• Opkomende markten het best gepositioneerd dankzij China, Japan zal volgen

Vanaf het begin van het jaar hebben de wereldwijde aandelenmarkten de zwakke

performance van het laatste kwartaal van 2018 weten goed te maken. Op het moment van

schrijven stond de MSCI World Index op een plus van bijna 16% in Amerikaanse dollars en

17% in euro's. Opvallend genoeg wisten alle grote regionale aandelenmarkten dit tempo bij

 te benen, met slechts een kleine voorsprong voor de VS. Japan was de duidelijke

achterblijver, waar een ongunstige wisselkoers tussen de Amerikaanse dollar en de Japanse

yen ook bijdroeg aan de underperformance.

 

Dus wat nu? Is dit het? In mijn meest recente gesprekken met klanten kwam één vraag

steeds aan de orde: moeten we na de rally winst nemen in opkomende markten? Ze stellen

mij echter niet de vraag: moeten we winst nemen in Amerikaanse aandelen en de opbrengst

elders beleggen? Hoewel er meer belangstelling lijkt te komen voor markten zoals China, is

de verleiding groot om aan te nemen dat de Amerikaanse aandelenmarkt de

outperformance van de afgelopen jaren voortzet – waarbij de andere grote

aandelenmarkten uiteindelijk gas terugnemen. Wij durven hier de vijf gevaarlijkste woorden

ooit te gebruiken: “deze keer is het anders”. Laat ik het anders zeggen: “nu kán het anders

zijn, als een aantal puzzelstukjes op hun plek vallen.”

 

Meer kansen buiten de VS

Om te beginnen denken we dat er nu meer mogelijkheden voor outperformance te vinden

zijn buiten de VS. Dat wil niet zeggen dat we een instorting van de Amerikaanse

aandelenmarkt verwachten (die alle andere markten zou meeslepen), maar wel dat het

positieve effect van president Trumps belastingverlagingen in onze ogen is uitgewerkt. Het

verschil in winstgroei tussen de VS en andere markten rechtvaardigt niet langer het grote

verschil in de waarderingen.

 

De consensusverwachting van IBES voor de winstgroei in 2019 bedraagt respectievelijk

4,1%, 5,5% en 6,8% voor de MSCI US, MSCI Europe en MSCI Emerging Markets, terwijl de

koers-winstverhoudingen voor 2019 op respectievelijk 17,2x, 13,6x en 12,1x liggen.

Voorwaarde hiervoor is natuurlijk wel dat de winstverwachtingen buiten de VS niet dalen

vanaf het huidige niveau en dat het verschil blijft bestaan. Dit betekent dat de

winstherzieningen, die in het laatste kwartaal van 2018 in alle grote markten

verslechterden, weer moeten verbeteren.

 

De rally in het eerste kwartaal was niets meer dan beleggers die inzagen dat de paniek in

het vierde kwartaal een te grote daling van de koersen had veroorzaakt – een conclusie die

werd gerechtvaardigd door de fundamentals. De wereldeconomie was weliswaar aan het

verzwakken, maar niet aan het instorten. En de donkere wolken die zorgden voor nog

slechtere vooruitzichten, namelijk een agressieve Federal Reserve (Fed) en een escalatie van

het handelsconflict tussen de VS en China, waaiden uiteindelijk over. Nu – na een stijging

van 15% – staan de markten weer op gelijke voet met de fundamentals. Wat we nu nodig

hebben, is een verbetering van de fundamentals die uiteindelijk ook leidt tot hogere

winstcijfers.

 

Handelsdeal VS-China en VS-Europa

Het eerste puzzelstukje is een handelsdeal tussen de VS en China, en wel om twee redenen.

Ten eerste was de start van de onderhandelingen een belangrijke factor voor het

verbeterde sentiment en dus kan negatief nieuws zomaar weer een bearmarkt veroorzaken.

Ten tweede zou zo'n deal de eerste stap zijn om de afgezwakte wereldwijde economische

activiteit nieuw leven in te blazen. Een groot deel van de wereldwijde macro-economische

vertraging in de afgelopen maanden is te wijten aan de directe en indirecte gevolgen van

het handelsconflict. Bedrijven zijn er of direct door getroffen, of zijn terughoudender

geworden met hun uitgaven.

 

De handelsdeal hoeft overigens niet perfect te zijn, en zal dat hoogstwaarschijnlijk ook niet

zijn. Het is al voldoende als de heffingen worden geschrapt die in de loop van 2018 zijn

ingevoerd. Waarschijnlijk blijven er op korte termijn sowieso veel vragen onbeantwoord, of

ze nou gaan over de daadwerkelijke uitvoering, toekomstige technologieoverdracht of een

mogelijke handelsdeal tussen de VS en Europa. Maar de antwoorden op al deze vragen

zullen nooit zo slecht zijn voor de wereldeconomie als het vooruitzicht van een heffing van

25% op alle goederen die worden verhandeld tussen de VS en China.

 

Andere puzzelstukjes

Het tweede puzzelstukje is dat centrale banken over de hele wereld hun ondersteunende –

oftewel milde – beleid moeten voortzetten. Dat is zeer belangrijk gezien de zwakte van de

wereldwijde macro-economie. Neem bijvoorbeeld opkomende markten. In het verleden

hebben aandelen daar geprofiteerd van de sterke groeivooruitzichten, ongeacht de houding

van de Fed (denk maar aan de verkrappingscyclus van de Fed in 2004-2006). In een

omgeving met een zwakke groei, zoals nu het geval is, is ondersteuning van de Fed echter

een essentieel element.

 

Een derde puzzelstukje is dat de Chinese regering moet doorgaan met het geleidelijk

stimuleren van de binnenlandse economie, maar wel met een goede balans tussen

stimulering en schuldbeheer. We weten allemaal dat de economische groei in China

structureel blijft afnemen. Maar zolang de regering een zachte landing kan bewerkstelligen,

blijven de structurele veranderingen in de economie van het land aantrekkelijke kansen

opleveren voor beleggers.

 

Natuurlijk zou het plaatje helemaal compleet zijn als er eindelijk een einde komt aan de

onzekerheden over de toekomst van Europa: de Brexit, de onrust in Italië en het

handelsconflict tussen de Europese Unie (EU) en de VS. We willen echter niet te hebberig

zijn en denken dat de markten iets meer onzekerheid over deze onderwerpen nog wel

kunnen doorstaan, zolang de belangrijkste puzzelstukjes (handel tussen China en VS, milde

toon van centrale banken en stimulering door China) maar wel op hun plek vallen.

 

Er zijn katalysatoren genoeg voor opkomende markten

We zien dat er katalysatoren genoeg zijn voor opkomende markten en zien zelfs al wat

groene scheuten verschijnen. Zo beginnen de PMI-cijfers te verbeteren in sommige landen,

namelijk China, Brazilië en Indonesië, en lijken de winstherzieningen een bodem te hebben

bereikt. We moeten natuurlijk wel in ons achterhoofd houden dat opkomende markten

geen homogene beleggingscategorie vormen en dat sommige landen het beter zullen doen

dan andere. Op dit moment springen China en Brazilië eruit.

Japan staat bovenaan onze kooplijst, omdat ook daar sommige macrocijfers verbeteren,

hoewel de winstherzieningen zwak blijven. In Europa zijn goede beleggingskansen te vinden

en ook de winstherzieningen vertonen tekenen van een uitbodeming, maar er is wel een

risico van oprispingen van volatiliteit de komende tijd. De markten willen namelijk

duidelijkheid over de Brexit, het groeipad van de Italiaanse economie en de

handelsbesprekingen tussen de VS en de EU.

 

Neutrale vooruitzichten voor ontwikkelde markten, positieve

voor opkomende markten

Op basis van het bovenstaande blijft ons beleggingsteam neutraal over de vooruitzichten

voor ontwikkelde markten, terwijl die voor opkomende markten positief zijn geworden. In

ons raamwerk van vijf factoren heeft het team voor opkomende markten de indicator voor

het sentiment naar boven bijgesteld. De redenen hiervoor waren de veranderde monetaire

situatie in de VS en de constructievere gesprekken tussen de VS en China, die op hun beurt

hebben geleid tot een flink herstel van de kapitaalstroom.

De rally van wereldwijde aandelen in het eerste kwartaal van 2019 kwam tot stand doordat

beleggers zich realiseerden dat de wereldeconomie niet aan het instorten was. Om het

sentiment van beleggers positief te houden, moeten de markten nu tekenen laten zien van

verbeterende fundamentals. Als het tempo van de verbeteringen niet beperkt blijft tot de

VS en andere markten weten aan te haken, met hetzelfde momentum, dan bieden de

waarderingen in opkomende markten, Japan en Europa aantrekkelijkere kansen. Dan zal het

dit keer echt anders zijn.